Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening Dordrecht |
Citeertitel | Wegsleepverordening Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2010 | 08-07-2017 | Nieuwe regeling. | 23-11-2010 Gemeentenieuws, 2010-12-08 | 2010, SO/2010/ 464638 |
Artikel 3 Aanwijzen van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten als bedoeld in artikel 170, lid 1, onder c van de Wet worden aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Dordrecht voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 5 Kosten overbrengen en bewaren van voertuigen
Indien na het aanbrengen van een wielklem vierentwintig uren zijn verstreken, zonder dat betaling heeft plaatsgevonden van de kosten van de naheffingsaanslag, het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem, wordt het voertuig naar de in artikel 4, lid 1 aangewezen plaats overgebracht en in bewaring gesteld.
Artikel 6 Overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Het bepaalde in de artikelen 1, 4 en 5 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing op gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid genoemd in artikel 130, lid 4, artikel 164, lid 7 en artikel 174, lid 1 van de Wet.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 november 2010.
De griffier, De voorzitter,
M. van Hall A.A.M. Brok
Toelichting op de Wegsleepverordening Dordrecht
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Bevat relevante begripsbepalingen.
e. motorrijtuig: Deze bepaling is toegevoegd ten behoeve van het bepaalde in artikel 7 van deze verordening.
Artikel 2 Uitvoering en Toezicht
De uitvoering van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet zijn regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn aanvullend ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen.
Lid 1: regelt de uitvoering van de verordening door burgemeester en wethouders.
Lid 2: hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid de bestuursrechtelijke handhaving van de wegsleepregeling aan toezichthouders op te dragen.
Artikel 3 Aanwijzen van wegen en weggedeelten
De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.
Alleen van aangewezen wegen en weggedeelten mogen voertuigen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheid zijn alle hiervoor in aanmerking komende wegen en weggedeelten op het grondgebied van de gemeente Dordrecht aangewezen. Het kan hierbij gaan om gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en losplaatsen, parkeerplaatsen voor vergunninghouders en voetgangersgebieden.
Artikel 4 Plaats van bewaring voertuigen en openingstijden
Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid van de WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. De wet laat het niet toe om de aanwijzingsbevoegdheid aan burgmeester en wethouders te delegeren. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk andere terreinen als plaats van bewaring van voertuigen aanwijst. Bijvoorbeeld als er een evenement plaatsvindt.
Het vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college van burgemeester en wethouders worden gedelegeerd.
Artikel 5 Kosten overbrengen en bewaren van voertuigen
De kosten voor het wegslepen en in bewaring nemen van voertuigen op grond van deze verordening zijn opgenomen in de Verordening parkeerbelastingen.
Artikel 6 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Indien in de gevallen die in dit artikel worden genoemd een motorrijtuig moet worden weggesleept, is er in feite geen sprake van de uitoefening van bestuursdwang. Het gaat hier om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Toch heeft de wetgever het nodig geoordeeld om voor deze gevallen bestuursdwangbepalingen in de Wegenverkeerswet 1994 van overeenkomstige toepassing te verklaren. Reden om in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats, openingstijden van de bewaarplaats en de kosten van het overbrengen en bewaren van voertuigen van overeenkomstige toepassing te verklaren.
Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding
Bijlage bij de Toelichting op de Wegsleepverordening Dordrecht
In deze bijlage worden concrete gevallen aangegeven waarin er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen niet zijnde een (brom)fiets in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990).
Een voertuig is tot stilstand gebracht:
Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon:
E.) Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd:
Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel.
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Hierbij moet van geval tot geval beoordeeld worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.
In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.
In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel c is sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage bij het RVV 1990.
In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.
In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag of de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrengen en inbewaringstelling van voertuigen, niet zijnde (Brom)fietsen, in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, lid 1, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbod) voorzover:
- het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;
- het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;
- het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;
op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:
- tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;
- tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;
- die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegdheden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot en met i nader aangeduid.