Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
| | |
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | |
| | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| | |
2.1.1.3 | exploitatieplan: | |
| een plan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk 2 | Beoordeling conceptaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
2.2.1 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: | 50% |
| van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, met dien verstande dat het minimumtarief bedraagt | 276,00 |
2.2.2 | Indien over de conceptaanvraag het advies van de Welstand Monumenten Midden Nederland moet worden ingewonnen, wordt het op grond van 2.2.1 verschuldigde bedrag verhoogd met: | 61,90 |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | |
| | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten € 5.000.000,- of minder bedragen | |
| voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan | 13,80 |
| met een minimum bedrag per vergunning van | 276,00 |
| | |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,-, maar niet meer dan | |
| € 10.000.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 138.000,00 |
| vermeerderd met een bedrag van | 13,10 |
| voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 5.000.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
| | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,-, maar niet meer dan € 20.000.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 269.000,00 |
| vermeerderd met een bedrag van | 12,40 |
| voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 10.000.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
| | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten meer dan € 20.000.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 517.000,00 |
| vermeerderd met een bedrag van | 11,70 |
| voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 20.000.000,- aan bouwkosten overstijgt. | |
| | |
| | |
| Welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien een welstandstoets noodzakelijk is, het tarief: | |
2.3.1.2.1 | als over het bouwplan niet het advies van de Welstand Monumenten Midden Nederland (WMMN) behoeft te worden ingewonnen (toetsing aan loketcriteria), het bedrag van | 34,00 |
2.3.1.2.2 | als over het bouwplan wel het advies van de WMMN moet worden ingewonnen, het bedrag van: | |
| | |
2.3.1.2.2.1 | indien de bouwkosten meer dan € 5.000,-, maar niet meer dan | |
| € 225.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 13,10 |
| vermeerderd met een bedrag van | 2,28 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten; | |
2.3.1.2.2.2 | indien de bouwkosten meer dan € 225.000,-, maar niet meer dan | |
| € 450.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 527,20 |
| vermeerderd met een bedrag van | 1,31 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 225.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
2.3.1.2.2.3 | indien de bouwkosten meer dan € 450.000,-, maar niet meer dan | |
| € 2.250.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 821,70 |
| vermeerderd met een bedrag van | 0,26 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 450.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
2.3.1.2.2.4 | indien de bouwkosten meer dan € 2.250.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 1.292,90 |
| vermeerderd met een bedrag van | 0,13 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 2.250.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
| | |
| | |
2.3.1.3 | Dit artikelnummer is niet in gebruik | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: | 10% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00 | |
| | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.1.5 | Zeist heft niet aanvullend voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag al in behandeling is genomen. Dit is betrokken in de tariefstelling van onderdeel 2.3.1.1. | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het tarief bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, met dien verstande dat voor het begrip bouwkosten wordt gelezen aanlegkosten. | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: | 10% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00 | |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, het tarief: | |
| | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend op de leges van onderdeel 2.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de artikelen 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.3.3.2 | indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.3.3.1 ter ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.3.3 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in artikel 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.3.5 | Artikelnummer niet in gebruik | |
2.3.3.6 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | |
| bedraagt het tarief; | 115,00 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | |
| bedraagt het tarief; | 1.281,30 |
2.3.3.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |
| bedraagt het tarief | 1.281,30 |
2.3.3.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | |
| bedraagt het tarief | 1.281,30 |
2.3.3.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.3.11 | Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.3.3.1 en 2.3.3.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de bouwkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.2. | |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een aanlegactiviteit | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.4.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend op de leges van onderdeel 2.3.2 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de onderdelen 2.3.2, juncto 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.4.3.1 | indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.4.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.4.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de onderdelen 2.3.2, juncto 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.4.5 | artikelnummer niet in gebruik | |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | |
| bedraagt het tarief; | 115,00 |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | |
