Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars (Reintegratieverordening WWIK) |
Citeertitel | Reintegratieverordening WWIK |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | reïntegratie |
Geen
gelet op artikel 21, vierde lid van de Wet werk en inkomen kunstenaars,overwegende dat het noodzakelijk is het aanbieden van voorzieningen, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling van kunstenaars bij verordening te regelen,
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2005 | 01-01-2012 | Onbekend | 25-04-2005 Onbekend | Gemeentebladnr 243 |
De raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 29 maart 2005, 05E0002123,
gelet op artikel 21, vierde lid van de Wet werk en inkomen kunstenaars,
overwegende dat het noodzakelijk is het aanbieden van voorzieningen, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling van kunstenaars bij verordening te regelen,
Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars (Reintegratieverordening WWIK)
Tot de doelgroep van deze verordening behoort gedurende maximaal 12 maanden nadat door het college een aanbod voor een voorziening als bedoeld in artikel 3 is gedaan, tevens de persoon, bedoeld in het eerste lid, van wie de uitkering anders dan op grond van artikel 19, eerste of tweede lid, van de WWIK, is beëindigd.
Het college kan, op verzoek van de kunstenaar, voorzieningen aanbieden aan personen behorende tot de doelgroep of op andere wijze ondersteuning aanbieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling of het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling in het kader van het opbouwen van een gemengde beroepspraktijk waarmee de kunstenaar in zijn levensonderhoud kan voorzien.
Artikel 8 Rechten en plichten deelnemer
Onverminderd andere verplichtingen ingevolge de WWIK geldt voor een persoon uit de doelgroep die deelneemt aan of deelgenomen heeft aan een voorziening de verplichting:
Toelichting Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars
Op 1 januari 2005 is de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) in werking getreden.
In deze wet wordt de kunstenaar de mogelijkheid geboden de gemeente te verzoeken hem voorzieningen aan te bieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling in het kader van de uitoefening van het niet kunstgerelateerde gedeelte van een gemengde beroepspraktijk. Anders dan in de Wet werk en bijstand (WWB) heeft de voorziening in het kader van de WWIK een vrijwillig karakter; dat betekent echter niet dat er sprake is van vrijblijvendheid.
De kunstenaar die een beroep doet op een voorziening is verplicht om daadwerkelijk van de aangeboden voorziening gebruik te maken. De gemeente gaat met de kunstenaar of de echtgenoot, indien de voorziening aan de echtgenoot wordt aangeboden, een trajectovereenkomst aan. Deze trajectovereenkomst is voor beide partijen bindend.
In artikel 21, vierde lid van de wet is vastgesteld dat de gemeente bij verordening regels moet stellen met betrekking tot reïntegratieactiviteiten voor kunstenaars. Gelet op de specifieke doelgroep is ervoor gekozen om deze regels niet onder te brengen in de betreffende WWB-verordening maar in een aparte verordening.
Het beleid van de gemeente Enschede is erop gericht ( evenals in de WWB) dat uitkeringsgerechtigden zo snel mogelijk zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien. In ieder geval dient te worden voorkomen dat kunstenaars na het bereiken van de maximale WWIK termijn een beroep moeten doen op de WWB.
In de reïntegratieverordening is het volgende geregeld:
Artikel 2 : De gemeente Enschede voert als centrumgemeente de WWIK uit voor inwoners van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Deze verordening is op grond van artikel 2 van toepassing op alle kunstenaars voor wie het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de WWIK en hun echtgenoten.
Artikel 3 : Dit artikel legt de verplichting van het college vast. De gemeente Enschede kiest ervoor dat een persoon uit de doelgroep een verzoek kan indienen om in aanmerking te komen voor een voorziening, waaronder mede verstaan wordt het recht op ondersteuning bij toeleiding naar werk. De gemeente bepaalt welke instrumenten worden ingezet.
Artikel 4 : Uitgangspunt is dat de kortste weg naar werk wordt gevolgd. Dat betekent dat soms kan worden volstaan met advies of een doorverwijzing naar het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) of uitzendbureau’s. In andere gevallen kan het college een reïntegratietraject bij een reïntegratiebedrijf aanbieden. Het traject richt zich op het niet-kunstgerelateerde deel van de gemengde beroepspraktijk. In tegenstelling tot de WWB gaat het niet om “algemeen geaccepteerde arbeid”, maar om "realiseerbaar deeltijdwerk”. Dat is werk dat te combineren is met de kunstuitoefening. Het college kan, als zij dat noodzakelijk acht, de adviserende instelling raadplegen.
Artikel 5 : De leerwerkstage is een vorm van werken tijdens de uitkering en heeft als belangrijkste doel het opdoen, of het op peil houden, van werkervaring van belang voor arbeidsinschakeling. Hierdoor kan een gemengde beroepspraktijk worden opgebouwd.
Artikel 6 : Uitgangspunt is dat scholing alleen in het kader van een traject gericht op een gemengde beroepspraktijk kan worden aangeboden. De scholing richt zich op het niet- kunstgerelateerde deel van de gemengde beroepspraktijk. Ook hier geldt dat de kortste weg naar werk gevolgd wordt. Onder scholing worden daarom met name kortdurende praktische trainingen verstaan; bijvoorbeeld om de sollicitatievaardigheden te verbeteren.
Artikel 7 : Het college heeft de mogelijkheid om een subsidieplafond in te stellen teneinde overschrijding van de beschikbare middelen te voorkomen. Een voorziening wordt geweigerd voor zover door het aanbod van de voorziening het subsidieplafond overschreden wordt. Indien deze situatie zich ten aanzien van een specifieke voorziening voordoet, kan er een wachtlijst worden ingevoerd.
Artikelen 8 en 9: In het trajectplan worden de activiteiten die onderdeel uitmaken van het traject en de rechten en plichten van de deelnemer vastgelegd.
Artikel 10 : Dit artikel legt de beslistermijn vast en verplicht het college de kunstenaar te informeren over zijn rechten en verplichtingen.
Artikel 11 : Dit artikel regelt de mogelijkheid om een voorziening te beëindigen.