Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lisse

Regeling Personeelsbeoordeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLisse
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Personeelsbeoordeling
CiteertitelRegeling Personeelsbeoordeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-2011Onbekend

14-03-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Personeelsbeoordeling

 

 

Regeling Personeelsbeoordeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    College:Het college van burgemeester en wethouders.

  • b

    Medewerker:De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

  • c

    Beoordelaar:De hiërarchisch leidinggevende, die verantwoordelijk is voor het dagelijks functioneren van de medewerker.

  • d

    Informant:Een medewerker die volgens de beoordelaar en de medewerker voldoende inzicht heeft in het functioneren van de medewerker om een objectief oordeel te geven.

  • e

    Beoordelingsadviseur:De personeelsconsulenten/ personeelsadviseurs die behulpzaam zijn bij een juiste hantering van deze regeling. Zij hebben de taak leidinggevende(n) en medewerker(s) bij te staan en het geven van gevraagd en ongevraagd advies over het opmaken van het beoordelingsverslag en het voeren van het beoordelingsgesprek.

  • f

    Functie:De werkzaamheden vanuit de taken, volgens de vastgestelde functiebeschrijving van de medewerker.

  • g

    Beoordelingsgesprek:Het gesprek waarin de beoordelaar de beoordeling bespreekt met de beoordeelde.

Artikel 2 Doel beoordeling en beoordelingsgesprek

Er is sprake van zowel organisatiedoeleinden als individuele doeleinden. De organisatiedoeleinden gaan over het personeelsbeheer en het bepalen van rechtspositionele besluiten.Het krijgen van een rechtvaardige beloning en werkzaamheden of een werksituatie dat tegemoet komt aan de capaciteiten van de medewerker, is zowel individueel als organisatie belang.

Artikel 3 Beoordeling

Lid 1

De beoordeling van een medewerker gaat over de wijze waarop de medewerker zijn functie of taken heeft vervuld gedurende het beoordelingstijdvak.

Lid 2

Bij de beoordeling worden de prestatie-indicatoren en competenties uit de functiebeschrijving van de medewerker gebruikt. De beoordelaar oordeelt over de kwaliteit van het functioneren van de medewerker, waarbij hij/zij de in- en externe factoren die op het functioneren van de medewerker van invloed zijn, meeweegt.

Lid 3

Wanneer geen beoordeling heeft plaatsgevonden, wordt het functioneren van de medewerker gelijkgesteld aan functioneren “volgens de gestelde eisen”.

Lid 4

De beoordeling van de gemeentesecretaris gebeurt door het college.

Artikel 4 Beoordelingstijdvak

Lid 1

De beoordeling vindt 1 keer per 2 jaar plaats. De periode waarover de beoordeling wordt opgemaakt omvat minimaal 4 maanden.

Lid 2

Het beoordelingstijdvak begint op de datum waarop de medewerker is geplaatst in de (nieuwe) functie, of op de datum waarop de laatste beoordeling heeft plaatsgevonden. Hierbij wordt rekening gehouden met het gestelde in lid 1, van dit artikel.

Artikel 5 Wanneer en waarvoor een beoordeling

Lid 1

Een beoordelingsgesprek is noodzakelijk voor het nemen van besluiten over:

  • a

    een aanstelling in vaste dienst;

  • b

    een verlenging van het tijdelijk dienstverband;

  • c

    de bevordering van aanloopschaal naar functieschaal;

  • d

    toekenning extra periodiek of onthouding van een periodiek, zoals bepaald in de bezoldigingsregeling;

  • e

    een toekenning van een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de UWO;

  • f

    een definitieve plaatsing in een andere functie.

Lid 2

Indien er naar mening van de beoordelaar reden is voor een frequentere beoordeling kan van de onder artikel 4, lid 1 genoemde situaties worden afgeweken. Ook op verzoek van de medewerker wordt een beoordelingsgesprek gehouden.

Artikel 6 Verantwoordelijkheid

Lid 1

De beoordeling vindt plaats door en onder verantwoordelijkheid van de beoordelaar.

Lid 2

De beoordelaar kan zich laten adviseren door een informant, als volgens hem de kwaliteit van de beoordeling of het beoordelingsgesprek daardoor verbetert.

Lid 3

Op verzoek van de beoordelaar of van de medewerker kan de beoordelingsadviseur betrokken worden bij de beoordeling.

Artikel 7 Het beoordelingsgesprek

Lid 1

De beoordeelde ontvangt minimaal twee dagen voor het beoordelingsgesprek het beoordelingsverslag. Tijdens het beoordelingsgesprek bespreekt de beoordelaar het beoordelingsverslag met de beoordeelde en licht de beoordeling toe.

Lid 2

De beoordeelde kan in het beoordelingsgesprek zijn zienswijze kenbaar maken.

