Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Noord-Holland

Uitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Noord-Holland
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011
CiteertitelUitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbedrijventerrein, duurzaam, beheer, private ruimte, private gronden, subsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-201131-12-2013Art. 4

05-04-2011

Provinciaal Blad, 2011, 45

2011-18245
03-03-201109-04-2011Nieuwe regeling

01-02-2011

Provinciaal Blad, 2011, 21

2011-1438

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011

Gedeputeerde Staten;

besluiten vast te stellen de volgende Uitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011.

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijventerrein: een binnen de provincie Noord-Holland gelegen terrein van minimaal 1 ha bruto dat vanwege zijn bestemming bestemd en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie en is opgenomen in tabel 7,8 of 9 van hoofdstuk 4 van het Provinciaal Herstructureringsprogramma 2009-2020. Onder de beschrijving vallen daarmee ook (delen) van bedrijventerreinen die gedeeltelijk (maar niet overwegend) bestemd zijn en geschikt zijn voor kantoorgebouwen. Ook vallen daaronder de zeehaventerreinen welke met laad- of loskade langs diep vaarwater toegankelijk zijn voor grote zeeschepen. De volgende terreinen vallen er niet onder: terrein voor grondstoffenwinning, olie- en gaswinning, terrein voor waterwinning, terrein voor agrarische doeleinden, terrein voor afvalstort;

  • b.

    duurzaam beheer: een organisatie waarin de gemeente en eindgebruikers de continuïteit van onderhoud, beheer, kwaliteit en herinvestering waarborgen;

  • c.

    duurzaamheidsmaatregelen: het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer, ruimtelijke inrichting, ruimtelijke kwaliteit of parkmanagement, die leiden tot een lagere milieubelasting en zorgvuldig ruimtegebruik op een bestaand bedrijventerrein;

  • d.

    gemeenschappelijke regeling: een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

  • e.

    ruimtewinst: de extra ruimte die voor bedrijfsmatige activiteiten ter beschikking komt als gevolg van herstructurering ten opzichte van het huidige ruimtebeslag op een bestaand bedrijventerrein.

  • f.

    Fysieke verbeteringen: eenmalige, duurzame ingrepen in de private ruimte van een bedrijventerrein bij technische, economische, maatschappelijke en ruimtelijke veroudering, in de vorm van een gecombineerde aanpak of geïntegreerde aanpak met functiewijziging, van de private ruimte. Functiewijzigingen naar een niet-economische functie vallen hier niet onder.

  • g.

    Procesmanagement: het inhuren van externe begeleiding van een herstructureringsproject of het opzetten van duurzaam beheer (parkmanagement).

  • h.

    Onderzoek: onderzoeken die plaatsvinden voordat met een herstructurering wordt gestart, bijvoorbeeld om te bepalen welke maatregelen exact nodig zijn.

  • i.

    Taxatierapport: een door een onafhankelijke taxateur opgemaakt rapport.

Artikel 2

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten of aan een gemeenschappelijke regeling voor de herstructurering van private gronden op bedrijventerreinen.

Artikel 3

Subsidie wordt geweigerd in indien:

  • a.

    de herstructurering naar ons oordeel financieel onhaalbaar is;

  • b.

    er voor dezelfde activiteit door ons reeds subsidie is verstrekt;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op regulier onderhoud;

  • d.

    er naast de private ruimte geen openbare ruimte op het bedrijventerrein geherstructureerd wordt of na 2002 geherstructureerd is.

Artikel 4
  • 1. De aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag door ons is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien de aanvraag na 10 april en voor 18 mei door ons is ontvangen.

  • 3. Aanvragen om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode worden ontvangen, worden niet in behandeling genomen.

  • 4. De aanvraag om subsidie bevat minimaal:

    • a.

      een taxatierapport van de aankoop van het perceel, en

    • b.

      een taxatierapport van de verwachte waarde van de gronden en opstallen na de herstructurering.

  • 4. Wij beslissen binnen 16 weken na afloop van de indieningstermijn.

