Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drenthe

Beleidsregel duurzame strauctuurversterking land- en tuinbouw (volledige keten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrenthe
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsregel duurzame strauctuurversterking land- en tuinbouw (volledige keten
CiteertitelBeleidsregel duurzame structuurversterking land- en tuinbouw
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-201001-01-201001-07-2012nieuwe regeling

27-04-2010

Provinciaal blad, 2010, 20

2010005684

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel duurzame strauctuurversterking land- en tuinbouw (volledige keten

Behorende bij Budget 4, Kennis Werkt

P-4.2 Landbouw, 440179 Landbouw structuurversterking

Inhoud

1, Inleiding

De primaire agrarische sector is in Drenthe de grootste grondgebruiker en (mede daardoor) een belangrijke economische factor in het buitengebied. Daarnaast levert ze een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid en aan het onderhoud en het beheer van het landschap. Het agrocluster draagt in belangrijke mate bij aan de welvaart en het welzijn. In Drenthe biedt de primaire agrarische sector aan ongeveer 12.000 mensen werk; dat is ruim 6% van het totale aantal arbeidsplaatsen. Het agrocluster als geheel, dus inclusief toeleverende, afnemende en verwerkende bedrijven, is goed voor 24.000 arbeidsplaatsen (12% van de werkgelegenheid in de provincie). Dat is ongeveer 2 keer zoveel als het landelijk gemiddelde. De agribusiness in Drenthe is goed voor circa 6% van de totale Drentse toegevoegde waarde (landbouw 3,5%, voedingsmiddelenindustrie 2,5%). Voor 2005 ging het om circa € 631 miljoen. Recentelijk is de Uitvoeringsstrategie agribusiness tot stand gekomen, een strategische agenda waarmee die activiteiten worden ontwikkeld en ondersteund die bij zullen dragen aan het vergroten van het economische rendement van de agribusiness in Drenthe in de periode tot 2013.

2, Bevoegdheid en van toepassingverklaring

In de Begroting 2010 is budget opgenomen voor Landbouw structuurversterking. Ter uitvoering van het budget is een beleidsregel opgesteld. Gedeputeerde staten zijn op grond van de Algemene subsidieverordening (ASV) 2007 (artikel 3) bevoegd om beleidsregels op te stellen. Bij subsidie zijn de Algemene wet bestuursrecht en de ASV van toepassing. Dit geldt echter niet bij projecten die zowel een subsidie ontvangen uit de Europese programma's (bijvoorbeeld OP EFRO) als uit het Budget landbouwstructuurversterking. Voor deze projecten gelden de standaardvoorwaarden van de Europese programma's en is de ASV niet van toepassing.

3, Beleid en strategie

In het Collegeprogramma Drenthe 2007-2011, onderdeel Kennis Werkt, wordt aangegeven dat het college wil bijdragen aan een duurzame economische ontwikkeling met voldoende werk en inkomen voor de inwoners van Drenthe. Hieraan nieuwe impulsen geven in de stimulerende, regisserende en randvoorwaardelijke sfeer. Onder andere worden als genoemde speerpunten genoemd de agribusiness en de land- en tuinbouw. Het agrocluster is voor Drenthe een belangrijke economische drager. Wat betreft de land- en tuinbouw wordt gestreefd naar duurzaamheid. Verbetering van de concurrentiekracht is nodig. Het agrocluster wordt gestimuleerd en waar nodig en mogelijk wordt aan de ondernemers (creatieve) ruimte gegeven met behoud van natuur en landschap. Samenwerking en (kennis)uitwisseling tussen partijen uit het agrocluster en met partijen uit andere sectoren bieden kansen op innovaties. De beste mogelijkheden tot schaalvergroting liggen in de Veenkoloniën.

De Uitvoeringsstrategie Agribusiness bevat een overzicht van doelstellingen die tussen 2010 en 2013 gerealiseerd gaan worden en geeft inhoudelijke kaders aan die bij de uitvoering van belang zijn met het doel structuurversterking, zowel op primaire bedrijven als bij andere ketenpartners. Vanuit het programma is binnen de land- en (glas)tuinbouw ondersteuning mogelijk voor kennis- en samenwerkingsprojecten met betrekking tot systeem-, product- en procesinnovaties en specifiek voor de glastuinbouw inrichting van het vestigingsgebied en herstructurering.

De activiteiten moeten gericht zijn op:

a.    het bevorderen van ondernemerschap door kennisontwikkeling, kennisverspreiding en ontwikkelen van ondernemersvaardigheden;

b.    het bevorderen van innovaties, zoals het toepassen van nieuwe technieken en het ontwikkelen van nieuwe producten en afzetmogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de precisielandbouw;

c.    het stimuleren van samenwerkingsverbanden met andere producenten en in de keten;

d.    het stimuleren van niet-landbouwkundige producten zoals energiewinning uit biomassa, bioraffinage etc.: de biobased economy;

e.    het bevorderen van voedselveiligheid, -kwaliteit en dierenwelzijn;

f.    de herstructurering van de glastuinbouwgebieden in Emmen;

g.    de verduurzaming van de glastuinbouwsector of de omgeving van de glastuinbouwbedrijven.