| bedraagt het tarief; | 1.281,30 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |
| bedraagt het tarief | 1.281,30 |
2.3.4.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | |
| bedraagt het tarief | 1.281,30 |
2.3.4.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | |
| bedraagt het tarief | 115,00 |
2.3.4.11 | Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.4.3.1 en 2.3.4.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de aanlegkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1. | |
| | |
2.3.4.a | Planologisch strijdig gebruik waarbij sprake is van een functiewijziging of gebruikswijziging | |
2.3.4.a.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor een functie- of gebruikswijziging en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.a.1.1 | -als de nieuwe functie een woonfunctie is; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: | 29,80 |
2.3.4.a.1.2 | -als de nieuwe functie een niet-woonfunctie is: per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: | 119,30 |
2.3.4.a.1.3 | -voor overige functie- of gebruikswijzigingen; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: | 59,60 |
2.3.4.a.2 | De tarieven voor functie- of gebruikswijzigingen als bedoeld onder 2.3.4.a.1 zijn per aanvraag nooit hoger dan | 1.754,10 |
2.3.4.a.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.a.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, het tarief: | |
2.3.4.a.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | 115,00 |
| | |
2.3.4.a.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | 115,00 |
| | |
2.3.4.a.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de artikelen 2.3.4.a.1 en 2.3.4.a.2 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.4.a.3.3.2 | indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in artikel 2.3.4.a.1 en 2.3.4.a.2 genoemde bedragen, doch minimaal | 146,00 |
2.3.4.a.3.5 | Artikelnummer niet in gebruik | |
2.3.4.a.3.6 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | 115,00 |
| | |
2.3.4.a.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 1.281,30 |
| | |
2.3.4.a.3.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 1.281,30 |
| | |
2.3.4.a.3.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | 1.281,30 |
| | |
2.3.4.a.3.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | 115,00 |
| | |
2.3.4.a.3.11 | Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in dit onderdeel 2.3.4.a.1 te worden uitgegaan van een raming van de oppervlakte. | |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
| een basisbedrag van | 207,80 |
| te vermeerderen met een bedrag, voor een inrichting van een vloeroppervlak van | |
| 0 tot 100 m2, van | 462,60 |
| 100 tot 500 m2, van | 925,30 |
| 500 tot 2.000 m2, van | 1.850,60 |
| 2.000 tot 5.000 m2, van | 2.775,90 |
| 5.000 tot 15.000 m2, van | 3.701,20 |
| 15.000 tot 25.000 m2, van | 4.626,50 |
| 25.000 tot 50.000 m2, van | 5.551,80 |
| 50.000 en meer m2, van | 6.477,10 |
| | |
2.3.5.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bestaande gebruiksvergunning is gelijk aan het tarief bedoeld onder 2.3.5.1. | |
2.3.5.3 | Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot vervanging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 indien de bestaande vergunning in het ongerede is geraakt: | |
2.3.5.3.1 | een basisbedrag van: | 207,80 |
2.3.5.3.2 | te vermeerderen met een bedrag van: | |
2.3.5.3.3 | per afschrift op papier van A4-formaat of kleiner: | 0,30 |
2.3.5.3.4 | per afschrift op papier groter dan A4-formaat: | 0,60 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de gemeentelijke Erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | 83,40 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | 83,40 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist,bedraagt het tarief: | 122,60 |
2.3.6.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6.1 wordt, indien de aanvraag ter beoordeling in handen wordt gesteld van de gemeentelijke monumentencommissie, het tarief: | |
| | |
2.3.6.3.1 | indien de bouwkosten meer dan € 5.000,-, maar niet meer dan | |
| € 225.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 11,00 |
| vermeerderd met een bedrag van | 1,92 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten; | |
2.3.6.3.2 | indien de bouwkosten meer dan € 225.000,-, maar niet meer dan | |
| € 450.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 443,00 |
| vermeerderd met een bedrag van | 1,10 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 225.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
2.3.6.3.3 | indien de bouwkosten meer dan € 450.000,-, maar niet meer dan | |
| € 2.250.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 690,50 |
| vermeerderd met een bedrag van | 0,22 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 450.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
2.3.6.3.4 | indien de bouwkosten meer dan € 2.250.000,- bedragen: | |
| een bedrag van | 1.086,50 |
| vermeerderd met een bedrag van | 0,11 |
| voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 2.250.000,- aan bouwkosten overstijgt; | |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | 122,60 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | 122,60 |
| | |
| Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 29,90 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 103,00 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de gemeentelijke Bomenverordening 2005 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
| per vergunning | 73,95 |
| dit bedrag wordt per boom verhoogd met: | 14,80 |
2.3.10.2 | Indien sprake is van een besluit tot noodkap op grond van de Bomenverordening 2005 wordt hetzelfde bedrag gehanteerd als onder artikel 2.3.10.1. | |
2.3.10.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een ontheffing als bedoeld in artikel 11 van de Bomenverordening 2005: | 32,85 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Dit artikel is bedoeld voor gemeenten die opslag van roerende zaken in de APV nog niet hebben gedereguleerd. Zeist heeft ter zake geen bepaling in de APV. | nihil |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | 122,60 |
| | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | 122,60 |
