Overheidsorganisatie | Provincie Noord-Brabant |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2006 |
Citeertitel | Beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2006 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | steunfuncties, subsidies, financieel kader |
Deze beleidsregel vervangt de beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2000
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2013 | 01-03-2013 | Intrekking | 26-02-2013 | S0259574 | |
01-01-2006 | 01-03-2013 | nieuwe regeling | 22-12-2005 Provinciaal Blad, 2005, 193 | 1151019 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
gelet op de Algemene Subsidie Verordening provincie Noord-Brabant;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluiten:
A Vast te stellen de navolgende beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2006.
B In te trekken de beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2000
beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2006.
Van het flexibel volume van het PON, Instituut voor Advies, Onderzoek en Ontwikkeling in Noord-Brabant, wordt jaarlijks 25% gereserveerd voor onderzoeksprojecten van provinciale steunfunctie-instellingen op het terrein van welzijn, educatie, cultuur en zorg. In deze beleidsregel wordt de wijze van indiening en afhandeling van subsidieverzoeken en de criteria die voor verstrekking gelden nader toegelicht. Het subsidieplafond wordt in december nader vastgesteld.
Aanvragen ten laste van het flexibel volume PON worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
het project dient te vallen binnen de onderzoeks- en ontwikkelingsfunctie van het PON;
het project dient aan te sluiten bij provinciale speerpunten van beleid;
het project dient een voorbeeldwerking te hebben;
het project dient te leiden tot een nieuwe werkwijze/nieuwe aanpak;
in het project wordt samengewerkt met andere (steunfunctie) instellingen of met gemeenten;
er dient sprake te zijn van aansluiting bij bestaande projecten;
er is sprake van co-financiering;
er is sprake van oplossing van een probleem.
Bij het bepalen van een prioritering tussen de ingediende projecten kan voor het voldoen aan ieder criterium 1 punt worden toegekend. Ieder criterium weegt even zwaar. Bestuurlijke overwegingen kunnen aanleiding zijn om van een prioriteitstelling af te wijken. Ook hoeft niet elk project aan alle criteria te voldoen om voor uitvoering in aanmerking te komen.
Voor aanvragen ten behoeve van het flexibel volume PON dient gebruik te worden gemaakt van een vragenlijst. De vragenlijst is als bijlage bij deze beleidsregel gevoegd. Voor elk project dient een afzonderlijke vragenlijst te worden ingevuld. Voor een juiste beoordeling van het project is het van belang om de vragenlijst zo volledig mogelijk in te vullen. De aanvragen dienen voor 1 november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar bij Gedeputeerde Staten te worden ingediend. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk in januari van het uitvoeringsjaar over de ingediende aanvragen. Indien met een project is ingestemd neemt het PON contact op met de steunfunctie-instelling en wordt een offerte opgesteld. Na beoordeling van deze offerte verlenen Gedeputeerde Staten opdracht aan het PON.
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van art. 4.48 Awb afwijken van het in deze beleidsregel bepaalde.
Op de subsidieverlening zijn de bepalingen van toepassing zoals vastgelegd in de Algemene Subsidie Verordening provincie Noord-Brabant, voor zover niet nader geregeld in deze beleidsregel.
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregel subsidiëring van projecten Flexibel Volume PON ten behoeve van steunfunctie-instellingen, provincie Noord-Brabant, 2006
’s-Hertogenbosch, 22 december 2005
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten