Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Verordening op de heffing en invordering van leges 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2008
CiteertitelLegesverordening 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid eerste lid, aanhef en onderdeel b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201122-03-2012Wijziging/vernieuwen tarieventabel

16-12-2010

Berichten van de Brink 29 december 2010

16 december 2010

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING ENINVORDERING VAN LEGES 2008.

 

 

Hoofdstuk  

BELASTBAAR FEIT

ARTIKEL 1

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

BELASTINGPLICHT

 

ARTIKEL 2

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

VRIJSTELLINGEN

 

ARTIKEL 3

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen ter verkrijging van:

  • 1.

    attestaties de vita, strekkende tot betaling van lijfrente en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provincies, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;

  • 2.

    verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • 3.

    diensten waarvan de kosten krachtens grondexploitatie zijn of worden verhaald;

     

    d. een vergunning of ontheffing bedoeld in Hoofdstuk 12 van de tarieventabel voor de onderdelen: 12.2.6.1 (inzameling geld of goed), 12.2.1.1 (ventvergunning), 12.2.2.1 (standplaatsvergunning), 12.2.3.1 (snuffelmarkt), 12.2.4.1 (vertoning op de openbare weg), 13.17 (gebruik weg- weggedeelte), 12.2.5.1 (evenementenvergunning) voor non-profitorganisaties, waaronder begrepen serviceclubs, politieke partijen, verenigingen, kerkgenootschappen, maatschappelijke instellingen, die een liefdadig, sociaal-cultureel of maatschappelijk doel na- streven en die overwegend met vrijwilligers activiteiten organiseren overeenkomstig die doelstelling;

    e. een verklaring omtrent het gedrag bedoeld in Hoofdstuk 6, onderdeel 6.7.2 afgegeven niet in het bijzonder belang van de aanvrager, uitsluitend ten behoeve van vrijwilligerswerk.

BELASTINGJAAR

 

ARTIKEL 4

Voor zover de leges per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

TARIEVEN

ARTIKEL 5

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven.
  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

ARTIKEL 6

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

TERMIJNEN VAN BETALING

 

ARTIKEL 7

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

KWIJTSCHELDING

 

ARTIKEL 8

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

TERUGGAAF

ARTIKEL 9 Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarie ventabel opgenomen bepaling.

ONTSTAAN VAN DE BELASTINGPLICHT IN DE LOOP VAN HET BELASTINGJAAR

ARTIKEL 10

Indien voor de in de tarieventabel genoemde dienst een jaartarief wordt geheven, bedragen de verschuldigde leges, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, zoveel twaalfde gedeelte van het jaartarief als er in het belastingjaar na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

ABONNEMENTEN

ARTIKEL 11

De in de tarieventabel genoemde abonnementen worden op naam gesteld en zijn niet overdraagbaar. Restitutie van leges voor niet of niet ten volle gebruikte abonnementen wordt niet verleend.

NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

 

ARTIKEL 12

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

INWERKINGTREDING, OVERGANGSBEPALING EN CITEERTITEL

 

ARTIKEL 13

De Legesverordening 1999 van 18 februari 1999, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2008.

Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening 2008".

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2008.
ARTIKEL I

De tarieventabel wordt gelezen als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.1.1

een fotokopie van stukken, van elke gekopieerde zijde:

 

 

voor de eerste tien kopieën

nihil

 

voor elke volgende kopie

€ 0,15

1.1.2

een verordening, rapport, nota, oplage of gemeentelijk plan € 0,07 per bladzijde met een minimum van € 2,95 per verordening, nota enz.

 

1.1.3

kaarten en tekeningen, indien deze zijn vervaardigd door middel van een lichtdrukapparaat:

 

 

-formaat A 0 (841 x 1.189 mm)

" 10,65

 

-formaat A 1 (594 x 841 mm)

" 5,95

 

-formaat A 2 (420 x 594 mm)

" 4,20

 

-formaat A 3 (297 x 420 mm)

" 3,05

 

 

 

1.2.1

een voorontwerp-bestemmingsplan (categorie I)

" 2,95

1.2.2

een voorontwerp-bestemmingsplan (categorie II)

" 5,80

1.2.3

een ontwerpbestemmingsplan

" 23,50

1.2.4

een vastgesteld bestemmingsplan

" 23,50

1.2.5

een goedgekeurd bestemmingsplan

" 23,50

 

 

 

1.3

De in dit hoofdstuk genoemde tarieven zijn van toepassing voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Begroting.

2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van:

 

2.1.1

een programmabegroting

€ 23,50

Rekening.

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van:

 

2.2.1

een programmarekening

€ 23,50

2.2.2

een jaarrekening Grondbedrijf

" 23,50

Abonnementen Raadsstukken.

2.3

Het tarief bedraagt voor het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

 

a.

indien de stukken worden verzonden, op:

 

2.3.2

 

de raadsagenda's, de raadsvoorstellen en de conceptraadsbesluiten

" 93,90

2.3.3

 

de raadsagenda's

€ 7,95

 

b.

indien de stukken worden afgehaald, op:

 

2.3.6

 

de raadsagenda's, de raadsvoorstellen en de conceptraadsbesluiten

€ 66,60

2.3.7

 

de raadsagenda's

" 2,35

Hoofdstuk 3 Gemeentearchief

3.1

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het archief berustende stukken door een ambtenaar, per kwartier

€ 24,25

3.2

Het tarief bedraagt voor een fotokopie van stukken onder het beheer van de gemeentearchivaris

" 0,50

Hoofdstuk 4 Kadaster

4.1

Het tarief voor het raadplegen van kadastrale stukken, indien daarbij bijstand van een ambtenaar wordt verkregen, per kwartier

€ 24,25

4.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

4.1.2

gegevens uit de in 4.1 bedoelde stukken, per subject(nummer) € 6 vermeerderd met € 0,50 per object

 

4.1.3

kopieën van kadastrale kaarten, indien deze zijn vervaardigd door middel van een lichtdrukapparaat; het tarief genoemd in 1.1.3

 

4.1.4

de leges genoemd in 4.1.2 en 4.1.3 worden niet geheven, indien de gegevens nodig zijn voor het aanvragen van een bouwvergunning

 

Hoofdstuk 5 Burgerlijke Stand

5.1

Voor de voltrekking van een huwelijk, het bevestigen van een partnerschapsre-gistratie of de inschrijving in het samenlevingsregister bedraagt het tarief:

 

5.1.1

van maandag tot en met vrijdag

€ 322,05

5.1.2

op zaterdag

" 720,65

5.1.3

Voor de voltrekking van een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek I van het Burgerlijk Wetboek bedraagt het tarief

" 181,30

 

 

 

5.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

5.2.1

een trouw- of samenlevingsboekje

" 12,05

5.2.2

een duplicaat hiervan

" 15,10

5.2.3

een trouw- of samenlevingsboekje in leren omslag

" 24,20

5.2.4

een duplicaat hiervan

" 27,25

 

 

 

5.3

Het tarief voor het kalligraferen van een trouw- of samenlevingsboekje bedraagt

" 12,05

 

 

 

5.4

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke Stand, voor elk daaraan besteed kwartier € 24,25 vermeerderd met € 11,40 voor elke inlichting

 

Hoofdstuk 6 Basisadministratie persoonsgegevens

6.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 6.3 en 6.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd

 

 

 

 

6.2

Het tarief bedraagt:

 

6.2.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

 

6.2.2

per verstrekking

€ 11,40

 

 

 

6.3

Voor de toepassing van onderdeel 6.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

 

 

 

6.4

Het tarief bedraagt:

 

6.4.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

 

6.4.2

per verstrekking

" 11,40

 

 

 

6.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

" 24,25

 

 

 

6.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens aan afnemers en bijzondere derden als bedoeld in artikel 10 tweede lid, Besluit GBA, per verstrekking

" 2,27

Verklaringen e.d.

