Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet investeren in jongeren, art. 12
  2. Wet werk en bijstand, art. 47
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemens, art. 42
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 42
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201001-07-201001-01-2018nieuwe regeling

13-12-2010

Stadskrant, 20-12-2010

89-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam

De raad van de gemeente Edam-Volendam, gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 2 november 2010;

gelet op:

artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ); artikel 47 van de Wet werk enbijstand (WWB); artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkeloze werknemers (IOAW); artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de artikelen 147 en 150 van de

Gemeentewet;

overwegende dat:

het noodzakelijk is bij verordening te regelen op welke wijze de personen, bedoeld in artikel 7 WWB, artikel 2 WIJ, artikel 5 IOAW en artikel 5 IOAZ of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet,

besluit vast te stellen de navolgende:

 “Verordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam”

Artikel 1. Begripsomschrijving

1. De wet: de Wet investeren in jongeren, de Wet werk en bijstand (waaronder tevens Niet Uitkering Gerechtigden en mensen met een Algemene nabestaande wet uitkering), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; hierna te noemen de WWB, NUG, Anw, WIJ, IOAW en IOAZ.

2. Cliëntenparticipatie: het tijdig betrekken van (lokale) cliënten of hun vertegenwoordigers bij de voorbereiding van besluitvorming in het kader van het gemeentelijke beleid met betrekking tot de WWB, NUG, Anw, WIJ, IOAW en IOAZ inclusief minimabeleid.

3. Cliëntenoverleg: overlegstructuur tussen de medewerkers van de afdeling en cliënten cq hun vertegenwoordigers.

4. Het college: het college van Burgemeester en wethouders van gemeente Edam Volendam.

5. Afdeling: Het organisatieonderdeel van de gemeente Edam-Volendam dat belast is met de uitvoering van de WIJ, WWB, IOAW en IOAZ.

6. Cliënt(en): Cliënt in het kader van de uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ (inclusief minimabeleid).

Artikel 2. Inleiding

  • 1.

    De gemeenteraad stelt regels over de wijze waarop personen, bedoeld in artikel 7 WWB, artikel 2 WIJ, artikel 5 IOAW en artikel 5 IOAZ of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet: waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

    a. periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

    b. deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

    c. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

  • 2.

    Ten behoeve van het onder 1 geformuleerde uitgangspunt stelt de gemeente een cliëntenoverleg in.

  • 3.

    Het cliëntenoverleg is ingesteld door de afdeling en vloeit voort uit de wens van de gemeenteraad én het college de cliëntenparticipatie in de gemeente Edam-Volendam te bevorderen.

  • 4.

    Het cliëntenoverleg heeft tot doel de communicatie te bevorderen tussen de afdeling en haar cliënten. Voor de afdeling betekent dit het vergroten van inzicht in de beleving en ervaring van haar cliënten ten aanzien van de dienstverlening van de afdeling en de kwaliteit van haar dienstbetoon; voor het cliëntenoverleg betekent dit het reageren op en adviseren over het dienstbetoon en de resultaten hiervan.

  • 5.

    Het cliëntenoverleg houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele klachten.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1.

    Gestreefd zal worden naar een cliëntenoverleg bestaande uit tenminste 4 en maximaal acht leden. Het cliëntenoverleg kan bestaan uit cliënten van de afdeling en leden van verschillende belangenorganisaties.

  • 2.

    Leden van het cliëntenoverleg worden geselecteerd uit de cliënten van de afdeling,en uit vertegenwoordigers van binnen de gemeente werkzame organisaties die op niet-commerciële basis de belangen behartigen van de diverse doelgroepen.

  • 3.

    Deelname aan het overleg wordt direct beëindigd bij afloop van de cliëntrelatie en bij schriftelijke opzegging.

  • 4.

    Een aan te wijzen vertegenwoordiger van de afdeling treedt op als voorzitter van het cliëntenoverleg.

  • 5.

    Aan het overleg zal een ambtelijk secretaris worden toegevoegd. Deze draagt zorg voor het opstellen van de agenda en het uitwerken van de notulen.

  • 6.