Artikel 5
  • 1. De aanvraag om vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat minimaal:

    • a.

      een taxatierapport van de waarde van de gronden en opstallen na de herstructurering, of

    • b.

      de verkoopakte.

  • 3. Wij beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de in het eerste lid genoemde aanvraag.

Artikel 6

Wij stellen jaarlijks afzonderlijke subsidieplafonds voor fysieke verbeteringen, onderzoek en procesmanagement vast.

§ 2 Fysieke verbeteringen

Artikel 7

Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke verbeteringen.

Artikel 8

Subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    kosten voor verwerving van de gronden en opstallen;

  • b.

    kosten voor ontruiming;

  • c.

    kosten van tijdelijk beheer;

  • d.

    kosten van sloopwerken;

  • e.

    kosten van bouwrijp maken;

  • f.

    kosten van apparaatkosten;

  • g.

    rentekosten.

Artikel 9

Subsidie wordt niet verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    bodemsaneringskosten;

  • b.

    kosten woonrijp maken;

  • c.

    omslagkosten;

  • d.

    kosten die betrekking hebben op de openbare ruimte, infrastructuur, verlichting;

  • e.

    kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan.

Artikel 10
  • 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten minus 50% van de inkomsten die met de activiteit gerealiseerd worden, tot een maximum van € 2.000.000, -.

  • 2. De inkomsten die met de activiteit gerealiseerd worden bestaan in ieder geval uit:

    • a.

      de door een onafhankelijke taxateur getaxeerde verkoopwaarde van de gronden en opstallen, of

    • b.

      de opbrengst van de verkoop van de gronden en opstallen.

Artikel 11
  • 1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, rangschikken wij de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst, waarbij in aflopende mate prioriteit wordt gegeven aan de volgende criteria:

    • a.

      de urgentie van de herstructurering;

    • b.

      het aantal hectaren wat geherstructureerd wordt;

    • c.

      de mate waarin regionaal wordt samengewerkt bij selectie en uitvoering van het project;

    • d.

      de mate waarin andere partijen financieel bijdragen aan de herstructurering;

    • e.

      de hoeveelheid ruimtewinst;

    • f.

      de kwaliteit van de duurzaamheidsmaatregelen.

    • g.

      de mate waarin de risico’s van het project zijn afgedekt;

  • 2. Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald. Het in het eerste lid, onder a genoemde criterium heeft een wegingsfactor van 1,6. Het criteria genoemd onder b. heeft een wegingsfactor van 1,5, het criterium onder c. heeft een wegingsfactor van 1,4, het criterium onder d. heeft een wegingsfactor van 1,3, het criterium onder e. heeft een wegingsfactor van 1,2, het criterium onder f. heeft een wegingsfactor van 1,1 en het criterium onder g. heeft een wegingsfactor van 1,0.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag met de laagste projectkosten.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om de fysieke verbetering binnen 7 jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking uitgevoerd te hebben.

§ 3 onderzoek

Artikel 13

Subsidie kan worden verstrekt voor onderzoek naar herstructurering van een bedrijventerrein;

Artikel 14

In afwijking van artikel 2 kan subsidie voor onderzoek naar herstructurering van bedrijventerreinen ook verstrekt worden aan rechtspersonen die samenwerken met een gemeente of met een gemeenschappelijke regeling.

Artikel 15

Indien de subsidieontvanger een gemeente of een gemeenschappelijke regeling is wordt de subsidie niet verstrekt voor de kosten van eigen personeel.

Artikel 16

De subsidie bedraagt 50% van de door ons noodzakelijk geachte kosten tot maximaal € 20.000, -.

Artikel 17
  • 1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, rangschikken wij de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst. De volgorde waarin de aanvragen op de prioriteitenlijst worden gerangschikt, wordt bepaald door:

    • a.

      de urgentie van de herstructurering;

    • b.

      de mate waarin de onderzoeksresultaten toepasbaar zijn voor een concrete herstructurering;

    • c.

      de mate waarin de elementen ruimtewinst en duurzaamheid zijn meegenomen;

  • 2. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag met de laagste projectkosten.