Lid 3

Naar aanleiding van de zienswijze van de beoordeelde kan de beoordelaar de beoordelingsuitkomst wijzigen.

Artikel 8 Beoordelingsverslag

Lid 1

Bij deze regeling behoort een beoordelingsverslag, waarvan een uitgewerkt voorbeeld als bijlage in de regeling is opgenomen.

Lid 2

De medewerker tekent voor gezien. De beoordelaar is eindverantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het beoordelingsverslag.

Lid 3

De beoordelingsadviseur legt het beoordelingsverslag zo spoedig mogelijk ter vaststelling voor aan het college. Het college kan mandaat verlenen.

Lid 4

De beoordelingsadviseur zorgt ervoor dat binnen 30 dagen na vaststelling een kopie van het beoordelingsverslag aan de beoordeelde wordt verstrekt.

Lid 5

De beoordelingsadviseur zorgt ervoor dat het beoordelingsverslag wordt opgenomen in het persoonsdossier van de beoordeelde.

Lid 6

Het beoordelingsverslag heeft een vertrouwelijk karakter. Alleen de leden van het college, de gemeentesecretaris, de betrokken leidinggevende(n) en de beoordelingsadviseurs mogen het beoordelingsverslag inzien.

Artikel 9 Bezwarenprocedure

Lid 1

De medewerker die bezwaar heeft tegen een vastgestelde, over hem/haar uitgebracht beoordelingsverslag, kan binnen zes weken schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college.

Lid 2

Het college legt het bezwaar om advies voor aan de bezwarencommissie. Deze commissie bestaat uit:

  • a

    een lid, aangewezen door het college;

  • b

    een lid, aangewezen door de Ondernemingsraad;

  • c

    een derde persoon, aangewezen door de beide eerste leden, die tevens voorzitter is.

Medewerkers in dienst van de gemeente Lisse, de burgemeester, wethouders, raadsleden en leden en adviseurs van de commissie voor Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad mogen geen lid zijn van de bezwarencommissie.

Lid 3

De beoordelingsadviseur kan niet optreden als secretaris van de bezwarencommissie. De gemeentesecretaris wijst een andere, in- of externe, secretaris zonder stemrecht aan.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Slotbepaling

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Personeelsbeoordeling Lisse 2007”

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2007.

Regeling Personeelsbeoordeling

Inhoud

In dit gesprek bespreekt de leidinggevende jouw beoordeling met je. Het beoordelingsgesprek heeft een eenzijdig karakter. Dit betekent dat de leidinggevende een toelichting geeft op de wijze waarop jij gefunctioneerd hebt in een bepaalde periode. In de regeling is opgenomen het doel van de beoordeling, het beoordelingstijdvak, de werkwijze en de bezwaarprocedure.

Doel

Het beoordelingsgesprek dient zowel organisatie- als individuele doeleinden. Zo zijn een rechtvaardige beloning en een werksituatie die het beste uit jou halen zowel voor jou als de gemeente van belang.

Beoordelingstijdvak

Minimaal eens in de twee jaar vindt er een beoordelingsgesprek plaats. De periode waarop de beoordeling betrekking heeft, omvat minimaal 4 maanden. Het beoordelingstijdvak begint op de datum waarop je geplaatst bent in de (nieuwe) functie, of op de datum waarop de laatste beoordeling heeft plaatsgevonden. Uiteraard mag je, als je dit wenst, zelf tussentijds een beoordelingsgesprek aanvragen.

Werkwijze

Om te komen tot een beoordeling gebruikt de leidinggevende de prestatie-indicatoren en competenties van je functiebeschrijving. Jouw leidinggevende heeft de mogelijkheid om zich te laten adviseren door een medewerker (in de rol van informant) als hij/zij verwacht dat hierdoor de kwaliteit van de beoordeling verbetert. Minimaal twee dagen voordat het beoordelingsgesprek plaatsvindt, ontvang je het beoordelingsverslag. Je krijgt op deze manier de mogelijkheid om je voor te bereiden op het gesprek. Tijdens het gesprek bespreekt de leidinggevende het beoordelingsverslag met je. Op verzoek van jou of van je leidinggevende kan een personeelsadviseur (in de rol van beoordelingsadviseur) betrokken worden bij de beoordeling. In het beoordelingsgesprek krijg je uiteraard de gelegenheid om ook jouw zienswijze kenbaar te maken. Naar aanleiding van die zienswijze heeft de leidinggevende nog de mogelijkheid om de beoordelingsuitkomst te wijzigen. Het definitieve beoordelingsverslag wordt vastgesteld door het college. Jij ontvangt van het vastgestelde verslag een kopie.

Bezwaarprocedure

Als je het niet eens bent met het vastgestelde beoordelingsverslag heb je de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen bij het college.

Meer informatie over deze regeling kun je vinden in de Regeling Personeelsbeoordeling Gemeente Lisse 2007.