6.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

6.7.1

een gewaarmerkt afschrift van gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens

€ 11,40

6.7.2

een verklaring omtrent het gedrag

" 30,05

6.7.3

een attestatie de vita

" 11,40

6.7.4

een bewijs van Nederlanderschap

" 11,40

6.7.5

het legaliseren van handtekeningen of stukken, per geval

" 11,40

6.7.6

een verklaring in verband met het in- of uitklaren van goederen

" 11,40

Hoofdstuk 7 Reisdocumenten en rijbewijzen

Reisdocumenten.

7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

7.1.1

7.1.1.1

het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, indien de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

€ 52,10

" 78,15

7.1.2

7.1.2.1

het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld onder 7.1.1 (zakenpaspoort)

het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld onder 7.1.1 (zakenpaspoort), indien de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

" 58,20

" 87,30

7.1.3

7.1.3.1

het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort), indien de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

€ 52,10

" 78,15

7.1.4

het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld onder 7.1.1 tot en met 7.1.3.1, direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

" 8,95

7.1.5

het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.3

€ 21,50

7.1.6

het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument anders dan bedoeld in 7.1.5

" 5,75

7.1.7

7.1.7.1

7.1.7.2

7.1.7.3

het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK)

het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK) indien de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart bedoeld in 7.1.7.2 indien de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

" 43,85

" 65,75

" 9,20

" 31,10

7.1.8

de tarieven genoemd in de onderdelen 7.1.1 tot en met 7.1.3.1 alsmede in 7.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

" 45,00

7.1.9

het tarief genoemd in 7.1.8 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 7.1.1 tot en met 7.1.3.1 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 7.1.4 slechts één keer per reisdocument berekend

 

7.1.10

het tarief als genoemd in onderdeel 7.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

" 21,50

Rijbewijzen.

7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

7.2.1

7.2.1.1

7.2

7.2.2

het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs indien de aanvrager reeds

eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bij een spoedprocedure

het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bij een spoedprocedure

indien de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document niet kan

worden overgelegd

€ 38,40

" 55,80

" 72,40

" 89,80

7.2.3

het verkrijgen van een inlichting uit het Centraal Register Rijbewijzen

" 11,35

Hoofdstuk 9 Fysieke leefomgeving en omgevingsvergunning

9.1

Begripsbepalingen

 

9.1.1

Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1 eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

9.1.2

Onder Wabo wordt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verstaan.

 

9.1.3

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

9.1.4

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

OMGEVINGSVERGUNNING

9.2

Tarief omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking hiervan kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

9.3

Bouwactiviteiten en aanlegactiviteiten

9.3.1

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo of op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, indien de bouwkosten bedragen

 

 

-tot en met € 2.000:

€ 75,00

 

-meer dan € 2.000: € 75,00 verhoogd met € 7,75 voor elk bedrag van € 500 boven € 2.000 of een gedeelte daarvan.

 

9.3.2

Het tarief bedraagt voor een aanvraag voor een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, indien de aanvraag inhoudt een verzoek om een door of vanwege de gemeente geconstateerde overtreding te legaliseren 120% van het onder 9.3.1 berekende bedrag met een minimum van € 318,25.

 

9.3.3

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges in mindering gebracht op het bedrag dat is verschuldigd door toepassing van het tarief als vermeld in 9.3.1 of 9.3.2, met dien verstande dat de leges niet minder dan € 75 zullen bedragen. Dit vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat van een nieuw bouwplan sprake is.

 

9.3.4

Indien van een verleende vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo of voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo geen gebruik wordt gemaakt binnen zes maanden na verlening van de vergunning wordt teruggaaf van 40% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat de leges niet minder dan € 75 zullen bedragen. Teruggaaf wordt alleen verleend indien de vergunning binnen zes maanden na de verlening wordt ingetrokken.