§ 4 Procesmanagement

Artikel 18

Subsidie kan worden verstrekt voor procesmanagement van de herstructurering van een bedrijventerrein;

Artikel 19

Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van eigen personeel.

Artikel 20

De subsidie bedraagt 75% van de door ons noodzakelijk geachte kosten tot maximaal € 40.000, -.

Artikel 21
  • 1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, rangschikken wij de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst. De volgorde waarin de aanvragen op de prioriteitenlijst worden gerangschikt, wordt bepaald door:

    • a.

      de urgentie van de herstructurering;

    • b.

      de mate waarin het procesmanagement bijdraagt aan een versnelde uitvoering van de herstructurering;

    • c.

      de mate waarin de elementen ruimtewinst en duurzaamheid zijn meegenomen.

  • 2. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag met de laagste projectkosten.

§ 5 slotbepalingen

Artikel 22

De subsidie ontvanger is verplicht:

  • a.

    binnen één jaar te starten met de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    indien subsidie is verkregen voor fysieke verbeteringen te voorzien in duurzaam beheer;

  • c.

    indien subsidie is verkregen voor fysieke verbeteringen jaarlijks een voortgangsrapportage in te dienen.

Artikel 23
  • 1. Deze regeling treedt inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2013.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011.

Ondertekening

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

Haarlem, 1 februari 2011,

J. W. Remkes, voorzitter.

T. Kampstra, wnd. Provinciesecretaris.

Toelichting

De Provincie Noord-Holland zet zich al jaren in voor de herstructurering van bedrijventerreinen. In het Provinciaal HerstructureringsProgramma (PHP) is aangegeven dat de provincie de financiële inzet richt op twee sporen:

  • 1.

    Herontwikkeling van de openbare ruimte, middels inzet van de uitvoeringsregeling HIRB Light.

  • 2.

    Herontwikkeling van private ruimte, middels inzet van de uitvoeringsregeling HIRB Privaat.

Deze toelichting gaat in op een aantal juridische en inhoudelijke begrippen uit de uitvoeringsregeling HIRB Privaat.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In de uitvoeringsregeling wordt een aantal begrippen gebruikt. In artikel 1

worden deze begrippen uitgelegd. Hieronder volgt een aanvullende uitleg.

  • a.

    bedrijventerrein: in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie, artikel 1, onderdeel 8 wordt beschreven wat de provincie onder een bedrijventerrein verstaat: “een binnen de provincie Noord-Holland gelegen terrein van minimaal 1 ha bruto dat vanwege zijn bestemming bestemd en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie. Onder de beschrijving vallen daarmee ook (delen) van bedrijventerreinen die gedeeltelijk (maar niet overwegend) bestemd zijn en geschikt zijn voor kantoorgebouwen. Ook vallen daaronder de zeehaventerreinen welke met laad- en/of loskade langs diep vaarwater toegankelijk zijn voor grote zeeschepen. De volgende terreinen vallen er niet onder: terrein voor grondstoffenwinning, olie- en gaswinning, terrein voor waterwinning, terrein voor agrarische doeleinden, terrein voor afvalstort” Nieuwe bedrijventerreinen vallen niet binnen de subsidieregeling. Natuurlijk is veroudering en herstructurering niet aan de orde bij een nieuw bedrijventerrein; bij nieuwe bedrijventerreinen hebben gemeenten instrumenten zoals het bestemmingsplan tot haar beschikking staan om intensief ruimtegebruik en duurzaamheid te stimuleren;

  • b.

    duurzaam beheer: Door het invoeren van duurzaam beheer wordt voorkomen dat nieuwe veroudering optreedt; gemeente en de ondernemers werken samen of maken afspraken over het beheer van een bedrijventerrein. Deze intensieve samenwerking kan plaatsvinden door het opzetten van een parkmanagementorganisatie. Een dergelijk samenwerkingsverband is een voorwaarde voor het krijgen van een provinciale subsidie. Het kan hier gaan om:

    • Gestructureerde samenwerking op het gebied van (ruimtelijk) beleid; • Gezamenlijk terreinbeheer (verbetering van de uitstraling van het terrein);

    • Gezamenlijke inkoop van goederen en diensten (kostenbesparing door collectieve inkoop ICT, beveiliging, e.d. en tijdsbesparing door collectieve inkoop van bijvoorbeeld personeelsdiensten, innovatie en export);

    • Gezamenlijk duurzaamheidsbeleid (bijvoorbeeld besparing van grondstoffen, het gebruik van duurzame energie en beperking van de mobiliteit.)