    Wanneer een lid van het overleg zich ernstig misdraagt kan het college hem voor een bepaalde periode van deelname aan het overleg uitsluiten.

Artikel 4. Advies

  • 1.

    Het cliëntenoverleg kan het college gevraagd en ongevraagd advies geven.

  • 2.

    De gevraagde en ongevraagde adviezen hebben betrekking op de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de wet en het gemeentelijk beleid door de afdeling. Hieronder wordt in ieder geval verstaan het bijstandsbeleid, minimabeleid in de ruimste zin van het woord en het re-integratiebeleid.

  • 3.

    Het college kan het cliëntenoverleg om advies vragen. De in artikel 3 lid 4 bedoelde functionaris is verantwoordelijk voor tijdige toezending van relevante informatie aan de leden van het overleg.

  • 4.

    Het college zal het cliëntenoverleg van informatie voorzien die nodig is om naar behoren te kunnen functioneren.

  • 5.

    In het geval dat het college in de besluitvorming (deels) afwijkt van een gevraagd of ongevraagd advies van het cliëntenoverleg wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van het cliëntenoverleg is afgeweken.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1.

    Het cliëntenoverleg vergadert zo mogelijk tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter nodig wordt geacht.

  • 2.

    De voorzitter kan met betrekking tot de inhoud van de stukken die ter kennis van de leden van het overleg worden gebracht voorlopige geheimhouding vragen.

     

  • 3.

    Het cliëntenoverleg is bevoegd al dan niet uit zijn midden een of meer werkgroepen te vormen.

     

  • 4.

    Het cliëntenoverleg besluit wat de taak, samenstelling en bevoegdheden van deze werkgroepen zijn.

Artikel 6. Rapportage

  • 1.

    Adviezen van het cliëntenoverleg worden schriftelijk vastgelegd. De in artikel 3 lid 4 bedoelde functionaris rapporteert over de resultaten van het cliëntenoverleg.

     

  • 2.

    De afdeling neemt een en ander samenvattend op in het jaarverslag respectievelijk beleidsplan ten behoeve van de gemeenteraad.

     

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde functionaris is verantwoordelijk voor de terugrapportage van de uitgebrachte adviezen aan de leden van het overleg.

Artikel 7. Faciliteiten

  • 1.

    Het college stelt aan het cliëntenoverleg zodanige middelen ter beschikking dat het overleg redelijkerwijs in staat kan worden geacht de belangen te behartigen van de burgers die zij vertegenwoordigt.

  • 2.

    De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

Artikel 8. Citeerartikel

De verordening kan worden aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie gemeente Edam-Volendam”.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt, na behoorlijk te zijn bekendgemaakt, in werking en werkt terug tot en met 1 juli 2010.

  • 2.

    De verordening cliëntenparticipatie sociale zaken, vastgesteld ter raadsvergadering d.d. 23 december 2003 komt gelijktijdig te vervallen.

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Edam-Volendam in de openbare vergadering van d.d. 13 december 2010.

de griffier,                                       de voorzitter,

 

Nota-toelichting  

De Wet, Werk en Bijstand schrijft ingaande 2004 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld en goedgekeurd door de raad. Gezien de invoering van de Wet investeren in Jongeren (2010) en de ook in deze wet opgenomen verplichting tot het instellen van een vorm van cliëntenparticipatie werd het noodzakelijk de bestaande verordening cliëntenparticipatie sociale zaken gemeente Edam-Volendam tegen het licht te houden. 

 

Door het doorvoeren van een aantal technische aanpassingen is de verordening opnieuw juridisch actueel. Daarmee wordt meteen voldaan aan de verordenende verplichtingen uit de Ioaw en Ioaz tot het organiseren van cliëntenparticipatie. De verschillende artikelen uit deze verordening spreken elk voor zich en zijn daarom niet apart toegelicht.

 

Via deze verordening wordt conform de bedoeling van de wetgever gewaarborgd dat cliëntenparticipatie niet een verlengstuk van raad of college is, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit is sinds jaar en dag de praktijk in de uitvoering. Inhoudelijk zijn in deze verordening, die de voormalige verordening cliëntenparticipatie sociale zaken vervangt, daarom geen wijzigingen doorgevoerd.