Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels prostitutiebeleid |
Citeertitel | Nadere regels prostitutiebeleid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Leudal, art. 3.3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2009 | Nieuwe regeling | 28-04-2009 Streekbode 13 mei 2009 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van Leudal
Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersveiligheid of -veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e), geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;
Gelet op de vaststelling van een nieuwe (omgenummerde) Algemene plaatselijke verordening;
Gelet op het bepaalde in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Leudal;
Vast te stellen de volgende “Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV”
De werkruimten van een prostitutiebedrijf moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué(e), hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig zijn verlicht.
De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid.
De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een technische hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne-inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt wat wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.
De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico’s van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.
De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van “veilige sekstechnieken” en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden.
De exploitant van een prostitutiebedrijf en escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.
De exploitant mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn inrichting toelaten.
Indien in enig geval de toepassing van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 13 naar het oordeel van het bevoegd bestuursorgaan vanwege bijzondere omstandigheden kennelijk onredelijk is, kan ontheffing van één of meer bepalingen worden verleend, indien de exploitant de bijzondere omstandigheden heeft aangetoond.