Artikel 1 Definities
- 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
standplaats: een ruimte op of aan de weg, door burgemeester
en wethouders
aangewezen voor het te koop aanbieden, verkopen of
verstrekken van goederen, waren of diensten;
- b.
standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en
wethouders een standplaats is toegewezen;
- c.
vaste standplaats: een standplaats die voor één of meer
dagdelen voor onbepaalde tijd, doch maximaal 1 jaar, wordt
toegewezen;
- d.
tijdelijke standplaats: een standplaats die voor ten hoogste
drie maanden wordt toegewezen;
- e.
losse standplaats: een standplaats die voor ten hoogste 1
week wordt toegewezen;
- f.
weg: hetgeen de Algemene Plaatselijke Verordening daaronder
verstaat.
- 2.
Onder standplaats wordt niet verstaan:
standplaats op evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1 van de
Algemene plaatselijke verordening.
Artikel 2 Standplaatsvergunning
- 1.
Het is verboden zonder, of in afwijking van een vergunning van
burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen.
- 2.
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop
zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats wordt
ingenomen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een standplaatsvergunning
voorschriften verbinden.
- 4.
Op verzoek van een ambtenaar van de gemeente Heerhugowaard, belast met
het toezicht op de uitvoering van deze verordening, dient de vergunning
overlegd te kunnen worden.
- 5.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin
geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer
rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.
- 6.
Het verbod in het eerste lid geldt niet ten aanzien van het uitgestald
hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens
worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de
Grondwet.
- 7.
Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een
standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag een activiteit betreft
waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet
milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan
het vijfde lid, tot de dag waarop de beslissing over de
Wet-milieubeheervergunningaanvraag is genomen.
- 8.
Indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend minder dan drie
weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing
nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te
behandelen.
Artikel 3 Weigering vergunning
- 1.
Een vergunning bedoeld in artikel 2 lid 1 kan worden geweigerd:
- a.
in het belang van de openbare orde;
- b.
in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
- c.
in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van
de omgeving;
- d.
in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;
- e.
wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente
of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat
door het verlenen van de vergunning een redelijk
verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;
- f.
vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.
- 2.
De weigeringsgrond van het eerste lid, onder b, geldt niet voorzover in
het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet
milieubeheer.
- 3.
De weigeringsgrond van het eerste lid, onder c, geldt niet voor
bouwwerken.
Artikel 4 Aanwijzing standplaatsen
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen een maal per drie jaar - in december
- het aantal locaties en het aantal uit te geven standplaatsen vast voor
de gemeente, met dien verstande dat vaststelling eerder plaatsvindt
wanneer omstandigheden of ontwikkelingen hiertoe nopen. Per locatie kan
maximaal één standplaats worden uitgegeven.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende omstandigheden
daartoe aanleiding geven, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere
standplaats toewijzen.
Artikel 5 Markt
Binnen een straal van 500 meter van een markt als bedoeld in artikel 160
Gemeentewet of een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene
plaatselijke verordening, worden voor de dag waarop de markt of het
evenement wordt gehouden, geen standplaatsen toegewezen.
Artikel 6 Aansluiting gas, water & licht
- 1.
De op een standplaats in gebruik zijnde verkoopinrichting mag op geen
enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn
aangesloten op het elektriciteits-, gas-, waterleiding- of
telefoonnet.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het
eerste lid bepaalde.
Artikel 7 Wachtlijst
- 1.
Aanvragen voor toewijzing van een vaste, tijdelijke of losse standplaats
moeten schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden
ingediend.
- 2.
De aanvrager dient een bewijs van inschrijving van het Centrale
Registratiekantoor te overleggen.
- 3.
De aanvragen voor een vaste standplaats worden in volgorde van
binnenkomst op een wachtlijst geplaatst.
- 4.
De aanvraag voor een vaste standplaats moet elk jaar in de maand
december worden herhaald.
- 5.
Aan de aanvrager van een losse standplaats kan maximaal 5 keer per jaar
een losse standplaats worden toegewezen.
