Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels kosten maatschappelijke participatie |
Citeertitel | Beleidsregels kosten maatschappelijke participatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
N.V.T.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2007 | Intrekking | 31-01-2006 De Leije, 15-02-2006 | B&W voorstel 31-01-2006 |
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
huishouden: de alleenstaande, die zelfstandig een huishouden voert waaronder begrepen de alleenstaande wonend in een gezinsvervangend tehuis, de alleenstaande ouder met een of meer ten laste komende kinderen ex artikel 4 WWB, die zelfstandig een huishouden voert, de in gezinsverband levende gehuwden of daarmee ex artikel 3 WWB gelijkgestelden, al dan niet met kinderen.
De regeling beoogt de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van maatschappelijke activiteiten te bieden aan personen die afhankelijk zijn van een inkomen op bijstandsniveau en die niet beschikken over vermogen boven de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB
Deze bijdrageregeling is uitsluitend van toepassing op personen, ouder dan 18 jaar, die in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Haaren zijn ingeschreven, tenzij zij verblijven in een AWBZ-instelling, dan wel een opleiding volgen conform Hoofdstuk II van de Wet op de Studiefinanciering en Hoofdstuk II van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Toelichting 1 BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND VOOR KOSTEN VAN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN BEPALINGENHet college van burgemeester en wethouders acht deelname aan maatschappelijk verkeer voor al haar inwoners noodzakelijk. De kosten voor deelname aan maatschappelijke activiteiten vallen daarmee onder de werking van de bijzondere bijstand. Daardoor kan aan inwoners die een minimuminkomen hebben bijzondere bijstand worden verstrekt voor dergelijke kosten. In de beleidsregels worden nadere voorwaarden beschreven alsmede de aard van de kosten die onder maatschappelijke activiteiten wordt verstaan. De bijdrage per persoon is aan een maximum gebonden. Jaarlijks wordt het maximumbedrag vastgesteld door burgemeester en wethouders.Artikel 1 definitiesDe begrippen die in de beleidsregels worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB. Omdat uit de beleidsregels moet blijken waar belanghebbenden recht op hebben zijn de begripsomschrijvingen uit de wet hierin opgenomen. Bijdrage: de hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en wethoudersAanvrager: alleen personen die in Haaren staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie en ouder zijn dan 18 jaar kunnen een bijdrage aanvragenMinimuminkomen: uitgangspunt is dat mensen met een minimuminkomen een bijdrage kunnen aanvragen voor de kosten van deelname aan maatschappelijke activiteiten. Het minimuminkomen en de daarmee samenhangende bijdrage wordt berekend conform de draagkrachtrichtlijnen gemeente HaarenHuishouden: dit begrip wordt gehanteerd om de omvang van het gezin van de aanvrager vast te stellen alsmede indirect de maximaal toe te kennen bijdrage te berekenen conform de draagkrachtrichtlijnen gemeente Haaren. Peilmaand: Bij het berekenen van de draagkracht op jaarbasis wordt uitgegaan van de inkomstengegevens per huishouden zoals die zijn in de maand januari van ieder kalenderjaar.Artikel 2 DoelHet college van Burgemeester en wethouders wil maatschappelijke participatie bevorderen en acht het noodzakelijk dat deelname aan maatschappelijke activiteiten bereikbaar is voor alle inwoners. Daarom stelt zij een bijdrage ter beschikking aan de inwoners die over onvoldoende draagkracht beschikken om deze kosten te betalen.Artikel 3 DoelgroepIn dit artikel worden een aantal doelgroepen uitgezonderd van het recht op een bijdrage. Uitgezonderd worden personen die verblijven in een AWBZ-instelling. Voor hun deelname aan het maatschappelijk verkeer zijn zij voor het grootste gedeelte aangewezen op de instelling waar zij verblijven. Bovendien voeren zij geen zelfstandige huishouding.De groep studerenden worden geacht een inkomen te hebben wat voldoende is om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Daarnaast worden studenten bij hun deelname aan maatschappelijk verkeer al vaak met kortingen tegemoet gekomen.Artikel 4 AanvraagIn dit artikel is geregeld dat de aanvraag schriftelijk moet worden ingediend via een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier. Daarnaast is in dit artikel een termijn gesteld aan de periode waarover men kan declareren.Artikel 5 Voorwaarden
Een van de voorwaarden die verbonden is aan het recht op bijstand is, dat de bijstand wordt aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Daarom wordt de verplichting opgelegd om aan te tonen dat de bijdrage is besteed aan de activiteit waarvoor de bijstand werd toegekend. Dat kan inhouden een bewijs van betaling, een lidmaatschapskaart, een toegangskaartje, een treinkaart of dergelijke.