De provincie stelt cofinanciering beschikbaar voor agribusiness-projecten die worden aangedragen voor programma's en die gericht zijn op:

h.    ontwikkeling van nieuwe, marktgerichte ketenactiviteiten;

i.     ontwikkeling en/of verbetering van kennisinfrastructurele voorzieningen;

j.     innovaties op het vlak van agrologistiek, precisielandbouw, ICT-toepassingen, agrificatie, bioraffinage en levenswetenschappen (groene-lifesciences);

k.    versterking van de concurrentiekracht van traditionele productieketens binnen het regionale agrofoodcomplex;

l.     optimalisering van productkwaliteit, productiewijze en productieomgeving en het optimaliseren van voedselveiligheid;

m.   versterking van de uitwisseling tussen onderzoek en praktijk;

n.    versterking van het ondernemerschap;

o.    versterking van maatschappelijk verantwoord ondernemen, inclusief ondersteuning van innovatieve tendensen zoals voorbeeldprojecten, voorlichting en toekomststudies.

De activiteiten moeten passen binnen de Omgevingsvisie Drenthe.

4, Sturing op kritieke succesfactoren en risico's

Projecten moeten vernieuwing(en) teweegbrengen die ten nutte komen van de agrosector in Drenthe. Activiteiten moeten een voor Drenthe innovatief karakter hebben en/of een voorbeeldfunctie vervullen en/of overdraagbaar zijn op andere bedrijven. In het geval van projecten ter bevordering van maatschappelijk aanvaarde landbouw moet het gaan om bovenwettelijke maatregelen.

5, Organisatie

Een goede afstemming van de projectontwikkeling ten behoeve van de agribusiness is essentieel. De projectverwervers van de teams REO en KIO worden ingezet op de projectontwikkeling op provinciaal niveau.

6, Communicatie

De website met betrekking tot het landbouwonderdeel wordt na vaststelling van de beleidsregel geactualiseerd (http://www.provincie.drenthe.nl/thema/bedrijf_en_economie/agribusiness/), evenals de provinciale productencatalogus.

7, Begunstigden

(Samenwerkingsverbanden van) (agrarische) bedrijven, kennisinstellingen, intermediaire organisaties. Specifiek voor de subsidiabele activiteiten onder 3f en 3g gelden als begunstigden de gemeente Emmen en de Stichting Tuinbouw Emmen (STEMM).

8, Uitsluiting

Begunstigden die met terugvorderingen wordt geconfronteerd wegens onrechtmatige en onverenigbare staatssteun, worden uitgesloten.

9, Technische voorwaarden

-     Maximum subsidiepercentage bedraagt 30% van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebijdrage van € 200.000,--.

-     Voor subsidie komen alleen in aanmerking die kosten die specifiek zijn toe te rekenen aan het project en die niet toe te rekenen zijn aan reguliere werkzaamheden.

-     Kosten aangegaan voor de datum van indiening van de subsidieaanvraag zijn van subsidie uitgesloten.

-     In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

-     De subsidie wordt beschikbaar gesteld voor de maximale projectduur van 2 jaar.

-     De frequentie van de voortgangsrapportages wordt bij de subsidiebeschikking vastgesteld.

10, Cofinanciering Europese programma's

Wanneer de provinciale subsidie dient als cofinanciering van Europese programma's, zijn de standaardvoorwaarden van de Europese programma's van toepassing.

11, Subsidieaanvraag

De aanvraag moet worden ingediend voordat de activiteit een aanvang neemt. Bij indiening van een aanvraag dienen in ieder geval de volgende stukken te worden overgelegd (zie hiervoor ook ASV 2007, artikel 31):

-     Aangegeven moet worden:

a.    waar en wanneer de activiteiten worden uitgevoerd;

b.    wat de relatie is van het project met het beleid van de provincie;

c.    een activiteitenplan dat inzicht geeft in de nagestreefde doelstellingen;

d.    welke (meetbare) prestaties zullen worden verricht;

e.    de hoogte van de gevraagde subsidie;

-     Een begroting, omvattende de baten en lasten met betrekking tot de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd.

-     Ondertekende verklaring de-minimissteun*.

*  Een toelichting op en een voorbeeld van de de-minimisverklaring is te vinden op www.snn.eu. Is aan uw onderneming in de afgelopen 3 jaar meer dan € 200.000,-- steun verleend, dan komt u helaas niet in aanmerking voor subsidie. Indien uw onderneming deel uitmaakt van een groep van ondernemingen, moet de hoogste moedermaatschappij verklaren hoeveel steun aan de gehele groep is verleend.

12, Aanvragen indienen vóór

De regeling is het hele jaar opengesteld. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, wordt het tijdstip van binnenkomst bepaald door het moment waarop de subsidieaanvraag volledig is.

13, Voorschotten

Bij verlening van de subsidie wordt een eerste voorschot gegeven. De hoogte van het voorschot is als volgt. 50% van de verleende subsidie wordt verstrekt bij de start van het project. Op schriftelijk verzoek kan een tweede voorschot van 30% na de voortgangsrapportage verleend en betaalbaar worden gesteld als 50% van de subsidiabele projectkosten werkelijk zijn gemaakt en betaald.

14, Subsidieplafond

De subsidie kan worden verleend voor zover het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond niet wordt overschreden. Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en gepubliceerd in het Provinciaal blad. Voor het jaar 2010 is het plafond vastgesteld op een bedrag van € 1.000.000,--.

15, Indicatoren

Projecten worden op de volgende indicatoren beoordeeld.

-     Verbetering inkomen agrarische bedrijven.

-     Versterking concurrentiekracht agribusiness.

-     Behoud van werkgelegenheid in de sector.

-     Positief effect op milieu en duurzaamheid.

-     Versterking kenniseconomie.

16, Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal blad en werkt terug tot 1 januari 2010. De beleidsregel vervalt van rechtswege op 31 december 2013.