 

9.3.5

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 9.3.1 tot en met onderdeel 9.3.3:

 

9.3.5.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1° van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

" 112,25

9.3.5.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

" 112,25

9.3.5.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking: buiten toepassing verklaren beheersverordening, projectbesluit):

" 1.223,20

9.3.5.4

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

" 112,25

9.3.5.5

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

" 1.223,20

9.3.5.6

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

" 112,25

9.3.5.7

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onderc, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 112,25

9.3.5.8

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

" 112,25

9.3.5.9

Indien een besluit op een aanvraag als bedoeld in onderdeel 9.3.5 voorzien dient te worden van een toelichting (ruimtelijke onderbouwing) wordt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag verhoogd met:

" 561,60

9.3.5.10

Indien voor een besluit op een aanvraag als bedoeld in onderdeel 9.3.5 het uitvoeren van een onderzoek door een extern bureau noodzakelijk is, worden de hieruit voortvloeiende kosten in rekening gebracht na een vooraf overgelegde begroting.

 

 

 

 

9.4

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

9.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verkrijgen van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 185,65

9.4.2

Indien de aanvraag de in onderdeel 9.4.5 genoemde bouwwerken of inrichtingen betreft, wordt het onder 9.4.1 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen

 

9.4.3

Indien de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van een eerder afgegeven vergunning en die vergunning betreft de in onderdeel 9.4.5 genoemde bouwwerken of inrichtingen, dan wordt het onder 9.4.1 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen. Voor bouwwerken of inrichtingen waarvan maximaal 50% bruto-vloeroppervlakte is gewijzigd, wordt het bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen vermenigvuldigd met het percentage van de gewijzigde bruto-vloeroppervlakte.

 

9.4.4

Indien de aanvraag betrekking heeft op een uitbreiding van een eerder afgegeven vergunning en die vergunning betreft de in onderdeel 9.4.5 genoemde bouwwerken of inrichtingen, dan wordt het onder 9.4.1 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen naar rato van de bruto-vloeroppervlakte van de uitbreiding.

 

9.4.5

Bouwwerken en inrichtingen

 

9.4.5.1

Bouwwerken met een bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidszorgfunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, woonfunctie en onderwijsfunctie met een bruto-vloeropper-vlakte:

-tot 100 m2

-van 100 tot 500 m2, € 1,17 per m2

-van 500 tot 2.000 m2, € 356,80 vermeerderd met € 0,46 per m2

-van 2.000 tot 5.000 m2, € 1.010,10 vermeerderd met € 0,147 per m2

-van 5.000 t/m 50.000 m2, € 1.603,80 vermeerderd met € 0,025 per m2

-boven 50.000 m2, € 2.197,50 vermeerderd met € 0,015 per m2

" 118,75

9.4.5.2

Bouwwerken met een industriefunctie, sportfunctie, winkelfunctie, overige gebruiksfunctie en permanente inrichtingen met een bruto-vloeroppervlakte:

-tot 100 m2

-van 100 tot 500 m2, € 0,58 per m2

-van 500 tot 2.000 m2, € 178,40 vermeerderd met € 0,23 per m2

-van 2.000 tot 5.000 m2, € 404,45 vermeerderd met € 0,085 per m2

-van 5.000 t/m 50.000 m2, € 831,60 vermeerderd met € 0,015 per m2

-boven 50.000 m2,€ 1.118,00 vermeerderd met € 0,009 per m2

" 58,20

9.4.5.3

Tijdelijke inrichtingen:

Voor een periode vanaf negen dagen en langer: € 117,00 vermeerderd met € 8,20 per dag

 

 

 

 

9.5

Activiteiten met betrekking tot monumenten

Gereserveerd.

