Organisatie | Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Fonds zorg |
Citeertitel | Subsidieregeling Fonds zorg |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De historie bij ¿Het overzicht van in de tekst verwekte wijzigingen¿ is niet compleet. Er zijn wijzigingen tussen het ontstaan van de regelingen en de eerste opgenomen wijziging daarvan. Van deze wijzigingen zijn de datum ondertekening en bron bekendmaking respectievelijk:
- 19-11-1997 (nummer E-1-D), Provinciaal blad 42 van 1997;
- 4-10-1997 (nummer H-6), Provinciaal blad 65 van 2000;
- 3-10-2001 (nummer H-6), Provinciaal blad 37 van 2001.
De naam van de regeling is in 2000 gewijzigd in Subsidieregeling zorg.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-3-2003
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2003, 35
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2003 | 12-03-2003 | 01-01-2006 | wijziging art. 12 | 19-03-2003 Provinciaal blad, 2003, 35 | 4/6.18/2003000652 |
16-01-1997 | 04-06-2003 | nieuwe regeling | 18-12-1996 Provinciaal blad, 1997, 4 | 46/27c/9612119 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- project: in de tijd afgebakende activiteiten en/of voorzieningen met een afgeronde doelstelling;
- voortrekkersfunctie: een duidelijke aanvulling op of vernieuwing van bestaande activiteiten en/of voorzieningen in de provincie Drenthe die naar verwachting tot navolging kan leiden.
1. Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen aan Drentse en in Drenthe werkzame instellingen, organisaties en gemeenten in de kosten van projecten die zich richten op de uitvoering van het provinciaal beleid op het terrein van zorg.
2. De projecten moeten betrekking hebben op een van de volgende doelgroepen respectievelijk beleidsthema's:
- vrouwenhulpverlening/seksueel geweld
3. Deze projecten moeten voorts een bijdrage leveren aan de opheffing en vermindering van concrete knelpunten op het beleidsterrein.
De projecten moeten een bijdrage leveren aan een of meer van de volgende doelstellingen van provinciaal beleid:
- spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid
- vermaatschappelijking van de zorg
- vraag-/cliëntgericht zorgaanbod
- regionale samenhang en samenwerking tussen voorzieningen
- samenwerking van zorgvragers en/of samenwerking van zorgvragersorganisaties
Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 29 van de Algemene subsidieverordening Drenthe ingediend:
- vóór 1 november van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 januari van het daaropvolgende jaar tot en met 30 juni van datzelfde jaar;
- vóór 1 mei van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 juli van dat jaar tot en met 31 december van datzelfde jaar.
Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de Algemene subsidieverordening Drenthe bevat een aanvraag om subsidie in ieder geval:
a. de doelstelling van het project;
b. de doelgroep(en) waarop het project is gericht;
c. de bijdrage van het project aan het provinciale beleid;
d. de vraag of en hoe voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld onder de artikelen 3 en 4;
e. de te leveren producten of diensten en de daarvoor te verrichten activiteiten;
f. de beoogde resultaten of effecten, alsmede de wijze waarop deze na voltooiing van het project zullen worden getoetst;
Gedeputeerde staten nemen, in afwijking van artikel 32, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe een beslissing op de aanvraag:
- vóór 1 januari van enig jaar, indien de aanvrager vóór 1 november van het voorgaande jaar is ingediend;
- vóór 1 juli van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 mei van datzelfde jaar is ingediend.
VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Onverminderd het bepaalde in artikel 34 van de Algemene subsidieverordening Drenthe is de subsidieontvanger, in het geval er sprake is van een project met een looptijd van meer dan 1 jaar, verplicht binnen 1 maand na het verstrijken van de helft van de looptijd tussentijds aan gedeputeerde staten te rapporteren over de voortgang van het project.