Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lopik

Bomenverordening Lopik 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLopik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBomenverordening Lopik 2010
CiteertitelBomenverordening Lopik 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpbomen, planten, tuin, heg, beuk, eik, boom

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-2010nieuwe regeling

28-09-2010

Zenderstreeknieuws

onbekend
07-10-2010nieuwe regeling

28-09-2010

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bomenverordening Lopik 2010

De raad van de gemeente Lopik;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010;

 

overwegend, dat de huidige Bomenverordening 2010 Lopik “Algemeen” in verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010 aangepast dient te worden;

 

dat daarbij geen inhoudelijk wijzigingen zijn ten opzichte van de huidige verordening;

 

dat gelijktijdig de huidige Bomenverordening Lopik 2010 “Algemeen” dient te worden ingetrokken;

 

b e s l u i t :

---------------

de “Bomenverordening 2010 Lopik,1e herziening” vast te stellen.

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam en een dwarsdoorsnede van 25 centimeter op 1,3 meter hoogte. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • c.

    bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

  • d.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, hakhout, een houtsingel, een grotere (lint)begroeiing van heesters of struiken, een beplanting van bosplantsoen.

  • e.

    monumentale boom: bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving.

  • f.

    vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

  • g.

    bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders.

  • h.

    (omgevings-) vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.2, lid 9, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

ARTIKEL 2: Kapverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    a. houtopstand in particulier eigendom op kadastrale percelen van minder dan 250 m2, tenzij het een houtopstand betreft als bedoeld in artikel 3, of is opgelegd in het kader van een (her)plantplicht.

    b. Bomen in particulier eigendom met een stamdiameter kleiner dan 32cm op 1,30 meter hoogte, tenzij dit bomen betreft die in het kader van een (her)plantplicht zijn aangeplant.

    c. Knotbomen met een stamdiameter kleiner dan 20 cm op 1,30m hoogte, tenzij dit knotbomen betreft die in het kader van een (her)plantplicht zijn aangeplant.

    d. houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 lid 2 en 3 van de Boswet te weten:

    1. wegbeplantingen en één-rijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij geknot;

    2. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    3.fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    4. kweekgoed.

    5. bossen en houtopstanden, welke deel uitmaken van bosbouwondernemingen, die als zodanig bij het Bosschap geregistreerd staan, en niet gelegen zijn binnen een bebouwde kom Boswet, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt van minder dan 1000m2 of een rijbeplanting vormt van minder dan 20 bomen.

    e. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van Burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van deze verordening.

    f. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

    g. het periodiek knotten, kandelaberen, of snoeien als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelabeerde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

    h. alle naaldbomen ( coniferen, dennen, sparren) behalve de soort Taxus.

    i. wilgen en populieren (tenzij geknot), berken en acacia’s.

    j. houtopstanden die vallen onder de werking van het convenant “Vrije Landschapselementen Utrechtse Waarden 2008”

 

ARTIKEL 3: Lijst van Monumentale bomen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een lijst met monumentale bomen vast. Deze lijst bevat tenminste de in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting opgenomen bomen, eventueel aangevuld met lokaal beschermwaardige bomen (herdenkingsbomen). mogelijk aangevuld met lokale en toekomstige monumentale bomen. Deze lijst wordt elke vier jaar herzien.

  • 2.

    De lijst bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen monumentale houtopstand:· redengevende beschrijving;· soort boom;· standplaats;· kadastrale gegevens;· eigendomsgegevens;· foto’s.

  • 3.

    De eigenaar van een houtopstand die vermeld staat op de lijst van monumentale bomen is verplicht Burgemeester en wethouders onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:a. eigendomsoverdracht van de houtopstand.b. het geheel of gedeeltelijk teniet gaan van de houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning.c. de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

 

ARTIKEL 4: Aanvraag vergunning

(vervallen)

 

ARTIKEL 5: Criteria

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Een vergunning wordt onder verwijzing naar beleidsregels geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:· natuur en milieuwaarden;· landschappelijke waarden;· cultuurhistorische waarden;· waarden van stads en dorpsschoon;· waarden voor recreatie en leefbaarheid.

  • 3.

    Een vergunning voor het vellen van een monumentale boom wordt slechts bij uitzondering verleend, indien:a. een zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de monumentale boom.b. alternatieven uitputtend zijn onderzocht.c. naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

 

ARTIKEL 6: Procedure

(vervallen)

 

ARTIKEL 7: Vervaltermijn vergunning

  • 1.

    De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt.

  • 2.

    In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de vergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

 

ARTIKEL 8: Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1.

    Aan de vergunning kan het standaard voorschrift worden verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan de dag nadat de bezwaartermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar is ingediend, wordt de vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar is beslist.

  • 2.

    Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door Burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in het tweede lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan een vergunning tot vellen te verbinden voorschriften behoren het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 5.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen ook gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimummaat.

  • 6.

    Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 7.

    Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

  • 8.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

 

ARTIKEL 9: Herplant/instandhoudingplicht

  • 1.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van Burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen Burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant wordt een financiële bijdrage gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 3.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 9 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat.

  • 4.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 5.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen Burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:a. overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.b. een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden aan Burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

 

ARTIKEL 10: Schadevergoeding

Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.

 

ARTIKEL 11: Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

 

ARTIKEL 12: Bestrijding van boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van Burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door Burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:a. de houtopstand te vellen.b. conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen vergunning verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

 

ARTIKEL 13: Bescherming publieke houtopstand

  • 1.

    Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn:a. te beschadigen, te bekladden of te beplakken.b. daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2.

    Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van Burgemeester en wethouders.

 

ARTIKEL 14: Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 3, derde lid, artikel 5, eerste lid, artikel 7, eerste en tweede lid, artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste lid, artikel 12, eerste, derde en vierde lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid, is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, eerste en tweede lid dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

 

ARTIKEL 15: Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Lopik 2010, 1e herziening.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de 1e dag na die waarop deze is bekendgemaakt. Op datzelfde tijdstip vervalt de “Bomenverordening Lopik 2010 “ Algemeen”.

  • 3.

    De vergunningsaanvragen die zijn ingediend voor de in artikel lid 1 van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 28 september 2010.

de griffier, de voorzitter,

Mw. mr. G.M.G. Dolders Mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos