Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening particulier landschapsbeheer gemeente Etten-Leur |
Citeertitel | Subsidieverordening particulier landschapsbeheer gemeente Etten-Leur |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Sport en natuur |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-08-2000 | Nieuwe regeling | 27-03-2000 Etten-Leurse Bode, 20-08-2000 | GO |
De gemeenteraad van Etten-Leur;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het vaststellen van de Notitie Project particulier landschapsbeheer, alsmede het uitvoeringskader daarvan;
gelet op de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht;
vast te stellen de "Subsidieverordening particulier landschapsbeheer gemeente Etten-Leur"
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
Beleidsvisie Natuur en Landschap: de inhoud van hoofdstuk 2 van het Landschapsbeleidsplan in combinatie met de aan deze verordening gehechte en daarvan deel uitmakende kaart "Beleidsvisie Natuur en Landschap" uit het Landschapsbeleidsplan, waarvan de legenda is aangevuld overeenkomstig de inhoud van hoofdstuk 2 van het Landschapsbeleidsplan en anderszins is verduidelijkt.
Agrarisch ondernemer: een persoon die zijn inkomen geheel of gedeeltelijk verkrijgt door het uitoefenen van een agrarisch bedrijf hetgeen moet worden aangetoond met de door Laser geregistreerde omvang van het agrarische bedrijf (zgn. "meitelling") en welke persoon tevens beschikt over een agrarisch bebouwingsvlak of een kassenperceel ingevolge het bestemmingsplan Buitengebied.
Erf: tot het erf van agrarische bedrijven wordt gerekend het op de bestemmingsplankaart van het bestemmingsplan Buitengebied aangegeven (flexibel) agrarisch bebouwingsvlak of kassenperceel inclusief een zône van 10 meter rondom; bij een flexibel agrarisch bebouwingsvlak of kassenperceel wordt aan de zijde van de uitbreidingsrichting(en) in elk geval een afstand van 50 meter vanaf de bestaande bebouwing tot het erf gerekend; tot het erf van een particuliere woning wordt gerekend de grond die in een straal van 75 meter rond de woning is gelegen.
Aandachtsgebieden: de gebieden die de landschapsstructuur versterken en waarvoor subsidie wegens inkomstenderving mogelijk is; deze gebieden zijn volgens de Beleidsvisie Natuur en Landschap: de Groene Schakel; de dijken in het kleilandschap; de beken en beekdalen; in het centraal zandgebied de ontbrekende schakels tussen bestaande landschapselementen gelegen tussen bebouwingslinten en beekdalen zodanig dat het zicht op de beekdalen behouden blijft, een zône langs de Moerdijkse Postbaan tussen het Liesbos en de bossen in het zuidelijk zandgebied en het gebied De Lazerij; de deelgebieden overgangsgebied en het zuidelijke zandgebied.
Artikel 2. Werkingssfeer verordening.
Deze subsidieverordening is van toepassing op activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het particulier landschapsbeheer en in overeenstemming zijn met het geformuleerde beleid in de Beleidsvisie Natuur en Landschap en de nadere uitwerking daarvan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter zake van de besluiten betreffende de verlening of weigering, de vaststelling van de subsidie, alsmede tot wijziging of intrekking daarvan. Hieronder worden begrepen het betalen van subsidiebedragen, het terugvorderen van (onverschuldigd) betaalde subsidiebedragen en alle overige terzake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen, waaronder het beslissen op bezwaarschriften en het terzake sluiten van overeenkomsten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 met inachtneming van de beleidsregels als bedoeld in artikel 4, geheel of gedeeltelijk mandateren aan de Stichting Het Noordbrabants Landschap of aan het hoofd van een gemeentelijk organisatie-onderdeel. Dit geldt niet voor de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in deze subsidieverordening bij beleidsregels nader bepalen op welke wijze invulling gegeven wordt aan de hen toekomende of onder hun verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheden waaronder in elk
-de verdeling van de beschikbare gelden, waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande subsidie-verplichtingen en de te verwachten effectiviteit van de subsidie. Tussentijds zijn onderlinge verschuivingen mogelijk;
-de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend en/of vastgesteld of worden geweigerd, de subsidie-normbedragen, alsmede de criteria en randvoorwaarden voor de verlening en/of vaststelling of weigering van subsidie;
-het inrichten van een subsidie-aanvraag ;
-de voorwaarden en/of verplichtingen die verbonden kunnen worden aan het verlenen van de subsidie; de voorwaarden en verplichtingen kunnen ook betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht; de subsidieontvanger kan worden verplicht tot het aangaan van een overeenkomst waarin afspraken worden gemaakt over de aanleg en instandhouding van de landschapselementen en het onderhoud ervan;
-de inrichting van het verzoek tot het vaststellen en/of uitbetalen van de subsidie, het tijdstip en de wijze van uitbetaling;
-de nadere uitwerking van de Beleidsvisie Natuur en Landschap in een kaart waarop is aangegeven voor welke activiteiten in welke gebieden subsidie kan worden verleend.
Hoofdstuk 3. Het aanvragen en verlenen van subsidie.
Artikel 8. Indienen aanvraag om subsidie.
Een aanvraag voor het verlenen van subsidie wordt ingediend bij burgemeester en wethouders overeenkomstig hetgeen daaromtrent is bepaald in de beleidsregels als bedoeld in artikel 4.
Hoofdstuk 4. Subsidievaststelling en -uitbetaling.
Een aanvraag om vaststelling van de subsidie voor de aanleg van een landschapselement wordt binnen 1 maand na beëindiging van de werkzaamheden ingediend. Een aanvraag om vaststelling van de subsidie als jaarlijkse vergoeding wegens inkomstenderving en voor het onderhoud van de bestaande of nieuwe landschapselementen wordt binnen 3 maanden na afloop van het betreffende subsidiejaar ingediend.