Artikel 6 Hoogte van de bijdrageDoor prijsstijgingen kan het noodzakelijk zijn om de hoogte van de bijdrage regelmatig opnieuw te beoordelen. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld door Burgemeester en wethouders. In het tweede lid is geregeld dat de bijdrage overdraagbaar is aan een ander lid van het huishouden. Ter verduidelijking: indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, dan kan een lid van het huishouden geheel of gedeeltelijk afzien van zijn of haar bijdrage en dat overdragen aan een ander lid van het huishouden om de gedeclareerde kosten van dat lid te dekken. De bijdrage mag niet worden overgedragen aan personen die zijn uitgezonderd op grond van artikel 3 van deze beleidsregels.Artikel 7 Kosten deelname aan maatschappelijke activiteitenIn dit artikel staan -limitatief- de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage. Kosten kunnen uitsluitend worden vergoed voor activiteiten die in Nederland plaatsvinden (in verband met territorialiteitsbeginsel). Er is geen limiet meer voor het aantal keren dat men mag deelnemen aan activiteiten.
Met samenhangende kosten worden kosten bedoeld die men moet maken om het lidmaatschap werkelijk uit te oefenen, bijvoorbeeld speciale sportkleding, zoals judopak of voetbalshirt en schoenen. Indien geen speciale kleding noodzakelijk is kan geen vergoeding worden gegeven. Omdat er vanuit wordt gegaan dat men de vereniging kiest die in of dichtbij de woonplaats is, worden hiervoor geen reiskosten vergoed.
Het volgen van beroepsgerichte cursussen worden niet vergoed op basis van de regeling maatschappelijke activiteiten. Indien er een noodzaak is voor het volgen van een beroepsgerichte cursus kan immers een beroep worden gedaan op het Werkdeel. Dit geldt zowel voor niet-uitkeringsgerechtigden als voor bijstandscliënten. Daarom kan alleen een vergoeding worden verstrekt voor niet beroepsgerichte cursussen, waaronder hobby-cursussen.
Voor de bezoeken aan activiteiten kunnen ook reiskosten worden vergoed mits de reisafstand meer is dan 10 kilometer van de woonplaats. Voor vergoeding komen in aanmerking de reiskosten per openbaar vervoer (na het overleggen van de vervoerbewijzen) of een kilometervergoeding voor gebruik eigen auto conform normbedragen Werkboek Tilburg. Uitgegaan moet worden van de goedkoopste adequate voorziening.
Bezoek aan peuterspeelzaal wordt gestimuleerd om te bevorderen dat jonge kinderen met andere kinderen kunnen leren omgaan. In onze moderne samenleving waar veel ouders werkzaam zijn, zijn er weinig speelkameraadjes overdag thuis in de woonomgeving. Grote gezinnen zijn uitzonderlijk. Kinderen van wie een van de ouders niet werkt vinden daarom in hun woonomgeving weinig gelegenheid om met andere leeftijdsgenoten te spelen. Daarom is peuterspeelzaal opgenomen in de lijst. Dit geldt tot de datum waarop zij naar de Basisschool kunnen gaan. Vanaf die datum ontbreekt de noodzaak tot een bijdrage omdat er een voorliggende voorziening is.
Sholen stellen vaak een ouderbijdrage vast. Deze komt ten goede aan extra activiteiten zoals schoolreisje, educatief uitstapje, sportdagen of dergelijke. Voor zover de school geen regeling kent voor kwijtschelding en het kind wordt uitgesloten van de activiteit indien de ouderbijdrage niet wordt betaald, is bijzondere bijstand mogelijk.
Artikel 8 HardheidsclausuleDit artikel behoeft geen toelichting.Artikel 9 In werking tredenDit artikel behoeft geen toelichtingArtikel 10 CiteertitelDit artikel behoeft geen toelichting