| | |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | 122,60 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 122,60 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | 122,60 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | 122,60 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
2.3.16.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het instellen van een historisch bodemonderzoek bedraagt: | |
2.3.16.1.1 | voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5, leden twee, drie en zes, van de Bouwverordening als onderdeel voor een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning, een bedrag van | 42,10 |
2.3.16.1.2 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, vierde lid, van de Bouwverordening om beoordeling, respectievelijk goedkeuring van de onderzoeksopzet van een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag omgevingsvergunning, een bedrag van | 84,15 |
2.3.16.1.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, eerste lid, van de Bouwverordening voor het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening, een bedrag van | 84,15 |
2.3.16.2 | Als uit het bodemgesteldheidonderzoek blijkt dat een saneringsonderzoek nodig is en/of de bodem dient te worden gesaneerd en aan de bouwvergunning één of meer saneringsvoorwaarden dienen te worden verbonden, bedraagt het tarief | |
| bij saneringskosten tot ten hoogste € 100.000: | |
2.3.16.2.1 | voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek | 290,50 |
| voor beoordeling van het saneringsplan | 290,50 |
2.3.16.2.2 | bij saneringskosten tussen € 100.000 en € 500.000: | |
| voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek | 727,10 |
| voor beoordeling van het saneringsplan | 727,10 |
2.3.16.2.3 | bij saneringskosten hoger dan € 500.000: | |
| voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek | 1.427,00 |
| voor beoordeling van het saneringsplan | 1.427,00 |
| | |
2.3.16.3 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | 153,80 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: | 153,80 |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | 153,80 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | 153,80 |
| | |
2.3.20 | Akoestisch onderzoek | |
2.3.20.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van de resultaten van een akoestisch onderzoek ter bepaling van de maximaal toegestane geluidsbelasting op gevels van gebouwen bedraagt | 29,90 |
| | |
2.3.21 | Wonen in gebouwen niet in gebruik als woning | |
| Artikel is vervallen bij invoering van de Wabo per 1 oktober 2010. | |
| | |
2.3.22 | Huisnummers | |
2.3.22.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning, respectievelijk vernummering van de huisnummers bedraagt: | |
2.3.22.2 | als de aanvraag één huisnummer betreft: | 74,50 |
2.3.22.3 | als de aanvraag maximaal vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer: | 37,30 |
2.3.22.4 | als de aanvraag meer dan vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer: | 18,70 |
| | |
| Rioolaansluitingsvergunning | |
2.3.23 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een rioolaansluitingsvergunning waarbij op grond van artikel 2.1.5.2 van de APV een vergunning is vereist, bedraagt | 53,30 |
| | |
| | |
2.3.24 | Handelsreclame | |
2.3.24.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of 4.7.2 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g, van de Wabo: | 29,90 |
| | |
2.3.25 | Publicatie | |
2.3.25.1 | Als met betrekking tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van de artikelen 2.12 lid 1, onder a, onder 1°, 2°, 3°, artikel 2.12 lid 2, artikel 2.12 lid 1, onder b, artikel 2.12 lid 1 onder c en artikel 2.12 lid 1, onder d, van de Wabo enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van | 110,10 |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
| | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | 2% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | 3% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | |
| | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | |
| | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw of aanlegactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
| | |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten | |
| Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf bedraagt: | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | |
| | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | 122,60 |
| | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | |
2.7.1.1 | een bedrag naar tarief en berekend volgens de onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 genoemde methode, met dien verstande dat het bedrag nooit minder bedraagt dan | 153,80 |
2.7.2 | Er vindt geen teruggave plaats als de totale bouw- of aanlegkosten lager zijn dan bij de indiening van de oorspronkelijke verleende omgevingsvergunning zijn berekend. | |
2.7.3 | Er vindt geen teruggave plaats als de afwijking zodanig is, dat naar omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouw- of aanlegplan. | |
| | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
| | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | 25.625,00 |
2.8.2.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van maximaal 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak van maximaal 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van maximaal 4.000 m2, bedraagt het tarief | 5.258,90 |
2.8.2.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van meer dan 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak groter dan 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van meer dan 4.000 m2, bedraagt het tarief | 10.517,80 |
2.8.3 | De onder 2.8.1 tot en met 2.8.3 vermelde bedragen worden verhoogd met externe advieskosten op basis van een vooraf opgestelde offerte. | |
| Indien een offerte als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
| Publicatie | |
2.8.4 | Als bij toepassing van de onderdelen 2.8.1 of 2.8.2 enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van | 110,10 |
| | |
Hoofdstuk 9 | Sloopmelding | |
| | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening | 122,60 |
| | |
Hoofdstuk 10 | In deze titel niet benoemde beschikking | |
| | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | 83,40 |