Artikel 8 Vergunningsbewijs
Van de toewijzing van standplaatsen wordt door burgemeester en wethouders
aan de standplaatshouder een schriftelijk bewijs afgegeven,
vermeldende:
- a.
naam en voornamen, adres en woonplaats;
- b.
de dagen en tijden waarop de standplaats mag worden ingenomen;
- c.
de exacte locatie waar de standplaats mag worden ingericht alsmede
de maximale oppervlakte en afmetingen daarvan;
- d.
de artikelen of de groep van artikelen welke door de
standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden
verkocht;
- e.
de voorschriften die in acht genomen moeten worden.
Artikel 9 Toewijzing standplaats
- 1.
Een standplaatshouder dient elk jaar schriftelijk een verzoek tot
vernieuwing van zijn vergunningsbewijs te doen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een vrijgekomen standplaats
niet meer uit te geven.
- 3.
Voor vrijgekomen vaste standplaatsen komen allereerst de ingeschrevenen
op de in artikel 7 lid 3 bedoelde lijst in aanmerking.
Artikel 10 Doorhalen van gegadigden op wachtlijst
De inschrijving op de in artikel 7 lid 3 bedoelde lijst wordt
doorgehaald:
- a.
op verzoek van de ingeschrevene;
- b.
indien aanvragen niet tijdig zijn herhaald;
- c.
bij overlijden van de ingeschrevene;
- d.
wanneer aan de ingeschrevene een vaste standplaats wordt
toegewezen;
- e.
wanneer de ingeschrevene voor een vaste standplaats in aanmerking
komt, doch zonder geldige redenen weigert een vaste standplaats te
aanvaarden.
Artikel 11 Vervallen van een standplaatsvergunning
Het recht op een vaste standplaats vervalt::
- a.
- b.
bij overlijden van de standplaatshouder;
- c.
wanneer de standplaatshouder gedurende 3 achtereenvolgende dagen of
gedurende zes
dagen binnen een tijdvak van drie maanden, geen gebruik heeft
gemaakt van de
standplaats. Met achtereenvolgende dagen worden bedoeld de
achtereenvolgende dagen
waarop de standplaatsvergunning geldig is.
Artikel 12 Overschrijving vergunning
Bij het overlijden van de standplaatshouder of van de op de in artikel 7 lid
3 bedoelde lijst ingeschrevene, wordt het recht op de standplaats
respectievelijk op de inschrijving overgeschreven op de overblijvende
echtgeno(o)t(e) of een met de standplaatshouder/ingeschrevene duurzaam
samenlevend persoon, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand
na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.
Artikel 13 Persoonlijk innemen van de standplaats
- 1.
Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk of een bij hem in
dienst zijnde werknemer worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan
een ander afstaan of in gebruik geven.
- 2.
De vergunninghouder of een bij hem in dienst zijnde werknemer mag zich
laten bijstaan.
- 3.
De werknemer dient een verklaring van de werkgever te kunnen overleggen
waaruit het dienstverband blijkt.
- 4.
In bijzondere gevallen kan door of namens burgemeester en wethouders aan
standplaatshouders, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden
verleend van de verplichting om persoonlijk op de standplaats aanwezig
te zijn.
Artikel 14 Vakantie en ziekte
- 1.
Houders van standplaatsen die langer dan 1 week wegens ziekte verhinderd
zijn hun standplaats te bezetten dienen burgemeester en wethouders
daarvan schriftelijk in kennis te stellen.
- 2.
Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens ziekte dient
van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige
verklaring te worden overlegd.
- 3.
Houders van standplaatsen die wegens vakantie de standplaats niet zullen
bezetten moeten daarvan tijdig, onder opgave van het tijdvak van de
vakantie, schriftelijke mededeling doen aan burgemeester en
wethouders.
- 4.
In de gevallen bedoeld in het eerste en derde lid kunnen burgemeester en
wethouders de houder van een standplaats toestemming verlenen zich te
laten vervangen. Het bepaalde in artikel 11 sub c zal dan niet van
toepassing zijn.
Artikel 15 Verwijderen verkoopinrichting
- 1.
De standplaats mag niet eerder in gebruik genomen worden dan één uur
voordat met de verkoop mag worden begonnen.