  • c.

    duurzaamheidsmaatregelen. De manier waarop duurzaamheid bij een project wordt ingevuld is een belangrijk criterium bij de rangschikking van de projecten: hoe duurzamer een project, hoe hoger de kans op subsidie.

  • d.

    ruimtewinst: de extra ruimte die ter beschikking komt op een bedrijventerrein. Ruimtewinst wordt gemeten in extra uitgeefbare hectaren. Dat kan in de vorm van het vrijkomen van ruimte in het horizontale vlak als wel extra toegevoegde ruimte in het verticale vlak (het zogenaamde stapelen of verhoging van de Floor space index). Er zijn een aantal indicatoren die ruimtewinst bepalen:

    • Floor Space Index (FSI). Dit is het aantal vierkante meters bedrijfsvloeroppervlak (bvo) ten opzichte van het uitgegeven terreinoppervlak. Dit kan zowel per kavel als voor het gehele bedrijventerrein worden gemeten;

    • Netto/ bruto verhouding. Dit is de is de verhouding tussen het aantal uitgeefbare en in gebruik zijnde hectaren ten opzichte van het totale oppervlak van het terrein (inclusief bijvoorbeeld openbaar groen of infrastructuur);

    • Bebouwingspercentage. Dit geeft de verhouding weer tussen het bebouwde en onbebouwde deel van een kavel.

  • e.

    In deze uitvoeringsregeling wordt subsidie verstrekt voor maatregelen die vallen onder de herstructureringstypen revitalisering en herprofilering, zoals omschreven in het convenant bedrijventerreinen 2010-2020. Maatregelen vallend onder achterstallig onderhoud (facelifts) en transformatie worden niet ondersteund.

  • f.

    Zowel bij procesmanagement als onderzoek wordt alleen de inhuur van externe kennis en ervaring gesubsidieerd. Het idee hierachter is dat interne personeelskosten voor eigen rekening van een gemeente blijven.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidieaanvragen kunnen alleen worden ingediend door Noord-Hollandse gemeenten of een gemeenschappelijke regeling. Alleen bij onderzoeken kunnen ook aanvragen ingediend worden door rechtspersonen die samenwerken met een gemeente of met een gemeenschappelijke regeling, die onderzoek willen doen naar een bedrijventerrein uit tabel 7,8 of 9 van hoofdstuk 4 van het Provinciaal Herstructureringprogramma 2009-2020.

Artikel 3 Weigeringsgronden

In dit artikel worden de gronden waarop een project in ieder geval geweigerd wordt, uiteen gezet:

  • a.

    De begroting van een project moet sluitend zijn. Dit is de financiële bevestiging dat het project uitvoeringsgereed is. Een deel van het afbreukrisico van het project wordt hierin weggenomen.

  • b.

    Voor de activiteiten/ projectkosten mag niet eerder een provinciale subsidie zijn verleend. Als het een ander onderdeel van het project of andere activiteiten betreft dan bij een eerdere subsidie het geval was, dan komen de activiteiten/ projectkosten wel in aanmerking voor subsidie.

  • c.

    Het gaat hier om maatregelen die vallen onder revitalisering en herprofilering en niet het normale onderhoud van private ruimte (zie ook toelichting op art. 1, a).

  • d.

    De herstructurering van private delen op een bedrijventerrein kan niet los staan van het aanpakken van de openbare ruimte van het betreffende bedrijventerrein of deel daarvan. Om de integrale aanpak van het bedrijventerrein te bevorderen moet tegelijkertijd de openbare ruimte aangepakt worden of er moet sprake zijn van maatregelen die in het verleden al getroffen zijn in de openbare ruimte waardoor alleen ‘achterstand’ in de private ruimte resteert.

