Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Drenthe

Legesverordening provincie Drenthe 1998 (2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Drenthe
Officiële naam regelingLegesverordening provincie Drenthe 1998 (2
CiteertitelLegesverordening provincie Drenthe 1998 (2.1
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet,

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-200601-01-2008art. 5 + tarieventabel

 

Provinciaal blad, 2006, 77

44/5.22/2006012574
24-11-200630-12-2006art. 2a

 

Provinciaal blad, 2006, 66

46/5.12/2006013201
21-10-200524-11-2006art. 2, 3, 6, 7, 9 + tarieventabel

 

Provinciaal blad, 2005, 67

29/5.22/2005006600
27-12-199721-12-2004nieuwe regeling

17-12-1997

Provinciaal blad, 1997, 56

50/6.13/9712929

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1, Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder in behandeling nemen:

a.   indien met betrekking tot de gevraagde dienst advies moet worden ingewonnen van daartoe aangewezen bestuursorganen: de cluster van activiteiten die aanvangt met de schriftelijke bekendmaking dat de aanvraag is ontvangen en met het verzoek om advies is doorgezonden naar de aangewezen bestuursorganen;

b.   in alle andere gevallen: de cluster van activiteiten die aanvangt met de mondelinge of schriftelijke bekendmaking dat de aanvraag is ontvangen en in behandeling zal worden genomen.

Artikel 2, Belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven, als bedoeld in artikel 223, lid I, sub b, van de Provinciewet, ter zake van het door of vanwege de provincie verlenen van diensten, genoemd in deze verordening en de daarbijbehorende tarieventabel.

Artikel 2a, Heffing en invordering

1.   De heffingsambtenaar is de provincieambtenaar die is belast met de heffing van belasting op grond van deze verordening. De invorderingsambtenaar is de provincieambtenaar die is belast met de invordering op grond van deze verordening.

2.   De Verordening rechtsbescherming is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van en klachten over gedragingen van of toe te rekenen aan de in het eerste lid genoemde ambtenaren.

Artikel 3, Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd.

Artikel 4, Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a.   diensten of stukken die ingevolge enig wettelijk voorschrift kosteloos moeten worden verstrekt of afgegeven;

b.   diensten en stukken aangevraagd in het openbaar belang door of vanwege openbare besturen, alsmede door instellingen en organen werkzaam ten algemenen nutte en door publiciteitsorganen, met dien verstande dat dit slechts geldt voor stukken als bedoeld in rubriek A van de tarieventabel en dat aan de aanvrager niet meer dan 1 exemplaar van hetzelfde stuk wordt afgegeven. De besluiten van gedeputeerde staten of de Commissaris van de Koningin, waarbij vergunning, machtiging of ontheffing wordt verleend tot het verrichten van handelingen of het oprichten en maken van werken, waarvoor krachtens wet of wettige verordening vergunning, machtiging of ontheffing vereist is, worden hiervan uitgezonderd;

c.   1 abonnement op het Provinciaal blad van de gemeente- en waterschapsbesturen in de provincie Drenthe;

d.   stukken houdende geheel afwijzende besluiten op ingediende verzoekschriften;

e.   stukken houdende een besluit omtrent verlening van een provinciale subsidie;

f.    diensten of stukken aangevraagd door of ten behoeve van partijen in een beroepsprocedure tot telkens:

1.   1 afschrift van de ter inzage liggende stukken, tenzij de stukken of afschriften daarvan reeds in het bezit van betrokken partijen zijn;

2.   1 exemplaar van de beslissing op het beroep;

g.   afgifte op hun verzoek aan de in de provincie Drenthe gevestigde of werkzaam zijnde politieke groeperingen die, na de laatstgehouden statenverkiezing in de provincie Drenthe, zijn vertegenwoordigd in provinciale staten, van ten hoogste 5 exemplaren van de gedrukte stukken die zijn bestemd om in de openbare vergaderingen van provinciale staten te worden behandeld en van de verslagen van die vergaderingen, alsmede voor de afgifte van ten hoogste van de stukken die zijn bestemd om in de openbare vergaderingen van commissies uit provinciale staten te worden behandeld en van de verslagen van die vergaderingen.

Artikel 5, Tarieventabel

1.   De leges worden geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.   Gedeputeerde staten passen jaarlijks de tarieventabel aan op basis van het Consument Prijs-indexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

3.   Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6, Wijze van heffing

De leges worden geheven door een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7, Tijdstip van betaling

1.   Bij een verzoek om toezending van stukken als bedoeld in de tarieventabel onder rubriek A ontvangt de aanvrager een gedagtekende nota, die moet worden voldaan alvorens de desbetreffende stukken worden toegezonden.

