Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening 2011 |
Citeertitel | Erfgoedverordening 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Erfgoedverordening 2010
Gemeentewet, artikel 149 ; Monumentenwet, artikel 15 en artikel 38; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1 en artikel 2.2
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-03-2011 | 01-12-2012 | Nieuwe regeling | 22-02-2011 Gemeenteblad 2011, C. no. 18 | Volgno. 21-2011 |
Deze verordening verstaat onder:
Welstands- en Monumentencommissie: de op basis van art.15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deze verordening en het monumentenbeleid (inclusief het Maastrichts Planologisch Erfgoedregime en de mede hierop gebaseerde bestemmingsplannen);
Hoofdstuk II. Gemeentelijke monumenten
Artikel 2. Aanduiding in bestemmingsplan
Als gemeentelijk monument wordt aangemerkt een zaak en/of terrein als bedoeld in artikel 1 sub a van deze verordening die en/of dat in een vigerend bestemmingsplan en de daarbij behorende planverbeelding is bestemd tot “Maastrichts Erfgoed” met daarbij de nadere aanduiding:
Hoofdstuk IV. Instandhouding van archeologische vindplaatsen
Artikel 6. Instandhoudingsbepaling
- het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, of;
- de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, of;
- in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
c. het college van burgemeester en wethouders nadere regels stelt, gericht op archeologische monumentenzorg, met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden die leiden tot een verstoring van de bodem als bedoeld in lid 1.
Hoofdstuk V. Overige bepalingen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze verordening (uitvoeringsrichtlijnen).