Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Onbekend | 21-12-2010 Gemeentenieuws, 2010-12-29 | 2010, SBC/2010/ 480380 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 november 2010, Nr. SBC/2010/480380;
overwegende dat het wenselijk is om een nieuwe integrale Verordening op de heffing en invordering van een belasting op honden vast te stellen in verband met wijziging van de tarieven en van de betaaltermijnen;
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op honden die binnen de gemeente worden gehouden.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
De belasting wordt geheven per hond.
2. De belasting bedraagt per belastingjaar:
a. voor de eerste hond: € 95,76
b. voor de tweede hond: € 136,80
c. voor de derde hond: € 177,60
d. voor de vierde hond: € 218,40
en voor iedere volgende hond telkens € 40,80
meer dan voor de vorige hond wordt geheven.
3. Voor het houden van honden in kennels, ingeschreven bij de Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland bedraagt de belasting per kennel per jaar: € 628,32
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen over aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting in verband met het aantal toegenomen honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, kan aanspraak worden gemaakt op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Minimumaanslagbedrag
Na toepassing van de bepalingen in deze verordening worden belastingaanslagen niet opgelegd indien het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslagen minder is dan € 15,--.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2010.
De waarnemend griffier, De voorzitter,
M.J.W.T. Hendrickx A.A.M. Brok
Toelichting Verordening hondenbelasting 2011
Hondenbelasting wordt geheven van de houders van één of meerdere honden. Indien een houder meerdere honden heeft, wordt er per hond een hogere belasting geheven.
De tarieven worden jaarlijks aangepast aan het kosteninflatiepercentage. Voor 2011 betekent dit een verhoging van 2,15%.