Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enkhuizen

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnkhuizen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
CiteertitelAanwijsbesluit belastingplichtige
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelasting, rioolheffing, marktgelden, afvalstoffenheffing, leges, havengeld, liggeld, nachttoeristenbelasting,

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaak belastingen
  3. Verordening op de heffing en invordering van roerende-zaak belastingen
  4. Algemene Wet Rijksbelastingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-03-2011Onbekend

01-03-2011

De Drom, 09-03-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;

gelet op het bepaalde in:

  • ·

    artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

  • ·

    artikel 3 van de verordening begraafplaatsrechten;

  • ·

    artikel 2 van de verordening haven- en liggelden

  • ·

    artikel 3 van de verordening marktgelden

  • ·

    artikel 2 van de verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;

  • ·

    artikel 2 van de verordening rioolheffingen;

  • ·

    artikel 3 van de verordening reinigingsheffingen;

  • ·

    artikel 2 van de verordening afvalstoffenheffing;

  • ·

    artikel 3 van de verordening nachttoeristenbelasting;

  • ·

    artikel 3 van de verordening vermakelijkhedenretributie

  • ·

    artikel 3 van de verordening haven- en liggelden;

  • ·

    artikel 3 van de verordening leges

  • ·

    artikel 3 van de verordening precariobelasting

    besluit :

vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

 

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Enkhuizen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde
  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde.

    • 1.2

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      • 1.2.1

        1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      • 1.2.2

        de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

      • 1.2.3

        . de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.3

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er binnen één categorie verschillende genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 2.2

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.3

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.4

      degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

    • 2.5

      degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    • 2.6

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.7

      degene die bij de heffingsambtenaar als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen en de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten die worden geheven van gebruikers en de forensenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      de oudste in leeftijd;

    • 3.2

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 3.3

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.4

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting, de rioolheffing van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1

      de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

    • 4.2

      degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

    • 4.3

      degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    • 4.4

      degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

    • 4.5

      degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaalt aan een elders wonende verhuurder;

    • 4.6

      degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

    • 4.7

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 5.1

      ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 5.2

      ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    • 5.3

      ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

  • 6.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    • 6.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is en er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden ten opzichte van het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar;

    • 6.2

      bij de heffingsambtenaar bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk.)

  • 11

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing

Enkhuizen, maart 2011

Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n

De gemeentesecretaris, De burgemeester,

R.M. Reus J.G.A. Baas