 

 

 

 

9.6

Sloopactiviteiten

 

9.6.1

Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief bij

-minder dan 100 m³ sloopafval:

-vanaf 100 m³ tot 1.000 m³ sloopafval:

-vanaf 1.000 m³ sloopafval:

€ 84,10

" 421,60

" 843,40

9.6.2

Indien voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk een sloopveiligheidsplan moet worden beoordeeld wordt het onder 9.6.1 genoemde tarief verhoogd met:

" 243,40

9.6.3

Indien het sloopplan is voorgelegd aan de begeleidingscommissie binnenstad wordt het onder 9.6.1 genoemde tarief verhoogd met:

" 135,25

 

 

 

9.7

Aanleggen, beschadigen of veranderen van een weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 52,40

 

 

 

9.8

Maken, veranderen van een uitweg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken of veranderen van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 52,40

 

 

 

9.9

Vellen van houtopstand

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4:11, lid 1 of artikel 4:12:10, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 52,40

 

Indien de aanvraag inhoudt een verzoek om een door of van gemeentewege geconstateerde overtreding te legaliseren:

€ 314,50

 

 

 

9.10

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken waarvoor op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef, en onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 44,10

 

 

 

9.11

Handelsreclame

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op maken van handelsreclame waarvoor op grond van artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 44,10

 

 

 

9.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

9.12.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 44,10

9.12.2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

" 45,70

 

 

 

9.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 45,70

 

 

 

9.14

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

9.14.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

9.14.2.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

9.15

Advies

 

9.15.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo, het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovenbedoelde bestuursorganisatie of instantie.

 

9.15.2.

Indien de specificatie als bedoeld in 9.15.1. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen. Indien de aanvrager vóór de vijfde werkdag na mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt wordt het bedrag volgende uit de specificatie als bedoeld in 9.15.1. niet in rekening gebracht.

 

 

 

 

9.16

Verklaring van geen bedenkingen

 

9.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgegeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovengenoemde bestuursorganisatie of instantie.

 

9.16.2.

Indien de specificatie als bedoeld in 9.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen. Indien de aanvrager vóór de vijfde werkdag na mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt wordt het bedrag volgende uit de specificatie als bedoeld in 9.16.1. niet in rekening gebracht.

 

BESTEMMINGSWIJZIGING ZONDER ACTIVITEITEN

9.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.223,20

9.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening of het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening:

" 1.223,20

9.17.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

" 1.223,20

9.17.4

Indien een besluit op een aanvraag als bedoeld in onderdeel 9.17 voorzien dient te worden van een toelichting (ruimtelijke onderbouwing) wordt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag verhoogd met:

" 561,60

9.17.5

Indien voor een besluit op een aanvraag als bedoeld in onderdeel 9.17 het uitvoeren van een onderzoek door een extern bureau noodzakelijk is, worden de hieruit voortvloeiende kosten in rekening gebracht na een vooraf overgelegde begroting.

 

Hoofdstuk 10 Aanwezigheids- en exploitatievergunningen kansspelautomaten

10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de Kansspelen voor:

 

10.1.1

een periode van één jaar voor één kansspelautomaat

€ 56,50

10.1.2

een periode van één jaar voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste automaat € 56,50 en voor elke volgende automaat € 34

 

 

 

 

10.2.1

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenverordening

" 261,55

Hoofdstuk 11 Telecommunicatie

11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet

€ 285,72

 

 

 

11.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

" 0,68

11.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voorzover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

" 0,68

 

 

 

11.2

Het in 13 genoemde bedrag wordt:

 

11.2.1

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 136,44

11.2.2

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

 

 

 

 

11.3

indien een begroting als bedoeld in 11.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

 

 

 

11.4

het tarief bedoeld in onderdeel 11.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen

 

Hoofdstuk 12 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

12.1 Drank- en Horeca

12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

12.1.1

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2.3.1.2. van de APV

€ 285,25

12.1.2

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2.3.1.2. van de APV inclusief terras

" 329,35

12.1.3

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2.3.1.2. van de APV inclusief sluitingsuur

" 329,35

12.1.4

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2.3.1.2. van de A PV inclusief terras en sluitingsuur

" 373,35

12.1.5

het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet

" 289,90

12.1.6

het verkrijgen van een verlof tot het verstrekken van alcoholvrije dranken en/of eetwaren op grond van de Drank- en Horecaverordening

