Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Landschapsverordening |
Citeertitel | Landschapsverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artt.147, 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2012 | 01-01-1994 | 18-02-2021 | Onbekend | 16-12-1993 gemeenteberichten 28 december 2011 | Onbekend |
Opslagplaatsen en ontsierende voorwerpen
Het in het eerste lid gestelde verbod is met van toepassing op:
opslag- of verzamelplaatsen van afbraak, puin en andere oude bouwmaterialen op een onroerende zaak, waarop of waaraan onderhouds-, herstel-, bouw- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd, mits deze materialen voor de uitvoering van de genoemde werkzaamheden aan bouwwerken nodig zijn, of van het bouwwerk waaraan de werkzaamheden worden verricht, afkomstig zijn, en de opslag- of verzamelplaats met langer wordt gebruikt dan voor de uitvoering van genoemde werkzaamheden strikt noodzakelijk is.
Het is de eigenaar of gebruiker van enige onroerende zaak verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op deze zaak, anders dan binnenshuis, niet onder het verbod gesteld in artikel 1 vallende voer-, vaar- en werktuigen en onderdelen daarvan kennelijk ten verkoop in voorraad te hebben of met het oog op die verkoop ten toon te stellen, dan wel toe te laten dat de onroerende zaak daarvoor wordt gebezigd.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod gesteld in artikel 1 indien naar hun oordeel de in dat artikel genoemde zaken of de geheel of gedeeltelijk daaromheen of daarlangs aangebrachte afscheidingen of afschermingen geen ontoelaatbare schade toebrengen aan de schoonheid van het dorpsbeeld of van het landschap.
Onder schade in dit artikel bedoeld wordt mede begrepen de schade aan de schoonheid van het dorpsbeeld of van het landschap, die is ontstaan of waarvan het ontstaan redelijkerwijs te verwachten is tengevolge van verontreiniging van de bodem die verband houdt met de aanwezigheid van de in artikel 1 genoemde zaken.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, slechts weigeren, indien naar hun oordeel de in dat artikel genoemde zaken of de geheel of gedeeltelijk daaromheen of daarlangs aangebrachte afscheidingen of afschermingen ontoelaatbare schade toebrengen aan de schoonheid van het dorpsbeeld of van het landschap.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien zulks naar hun oordeel in het belang van de schoonheid van het dorpsbeeld of van het landschap nodig is, de eigenaar of gebruiker van een onroerende zaak bij aanschrijving gelasten binnen een daarbij te stellen termijn:
ten aanzien van op het goed aanwezige stort-, berg- bewaar-, opslag- of verzamelplaatsen, uitstallingen daaronder begrepen, waarop geen verbodsbepalingen van deze verordening, Afvalstoffenwet, Wet milieubeheer of Kampeerwet van toepassing is, de bij de aanschrijving aangegeven voorzieningen te treffen;
Opschriften; aankondigingen en afbeeldingen
Het is de eigenaar of gebruiker van enige onroerende zaak verboden op of aan deze zaak dan wel achter de vensters daarvan, al dan niet door middel van een roerende zaak, op enigerlei wijze zichtbaar vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater of een andere openbare toegankelijke plaats, spoorwegen daaronder begrepen, opschriften, aankondigingen of afbeeldingen te hebben of de aanwezigheid daarvan toe te laten.
Het verbod gesteld in artikel 7 is niet van toepassing op:
opschriften en aankondigingen, welke zijn aangebracht ter voldoening aan enig wettelijk voorschrift, mits de in dit voorschrift genoemde maten niet worden overschreden; worden geen maximummaten vermeld, dan zal de oppervlakte ten hoogste 0,50 m2 en de grootste afmeting ten hoogste 1 m. mogen bedragen;
Indien een verkoopgelegenheid van motorbrandstof of een opschrift, aankondiging of afbeelding als bedoeld in artikel 8, in zodanige staat verkeert, dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders daardoor de schoonheid van het dorpsbeeld of van het landschap wordt geschaad, kunnen zij de eigenaar of gebruiker van de verkoopgelegenheid of van de onroerende zaak, waarop of waaraan het opschrift, de aankondiging of de afbeelding aanwezig is, bij aanschrijving gelasten in deze staat binnen een daarbij te stellen termijn en op de daarbij aangegeven wijze verbetering te brengen. Degene, tot wie de aanschrijving is gericht, is verplicht aan de lastgeving te voldoen, tenzij hij de gewraakte voorwerpen binnen de in de aanschrijving genoemde termijn heeft verwijderd.
Overtreding van de verbodsbepalingen van deze verordening, waaronder begrepen het niet binnen de daarbij gestelde termijn voldoen aan een lastgeving als bedoeld in de artikelen 6 en 10 en niet-naleving van één of meer aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Indien burgemeester en wethouders een vergunning als bedoeld in artikel 2 voor het handhaven op een onroerende zaak van in dat artikel genoemde zaken, die reeds ten tijde van het inwerkingtreden van deze verordening daarop aanwezig waren, weigeren en de aanvrager van de vergunning dientengevolge schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze is verzekerd, kennen burgemeester en wethouders hem een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming in de schade toe.