Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling heffing en invordering gem. belastingen |
Citeertitel | Regeling gemeentelijke belastingen 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | artikel 4 | 20-12-2022 | |||
01-01-2011 | 01-01-2023 | Onbekend | 22-02-2011 Stadsberichten | 3706582 |
Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;
De artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding
met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de
betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;
REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN
De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en invordering van de
gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 5 voor de betreffende belastingen van toepassing zijn verklaard.
1. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen
Na aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan een belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 5 Gelding voor de gemeentelijke belastingen
Met betrekking tot de belastingverordening: