Overheidsorganisatie | Provincie Noord-Brabant |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening nazorgheffing Noord-Brabant |
Citeertitel | Verordening nazorgheffing Noord-Brabant |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | afvalverwerking, financieel kader |
Geen.
Beleidsregels nazorgheffing stortplaatsen 2004
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2011 | art. 6, bijlage 1 | 25-02-2011 Provinciaal Blad, 2011, 86 | Statenvoorstel 09/11 | ||
14-04-2011 | art. 6, bijlage 1 | 25-02-2011 Provinciaal Blad, 2011, 86 | Statenvoorstel 09/11 | ||
01-01-2006 | 14-04-2011 | nieuwe regeling | 09-12-2005 Provinciaal Blad, 2005, 180 | Statenvoorstel 75/05 |
PROVINCIALE STATEN van Noord-Brabant
gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 25 oktober 2005, alsmede de Memorie van Antwoord/Nota van Wijziging d.d. 29 november 2005; gelet op de artikelen 220 tot en met 221, 227 tot en met 232h van de Provinciewet en artikel 15.44 van de Wet milieubeheer; overwegende de wenselijkheid om met het oog op de toetsbaarheid en naleefbaarheid van provinciale regelgeving de Verordening nazorgheffing Noord-Brabant op onderdelen aan te passen;
Besluiten:
Verordening nazorgheffing Noord-Brabant
In deze verordening wordt verstaan onder:
storten van afvalstoffen: op of in de bodem brengen van afvalstoffen, al dan niet in verpakking, om deze stoffen daar te laten;
stortplaats: inrichting waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, dan wel het gedeelte van een inrichting, waar afvalstoffen worden gestort, indien in de inrichting niet uitsluitend afvalstoffen worden gestort;
gesloten stortplaats: stortplaats ten aanzien waarvan de in artikel 8.47, derde lid, van de Wet milieubeheer, bedoelde verklaring is afgegeven;
bedrijfsgebonden stortplaats: stortplaats waar uitsluitend afvalstoffen worden gestort, die afkomstig zijn van binnen de inrichting waartoe de stortplaats behoort;
niet-bedrijfsgebonden stortplaats: stortplaats niet zijnde bedrijfsgebonden stortplaats of stortplaats waar uitsluitend baggerspecie wordt gestort;
ton: gewichtseenheid van 1.000 kg;
doelvermogen; het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen dat op het moment van aanvang nazorg moet zijn opgebracht.
Onder de naam 'nazorgheffing' wordt bij wijze van een directe provinciale belasting een heffing opgelegd ter bestrijding van de kosten gemoeid met:
de in artikel 8.49 van de Wet milieubeheer bedoelde zorg voor de in de provincie Noord-Brabant gelegen stortplaatsen;
de door de provincie Noord-Brabant uitgevoerde inventarisatie van plaatsen waar in deze provincie afvalstoffen zijn gestort en waar dat storten vóór 1 september 1996 is beëindigd en het onderzoek naar en systematische controle van de aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging aldaar.
De nazorgheffing wordt geheven van degene die een stortplaats drijft.
De nazorgheffing wordt niet geheven ter zake van stortplaatsen waar baggerspecie is gestort en die worden gedreven of mede worden gedreven door de minister van Verkeer en Waterstaat.
De nazorgheffing wordt geheven per stortplaats.
1 Het bedrag van de heffing is als volgt opgebouwd:
het doelvermogen, berekend overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, voor de kosten genoemd in artikel 2, eerste lid;
een opslag, uitsluitend voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen, voor de kosten genoemd in artikel 2, tweede lid.
2 Het doelvermogen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt berekend op grondslag van het in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende bijlage opgenomen Rekenmodel Ipo Nazorg Stortplaatsen (RINAS) d.d. 15 mei 2003.
3 De opslag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 0,90 per ton gestort afval per jaar.
Het belastingtijdvak is gelijk aan de periode tussen inwerkingtreding van deze verordening en de aanvang van de nazorg nadat Gedeputeerde Staten verklaard heeft dat sprake is van een gesloten stortplaats.
De nazorgheffing wordt bij wege van aanslag geheven.
De verschuldigde nazorgheffing moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Het college van Gedeputeerde Staten is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de nazorgheffing.
In beginsel wordt bij de invordering van de heffing geen kwijtschelding verleend.
Indien door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van Gedeputeerde Staten zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in deze verordening, mits de aard en strekking van deze verordening niet wordt aangetast.
1 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.
2 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening nazorgheffing Noord-Brabant’.
Vervallen
’s-Hertogenbosch, 9 december 2005
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de griffier mw. drs. E.M.W.J. Wöltgens