" 185,80

12.1.7

het wijzigen van een drank- en horecavergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet

" 71,90

12.1.8

het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van

de APV

" 71,90

12.1.9

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

" 64,65

12.2 Evenementen, markten en venten

12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing voor:

 

12.2.1.1

het venten e.d., als bedoeld in artikel 5.2.2 van de APV, met een geldigheidsduur van:

 

12.2.1.2

een dag

€ 44,10

12.2.1.3

maximaal een week

" 49,90

12.2.1.4

maximaal een maand

" 55,80

12.2.1.5

maximaal een jaar

" 88,20

12.2.2.1

het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV met een geldigheidsduur van:

 

12.2.2.2

een dag

" 44,10

12.2.2.3

ten hoogste een week

" 49,90

12.2.2.4

ten hoogste een maandag

" 55,80

12.2.2.5

ten hoogste een jaar

" 88,20

12.2.3.1

het houden van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de APV

" 44,10

12.2.4.1

het houden van een vertoning op of aan de weg, als bedoeld in artikel 2.1.53.1 van de APV

" 29,40

12.2.5.1

een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV

" 44,10

12.2.6.1

het houden van een inzameling van geld of goed als bedoeld in artikel 5.2.1 van de APV

" 64,70

12.2.6.2

het optreden als straatartiest, als bedoeld in artikel 2.1.5.3

€ 29,30

12.3 Vuurwerk

12.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing voor:

 

12.3.1

het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in artikel 2.7.2 van de APV

€ 71,20

12.3.2

het afsteken van groot vuurwerk, als bedoeld in artikel 2.7.3 van de APV

" 117,60

12.4 Toezicht nachtverblijf en kamperen buiten kampeerterreinen

12.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing voor:

 

12.4.1

12.4.2

het houden van toezicht op inrichtingen voor het verschaffen van nachtverblijf, als bedoeld in artikel 2.3.2.2 van de APV

kamperen buiten kampeerterreinen, als bedoeld in artikel 5.8.2 van de APV

€ 71,20

" 46,95

12.5 Dienstverlener

12.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als dienstverlener, als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV

€ 44,10

12.6 Prostitutie

12.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een prostitutievergunning, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV

€ 559,15

12.7 Brandbeveiliging (niet-bouwwerken)

12.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting (niet-bouwwerk) als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening Assen 2010

€ 185,65

12.7.2

tijdelijke inrichtingen:

voor een periode vanaf negen dagen en langer: € 117,00 vermeerderd met € 8,20 per dag

 

Hoofdstuk 13 Overige stukken

13.1

Het tarief bedraagt voor de afgifte van:

 

 

 

 

13.2

een gehandicaptenparkeerkaart type passagier of bestuurder, met een geldigheidsduur tot en met 1 jaar

€ 25,30

 

 

 

13.3

een gehandicaptenparkeerkaart type passagier of bestuurder met een geldigheidsduur tot maximaal 5 jaar

€ 51,35

 

 

 

13.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

 

 

13.5

inlichtingen in het belang van de aanvrager met betrekking tot aanrijdingen en andere ongevallen

€ 20,95

 

 

 

13.6

een ontheffing of vergunning krachtens de Wegenverkeerswet 1994

€ 8,75

 

 

 

13.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

€ 32,00

 

 

 

13.8

een ontheffing/vergunning op grond van de Winkeltijdenwet

€ 32,30

 

 

 

13.9

een verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet

€ 64,70

 

 

 

13.11

een loterijvergunning ingevolge de Wet op de kansspelen

€ 64,75

 

 

 

13.12

van informatie over een onroerende zaak ten behoeve van aankoop-, verkoop-, taxatie- en/of een financieringsaanvraag met betrekking tot die onroerende zaak

€ 91,60

 

 

 

13.13

medewerking aan een verzoek op grond van hoofdstuk 6 van de Wet bescherming persoonsgegevens, per verzoek

€ 5,00

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking acht dagen na de bekendmaking.

De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2010.

De raad voornoemd,

, voorzitter