Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke participatie 2010 gemeente Etten-Leur |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke participatie 2010 gemeente Etten-Leur |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werkgelegenheid & participatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2010 | 01-10-2009 | 21-05-2012 | Nieuw | 22-12-2009 Etten-Leurse Bode, 10-01-2010 | SL |
De raad van de gemeente Etten-Leur,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009 met overneming van de daarin vermelde motieven;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen om aan personen onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten maatschappelijke participatie;
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.
Toelichting verordening maatschappelijke participatie 2009
Het doel van deze regeling is om de participatie van minima in de maatschappij te bevorderen door bij te dragen in de kosten van die participatie. De gemeente Etten-Leur vindt het namelijk belangrijk dat maatschappelijke uitsluiting van deze specifieke groep wordt voorkomen of in ieder geval verminderd.
Voor deze regeling komen in beginsel alle inwoners van Etten-Leur in aanmerking. Het draagkrachtinkomen is 120% van de van toepassing zijnde norm op grond van de WWB en/of WIJ. Het meerinkomen wordt gedeeltelijk als eigen bijdrage aangemerkt analoog aan de regeling van de bijzondere bijstand.
Door de inwerkingtreding van de WIJ is voor jongeren van 21 tot 27 jaar de zgn. WIJ-norm als referentie-inkomen vastgelegd.
Daarnaast geldt een vermogensgrens: men komt in aanmerking met een vermogen tot maximaal het vrij te laten bescheiden vermogen volgens artikel 34, lid 3 van de WWB.
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Begrippen die in de WWB, WIJ of Awb voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in deze wetten. Ten aanzien van een aantal begrippen die als zodanig niet in deze wetten zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.
De regeling is bedoeld voor deelname aan maatschappelijke activiteiten. Daarom hoeft het recht op de voorziening zich niet te beperken tot de genoemde kostensoorten. In beginsel dient het te gaan om kosten voor sociaal-culturele en sportieve activiteiten.
Met betrekking tot het toetsingsbedrag is gekozen voor 120% van de van toepassing zijn de norm op grond van de WWB en/of WIJ. Dit om de doelgroep te verbreden en hierdoor het gebruik van de regeling maatschappelijke participatie te verhogen. Dit om maatschappelijke uitsluiting te verminderen of te voorkomen en het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Het meerinkomen wordt gedeeltelijk als eigen bijdrage aangemerkt analoog aan de regeling van bijzondere bijstand.
De draagkrachtnorm van 120% is conform het besluit van de gemeenteraad in het kader van het minimabeleid.
De genoemde bedragen zijn maximale bedragen. Er wordt uitgekeerd op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten tot genoemde maxima.
Op basis van de resultaten van het NIBUD onderzoek dat in 2004 is gehouden, is eerder besloten om gebruik te maken van een regeling waarbij mensen die in een aanmerking komen voor een bijdrage deze vooraf als voorschot ter beschikking kan worden gesteld.
Uit signalen is echter gebleken dat vaak ook bewust geen gebruik wordt gemaakt van het voorschot uit angst dat het voorschot moet worden terugbetaald. Door de aanvrager ook te laten kiezen voor een betaling op basis van werkelijk gemaakte kosten wordt ook dit ondervangen.
Om de uitvoeringskosten te beperken (behandeling aanvragen van zgn. kruimelbedragen) kan maximaal 2x per jaar gedeclareerd worden.
De ten onrechte of teveel verstrekte bijdrage kan worden teruggevorderd. Hierop zijn de terugvorderingbepalingen en gemeentelijk terugvorderingsbeleid ingevolgde WWB van toepassing.
Op de besluiten die op basis van deze verordening zijn genomen zijn de algemeen geldende regels voor bezwaarschriften van toepassing.
Indien zich er een situatie zou voordoen, waarin deze verordening niet voorziet, heeft het college de bevoegdheid om de aanvraag te beoordelen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening. Afwijken kan alleen ten gunste en nooit ten nadele. Verder is met nadruk gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van deze hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als regel. In de rapportage en in de beschikking moet duidelijke aangegeven worden waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
In dit artikel is omschreven dat gebruik gemaakt kan worden van indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), indien wijzing van de bedragen gewenst is. Dit wordt bepaald door het daartoe gemandateerde afdelingshoofd.