Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wachtlijstbeheer Sociale Werkvoorziening |
Citeertitel | Verordening Wachtlijstbeheer Sociale Werkvoorziening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordeninig |
Geen.
Wet Sociale Werkvoorziening, art. 12, lid 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | nieuwe regeling | 25-08-2009 Stadsnieuws 6 oktober 2009 | Stadsnieuws 6 oktober 2009 |
De Gemeenteraad van Heerhugowaard;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juni 2009;
Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening;
Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels kan stellen met betrekking tot het wachtlijstbeheer.
Artikel 2 Prioritaire groepen via de reguliere Rijksbijdrage
b.na toepassing van sub a wordt maximaal 50% van de resterende plaatsingsruimte gebruikt om voorrang te geven aan de WSW-geïndiceerde die via de inkoop van extra plaatsen als bedoeld in artikel 3 al een dienstbetrekking hebben, maar waarvoor de omzetting naar reguliere bekostiging uit de rijkssubsidie nog moet plaatsvinden.
Artikel 3 Instroom groepen via extra inkoop
1.De gemeente kan besluiten om buiten de rijkssubsidie extra middelen in te zetten om een dienstbetrekking zoals bedoeld in artikel 2 --eerste lid-- van de wet te realiseren.
Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 25 augustus 2009.
De per 1 januari 2008 gewijzigde Wet sociale werkvoorziening geeft gemeenten ruimere mogelijkheden om regie te voeren op de sociale werkvoorziening. Belangrijk element in deze regierol is het wachtlijstbeheer.
In de wet is opgenomen dat in het kader van adequaat wachtlijstbeheer de gemeente moet zorgdragen voor “schone” wachtlijsten en periodiek de feitelijke beschikbaarheid van Sw-ge-indiceerden op de wachtlijst moet vaststellen.
Gemeenten kunnen er met ingang van het jaar 2008 voor kiezen bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen bij instroom in de WSW. De keuze voor een doelgroepenprioritering maakt het gemeenten mogelijk de WSW te laten aansluiten bij het lokale beleid ten aanzien van sociale zaken, werkgelegenheid en welzijn. Deze doelgroepenprioritering dient te worden vastgelegd in een verordening.
Binnen de gemeenschappelijke regeling is uitgesproken dat de deelnemende gemeenten gezamenlijk een verordening wachtlijstbeheer gaan invoeren. Het beheer van de wachtlijst wordt vervolgens, conform de in deze verordening opgenomen regelgeving, overgedragen aan het Dagelijks Bestuur van de GR.
Jaarlijks wordt in de werkbegroting van WNK de verwachte plaatsingsruimte berekend. Op basis van deze berekening wordt 50% van de berekende plaatsingsruimte ingezet volgens de in dit artikel beschreven doelgroepenprioritering. De andere helft (50%) van de plaatsingsruimte wordt bestemd voor de mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan. Deze mensen worden op basis van de First in First out (Fifo) systematiek geplaatst.
Uit het oogpunt van uitvoerbaarheid in de 3 doelgroepen wordt gekeken naar de best beschikbare kandidaat. In de loop van 2009/2010 wordt de methode geëvalueerd. Als dan blijkt dat een bepaalde doelgroep niet of nauwelijks aan bod is geweest zal het jaar daarna meer aandacht moeten worden besteed aan deze doelgroep.
Daarenboven komt, indien in het lopende jaar blijkt dat de mutatie natuurlijk verloop groter is dan verwacht, de daaruit vrijgekomen ruimte beschikbaar voor de categorie wachtlijst korter dan 12 maanden. Is de mutatie natuurlijk verloop kleiner, dan gaat dit ten laste van de categorie wachtlijst langer dan 12 maanden.
Deze systematiek wordt op deze wijze toegepast, omdat, indien de jaarlijkse ontwikkeling op de wachtlijst kleiner is dan de beschikbare ruimte, de resterende capaciteit ook wordt ingezet voor mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan. Maar ook om voldoende middelen beschikbaar te hebben voor de doelgroepenprioritering.
Voor het overgangsjaar 2009 worden tussen het bestuur en de gemeenten nadere afspraken gemaakt over de voor dit jaar resterende periode van verwachte plaatsingsruimte, na inwerkingtreding van deze verordening.
De volgende doelgroepenprioritering gehanteerd.
Ondanks het feit dat het UWV voor deze cliënten re-integratieverantwoordelijk is, wordt er voor gekozen om geïndiceerden met een Wajong-uitkering voorrang te geven bij instroom in de Wsw. Een groeiende groep “Wajongers” valt tussen wal en schip na afronding van hun opleiding.
Het streefdoel van de Wsw is de nadruk te leggen op ‘de beweging van binnen naar buiten’. In dat verband wordt ervoor gekozen zoveel mogelijk voorrang te verlenen aan geïndiceerden met een begeleid werken indicatie. De beslissing voorrang te geven aan geïndiceerden met de indicatie begeleid werken kan de gemeenten tevens een hogere rijksbijdrage opleveren. Per gerealiseerde voltijds begeleid werkenplaats is hiervoor vanaf 2008 een bonus van maximaal € 3000 op jaarbasis beschikbaar.
Gemeenten hebben belang bij het plaatsen van personen behorende tot deze doelgroep, gelet op de uitkeringsrelatie.
Met ingang van 2007 wordt het gemeenten ook toegestaan om WWB gelden uit het werkdeel in te zetten ten einde de instroom vanaf de wachtlijst van Sw-geïndiceerden te bevorderen. Het gaat dan wel om personen die op de wachtlijst staan, een Wsw-indicatie hebben, en daarnaast ook onder de gemeentelijke doelgroep vallen (WWB, IOAW, IOAZ en niet-uitkeringsgerechtigden). Het gaat ook om plaatsingen die gerealiseerd worden boven de taakstelling van enig jaar. Achterliggende gedachte is dat de werknemersvaardigheden van de geïndiceerde er door langere inactiviteit op achteruit kunnen gaan. Gemeenten kunnen derhalve met middelen uit het werkdeel een voortraject financieren om dit te voorkomen.