- 2.
De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen één uur nadat de
verkoop moet zijn beëindigd.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1 en lid 2
schriftelijk ontheffing verlenen.
- 4.
Op het innemen van een standplaats is voor wat betreft de openingstijden
de Winkeltijdenwet van toepassing.
Artikel 16 Schoonhouden standplaats en omgeving
- 1.
De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn
standplaats, een en ander ter beoordeling aan burgemeester en
wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Hij dient de
standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan tijdens en na het
gebruik vrij te houden van afval en verpakkingsmaterialen.
- 2.
Standplaatshouders welke op de standplaats geringe eet- en drinkwaren
voor de consumptie gereed maken, dienen aan de voorzijde van hun
verkoopinrichting twee korven of bakken van voldoende grootte te
plaatsen voor het inwerpen van afval.
Artikel 17 Intrekking vergunning
Een vergunning kan worden ingetrokken:
- a.
in het belang van de openbare orde;
- b.
in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;
- c.
indien de vergunninghouder in strijd handelt met het bij of
krachtens deze verordening bepaalde;
- d.
wanneer bij herhaling is geconstateerd, hetzij door een ambtenaar
als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering,
hetzij door de marktmeester of ambtenaar van de gemeente
Heerhugowaard belast met het toezicht op de uitvoering van deze
verordening, dat een standplaats wordt ingenomen in afwijking van de
door burgemeester en wethouders verleende vergunning;
- e.
indien de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag;
- f.
indien de vergunninghouder het standplaatsengeld niet of niet binnen
de gestelde termijn
voldoet.
Artikel 18 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 6, 13, 14, 15
en 16 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede
categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.
Artikel 19 Overgangs- en slotbepalingen
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als Standplaatsenverordening
Heerhugowaard 2008.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 15 juli 2008.
- 3.
De Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 wordt ingetrokken op
het tijdstip genoemd in lid 2.
Onderwerp : Wijziging Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007
Aan de Raad,
Heerhugowaard, 27 mei 2008
Beknopt voorstel
De Standplaatsenverordening zodanig redigeren dat bij verlening van
evenementenvergunningen geen afzonderlijke standplaatsvergunningen nodig zijn.
Toelichting
Op 27 november 2007 heeft u de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007
vastgesteld.
Op grond van deze verordening en het daarop gebaseerde standplaatsenbeleid,
vergunnen wij op verzoek standplaatsen. De vergunninghouder is het dan
toegestaan op een door ons aangewezen ruimte op of aan de weg, goederen, waren
of diensten, te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken.
Soms worden standplaatsvergunningen gevraagd in verband met het organiseren van
evenementen.
Blijkens jurisprudentie (Pres.Rb. Den Haag 27-04-1994) is bij verlening van een
evenementenvergunning afzonderlijke verlening van standplaatsvergunningen niet
nodig. Een evenementenvergunning is een integrale vergunning voor de
activiteiten die in de aanvraag zijn vermeld.
De omstandigheid dat evenementlocaties niet samenvallen met aangewezen
standplaatslocaties, maakt het conformeren aan de jurisprudentie nog
aantrekkelijker.
Om te regelen dat ook bij evenementen standplaatsen kunnen worden uitgegeven en
vergund, wordt voorgesteld een afbakeningsbepaling op te nemen in de
Standplaatsenverordening. Deze afbakeningsbepaling beoogt het uitzonderen van
een verbod zonder een vergunning een standplaats in te nemen waar het gaat om de
verkoop van goederen etc. bij evenementen.
Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard,
De secretaris, de burgemeester,
Advies commissie SO d.d. 10 juni 2008
Akkoordstuk
Nr.2008-070
de Raad van de gemeente Heerhugowaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2008
gelezen het advies van de commissie Stadsontwikkeling d.d. 10 juni 2008
artikel 149 van de Gemeentewet, de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007
en de Algemene Wet Bestuursrecht
b e s l u i t
vast te stellen de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2008 onder intrekking
van de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 zoals vastgesteld bij
raadsbesluit d.d. 27 november 2007
Heerhugowaard, 24 juni 2008
De Raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,