2.   Bij een verzoek om afgifte van stukken als bedoeld in de tarieventabel onder

rubriek A moeten de leges terstond door de aanvrager worden betaald aan de hand van een gedagtekende nota.

3.   Bij de indiening van een aanvraag als bedoeld in de tarieventabel onder rubriek B ontvangt de aanvrager binnen 2 weken een gedagtekende nota waarin het verschuldigde bedrag staat vermeld, die binnen 4 weken na verzending moet worden voldaan.

4.   Indien het verschuldigde bedrag als bedoeld in het derde lid niet direct definitief kan worden vastgesteld, wordt een voorlopige vordering opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering zal worden vastgesteld. Het voorlopig gevorderde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.

Artikel 8, Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9, Teruggaaf

1.   Aan de belastingplichtige wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 229 van de Provinciewet (Staatsblad 1997, nummer 189) een teruggaaf van de verschuldigde leges verleend ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst:

a.   van 85% indien een aanvraag om vergunning of ontheffing, waaromtrent advies is ingewonnen van daartoe aangewezen organen, niet zal worden behandeld;

b.   van 50% indien de weigering van de aangevraagde vergunning of ontheffing onherroepelijk is geworden;

c.   van 75% indien de aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing wordt ingetrokken voordat de gevraagde beschikking is gegeven.

2.   Bij het onherroepelijk worden van een gedeeltelijke weigering van een aangevraagde vergunning of ontheffing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt op aanvraag teruggaaf van een evenredig gedeelte van de verschuldigde leges verleend tot een maximum van 80% van de verschuldigde leges.

3.   In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden wordt geen teruggaaf verleend, indien de verschuldigde leges minder bedragen dan € 56,--.

Artikel 10, Verdaging bezwaarschriften

Gedeputeerde staten zijn bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op een bezwaarschrift tot ten hoogste 1 jaar.

Artikel 11, Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Staatsblad 1959, nummer 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990 (Staatsblad nummer 221) gelden jegens de door gedeputeerde staten aangewezen ambtenaren van de provinciale belastingen.

Artikel 12, Toepasselijkheid renteregels Invorderingswet 1990

1.   Het bepaalde in hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de leges.

2.   De ministeriële regeling genoemd in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 45,-- niet te boven gaat.

Artikel 13, Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Legesverordening provincie Drenthe 1998.

Artikel 14, Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

1.   De Legesverordening provincie Drenthe 1996 van 17 april 1996, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 juni 1996, nummer 96.003100, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.   De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3.   De datum van ingang van de heffing is de eerste dag van de maand volgende op de datum van inwerkingtreding van de verordening.

RUBRIEK A, DRUKWERK EN DERGELIJKE
1.a. een jaarabonnement op de stukken, bestemd om in de openbare vergaderingen van provinciale staten te worden behandeld, met uitzondering van de stukken genoemd onder 4.a en 4.b 186,40
1.b. een jaarabonnement op de stukken, bestemd om in de openbare vergaderingen van de commissies uit provinciale staten te worden behandeld, met uitzondering van de stukken genoemd onder 4.a en 4.c, per commissie 99,60
1.c. een afzonderlijk exemplaar van de stukken bedoeld onder 1.a en 1.b  Per bladzijde met een minimum van 0,17 2,65
1.d.kopieën, uittreksels en samenvattingen op verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur per kopie met een minimum van0,17 2,65
1.e.het doen van nasporingen in het provinciaal archief door of met behulp van een ambtenaar van de provincie, in het persoonlijk belang van de aanvrager, per kwartier of gedeelte daarvan13,50
     
2.a. een jaarabonnement op de verslagen van vergaderingen van provinciale staten23,55
2.b.een jaarabonnement op de verslagen van vergaderingen van commissies uit provinciale staten, per commissie15,45
2.c.een afzonderlijk exemplaar van de stukken bedoeld onder 2.a en 2.b, per bladzijde met een minimum van0,17           2,65
     
3.a. een jaarabonnement op het Provinciaal blad 28,30
3.b. een afzonderlijk exemplaar van het Provinciaal blad, per bladzijde met een minimum van 0,17 2,65
     
4.a. een exemplaar van de provinciale begroting, met bijbehorende stukken 18,95
4.b een exemplaar van de provinciale rekening, met bijbehorende stukken 18,95
     
Onder jaarabonnement wordt in deze rubriek verstaan een abonnement gedurende een kalenderjaar.  
RUBRIEK B, BIJZONDERE DIENSTEN
     
1. een beschikking op verzoekschriften aan provinciale staten, gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koningin, voor zover die beschikking niet valt onder een van de volgende nummers van deze rubriek 13,45
     
2.a een ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid,onder b, van de Wegenverkeerswet52,55
2.b een ontheffing als bedoeld in artikel 149, eerste lid,onder b, van de Wegenverkeerswet, alsmede artikel 7.1 van het Voertuigreglement en artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens52,55
     
3.een toestemming als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement52,55
     
4. een legalisatie van een handtekening 2,65
     
5.a.Een beschikking, waarbij vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet, Staatsblad 1965, nummer 509:  
 1. voor ontgrondingen waarbij bodemspecie wordt verkregen 271,00
 verhoogd met een bedrag dat als volgt wordt berekend:  
 - voor de eerste 50.000 m³, per 100 m³ 10,82
 - voor de volgende 50.000 m³, per 100 m³ 8,12
 - voor de volgende 100.000 m³, per 100 m³ 5,38
 - voor de volgende 300.000 m³, per 100 m³ 2,70
 - voor de volgende 500.000 m³, per 100 m³ 1,62
 - voor de resterende hoeveelheid, per 1.000 m³ 8,12
 zulks op basis van de in profiel berekende hoeveelheid te verkrijgen bodemspecie, naar boven afgerond op 100 m³ respectievelijk 1.000 m³, met een minimum per hectare (naar boven afgerond op hele hectares) van de oppervlakte van het terrein waarvoor de vergunning is verleend van 162,60
 2. voor andere ontgrondingen, per hectare van de oppervlakte (naar boven afgerond op hele hectares) van het terrein waarvoor de vergun­ning is verleend 54,15
 Onder de ontgrondingen bedoeld in a.2 worden mede begrepen ontgrondingen bestaande uit egalisatie van gronden gebezigd voor de uitoefening van land-, tuin- of bosbouw, waarbij maximaal 500 m³ bodemspecie wordt verkregen en aangewend voor eigen gebruik door het bedrijf waartoe die gronden behoren.  
5.b. een beschikking tot wijziging van een vergunning als bedoeld onder a:  
 1. indien de wijziging betrekking heeft op vergroting van het te ontgronden terrein of van de hoeveelheid te verkrijgen bodemspecie: het onder a omschreven tarief, voor zover het de vergroting betreft  
 2. indien de wijziging betrekking heeft op verlenging van de tijdsduur waarbinnen van de vergunning gebruikgemaakt mag worden 271,00
 3. voor andere wijzigingen (waaronder begrepen het zonder inhoude-lijke verandering van de vergunning aanpassen van de tenaamstelling) 162,60
 Indien wijzigingen als bedoeld in b.2 en b.3 betrekking hebben op een ontgronding als bedoeld in a.2, wordt het in a.2 vermelde tarief toegepast voor het geval dit tot een lager bedrag leidt dan toepassing van het tarief vermeld in b.2, respectievelijk b.3.  
     
6. a. een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet ambulancevervoer, Staatsblad 1971, nummer 369 642,15
 b. een besluit van gedeputeerde staten voortvloeiende uit de onder a genoemde vergunning 63,95
     
7. a. een ontheffing ingevolge artikel 12.11 van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe 200594,85
 b. als sub a, indien de ontheffing wordt gevraagd voor de oprichting of wijziging van een verkooppunt voor motorbrandstoffen 1.084,25
 c. als sub a, indien de geldigheidsduur van de ontheffing voor de landwegen maximaal 8 dagen en voor de waterwegen maximaal 1 dag bedraagt, tenzij dit stremming van de scheepvaart of regeling en/of begeleiding van het scheepvaartverkeer door provinciaal personeel met zich brengt 27,05
     
8.A. een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Grond­waterwet, Staatsblad 1981, nummer 392, bij een hoeveelheid te onttrekken water, af te ronden naar boven op een veelvoud van 1.000 m³  
 - per 1.000 m³4,10
 - met een aanvangstarief van minimaal102,00
8.B.een wijziging van een vergunning als onder 8.A, waarbij de maximaal te onttrekken hoeveelheden niet worden gewijzigd, 75% van het onder 8.A berekende bedrag aan leges  
     
9.een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet    720,00
Voorts wordt in rekening gebracht een bedrag ter hoogte van de door de provincie te maken kosten van publicatie. De aanvrager wordt bij de ontvangstbevestiging van de aanvraag geïnformeerd over de hoogte van de door hem ter zake te betalen kosten. Voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de publicatiekosten aan de aanvrager ter kennis zijn gebracht. Indien de werkelijke publicatiekosten minder bedragen, wordt het lagere bedrag in rekening gebracht.