Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | klachten |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2004 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 03-10-2003 Provinciaal Blad, 2003, 177 | Statenvoorstel 54/03 |
Gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin kunnen een commissie instellen voor bezwaar- en beroepschriften, die bij hen zijn ingediend op grond van de Awb of enige andere wettelijke regeling.
De secretarissen zijn door gedeputeerde staten aangewezen provinciale ambtenaren, werkzaam bij de centrale juridische afdeling, die aan een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het doctoraat in de rechtsgeleerdheid of het recht om de titel meester te voeren hebben verkregen. Van het bepaalde in de vorige volzin kan door GS ontheffing worden verleend.
Indien in het bezwaar- of beroepschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon is overgelegd, is er sprake van een verzuim. In dat geval wijst het secretariaat de bezwaarmaker op dit verzuim en stelt het hem in de gelegenheid dit te herstellen.
Artikel 10 Oproeping belanghebbenden
De in artikel 7:4, tweede lid, en 7:18, tweede lid van de Awb genoemde termijn voor het ter inzage leggen van het bezwaar- of beroepschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken vangt aan drie dagen na het verstrijken van de in artikel 7:4, eerste lid en 7:18, eerste lid van de Awb genoemde termijn voor het indienen van nadere stukken.
De leden van de kamer laten zich vervangen door hun plaatsvervangers, indien strijdigheid met artikel 2:4 van de Awb ontstaat of kan ontstaan.
Gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin zenden aan de kamer een afschrift van de door hen genomen beslissing op bezwaar of beroep.
De commissie brengt jaarlijks een verslag uit over haar werkzaamheden aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin.
Artikel 18 Administratieve geschillen
Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op administratieve geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Deze verordening is van toepassing op alle vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingekomen bezwaar- en beroepschriften en op alle vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingekomen bezwaar- en beroepschriften waarop nog niet is beslist.
’s Hertogenbosch, 3 oktober 2003
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter J.A.H. Melis, plv.
de griffier drs. M.A.van Hees
Deze verordening is niet van toepassing op bezwaar- en beroepschriften ingediend bij provinciale staten.
In het tweede lid van dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de leden van de commissie worden benoemd voor de duur van vier jaar. De leden kunnen onbeperkt voor eenzelfde termijn worden herbenoemd.
Ontheffing kan worden verleend aan ambtenaren, werkzaam bij de centrale juridische afdeling, die door opleiding en ervaring een vergelijkbaar werk- en denkniveau hebben verkregen.
Alle bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin worden centraal geregistreerd en ingeboekt. Tevens wordt de datum van ontvangst aangetekend. De registrerende afdeling zendt het bezwaar- of beroepschrift vervolgens onverwijld door naar het secretariaat. Het secretariaat zorgt ervoor dat de desbetreffende (beleids)afdeling onverwijld een afschrift van het bezwaar- of beroepschrift ontvangt. Het is de taak van de (beleids)afdeling om de op de zaak betrekking hebbende stukken onverwijld aan het secretariaat te verstrekken. Verder zorgt de (beleids)afdeling ervoor dat het secretariaat binnen vier weken een verweerschrift ontvangt.
Er wordt zo veel mogelijk wekelijks een hoorzitting gehouden (behoudens feestdagen en vakantieperioden).
De commissie is ingedeeld in vier kamers. Deze houden beurtelings een hoorzitting. Er is niet gekozen voor indeling van de bezwaar- of beroepschriften naar beleidsveld, maar naar volgorde van binnenkomst. De verwachting bestaat dat door deze werkwijze de bezwaar- of beroepschriften sneller kunnen worden afgehandeld (uit de verslagen van de hoor- en adviescommissies over de jaren 1997 tot en met 2000 is immers gebleken dat de wettelijke termijnen voor de afhandeling van bezwaar- of beroepschriften vaak zijn overschreden). Binnen deze werkwijze kan gekozen worden voor enige clustering van de bezwaar- of beroepschriften. Dit kan efficiënt zijn wanneer er in een kort tijdbestek meerdere bezwaar- of beroepschriften binnenkomen tegen gelijksoortige besluiten.
De artikelen 7:2 en 7:16 van de Algemene wet bestuursrecht bepalen dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord en dat het daarbij in ieder geval om de indiener van het bezwaar of beroep gaat, alsmede derde-belanghebbenden. Op basis van de artikelen 7:13, vijfde lid en 7:16, tweede lid van de Awb wordt ook het bestuursorgaan dat het primaire besluit heeft genomen voor de hoorzitting uitgenodigd en gehoord. De artikelen 7:6, eerste lid en 7:20, eerste lid van de Awb bepalen dat belanghebbenden in elkaars aanwezigheid worden gehoord. Doordat gezamenlijk wordt gehoord, kunnen partijen van het over en weer gestelde kennisnemen en er op reageren. Hierdoor is het beginsel van hoor- en wederhoor geborgd in de procedure.
In het geval de voorzitter van de kamer verhinderd is voor de hoorzitting, wordt deze vervangen door één van de andere voorzitters. Mocht vervanging van de voorzitter onverhoopt niet mogelijk zijn, dan kan de commissie het horen ingevolge artikel 7:13, derde lid van de Awb opdragen aan (één van) de overige leden.
De beraadslaging door de kamer vindt direct na afloop van de hoorzitting plaats. Dit wil niet zeggen dat de kamer ook meteen een beslissing neemt over het uit te brengen advies. Immers er kan aanleiding zijn een zaak nader te onderzoeken. Soms zal het noodzakelijk zijn naar aanleiding van nieuw verkregen informatie een tweede hoorzitting te houden.
Uit praktische overwegingen wordt de verordening eveneens van toepassing verklaard op geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het betreft hier “…geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van een regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van een of meer gemeenten en het bestuur van het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan...”.