Artikel 4 Procedurebepalingen

  • 1.

    Het is gebruikelijk dat de provincie geen projecten subsidieert die al gestart zijn. Het grotere herstructureringsproject kan al wel gestart zijn, maar de onderdelen/activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen pas starten nadat de aanvraag is ingediend.

  • 2 en 3.

    Aanvragen moeten zijn ontvangen in de aangegeven periode. Dat wil zeggen dat de aanvraag uiterlijk 1 augustus in het bezit moet zijn van de Provincie Noord-Holland. Aanvragen die na deze datum binnenkomen, worden geweigerd.

  • 4.

    Binnen 16 weken na sluiting van de tender wordt beslist over de ingediende aanvragen. Dit betekent dat als de tender is gesloten op 18 mei, de aanvragers uiterlijk 6 september bericht krijgen van de provincie over hun aanvraag.

    In de tussentijd wordt de aanvraag:

    • juridisch en financieel beoordeeld op de voorwaarden (of de activiteiten voldoen aan de uitvoeringsregeling, of een aanvraag de goede bijlagen bevat, of de begroting goed in elkaar zit etcetera);

    • inhoudelijk ambtelijk beoordeeld op basis van de rangschikkingscriteria;

    • hieruit volgt een prioriteitenlijst waarop de aanvragen gerangschikt zijn. Het subsidieplafond (maximaal te verdelen subsidiebudget) wordt verdeeld aan de hand van deze lijst. Aanvragen die boven de ‘zaaglijn’ van het subsidieplafond vallen, krijgen subsidie. Aanvragen die minder hoog scoren vallen beneden de zaaglijn en worden geweigerd;

    Deze prioriteitenlijst wordt vervolgens goedgekeurd door Gedeputeerde Staten, waarna de beschikkingen gemaakt en verstuurd kunnen worden.

  • 5.

    Een aanvraag tot vaststelling bestaat uit:

    • Een inhoudelijke eindrapportage. Hierin moet bijvoorbeeld worden vermeld hoe duurzaam beheer tot stand is gebracht;

    • Een financiële eindverantwoording waar de gemaakte kosten verbonden worden met de verschillende fasen/onderdelen van het project. Hiermee legt de subsidieaanvrager rekening en verantwoording af over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;

    • Een eventuele accountantsverklaring (verplicht vanaf € 50.000,- subsidie);

      Bewijzen van gemaakte kosten (zoals facturen, betaalbewijzen en sluitende urenregistraties).

Artikel 8

Subsidie wordt verstrekt voor:

  • kosten voor verwerving van de gronden en opstallen; de post verwerving bevat de te maken kosten om de beschikking te krijgen over de benodigde gronden en opstallen. Ook de uitplaatsingkosten vallen hieronder. De hoogte van de post is volledig locatiegebonden en kan alleen via een taxatie worden bepaald.

  • kosten voor ontruiming; indien deze post van toepassing dient een berekening van de verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

  • kosten van tijdelijk beheer; indien deze post van toepassing dient een berekening van de verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

  • kosten van sloopwerken; om de grond geschikt te maken voor uitgifte van gebouwen, dient zij eerst vrijgemaakt te worden van gebouwde obstakels. Daartoe dienen voor zover nodig bestaande bouwwerken en ondergrondse infrastructuur opgeruimd te worden. Er dient een berekening van te verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

  • kosten van bouwrijp maken; een gebied is bouwrijp als er ook daadwerkelijk gebouwd kan worden. Tot het bouwrijp maken kunnen worden gerekend; grote ophogingen; grote infrastructurele werken; grondwerk; riolering en drainage; bouwwegen en tijdelijke voorzieningen; kunstwerken. Er dient een berekening van de verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

  • kosten van apparaatkosten; in de grondexploitatie worden ook kosten opgenomen om het plan te kunnen maken; het betreft hier de (plan) kosten voor voorbereiding, toezicht en uitvoering. Er dient een berekening van de te verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

  • rentekosten; worden sterk bepaald door het verloop in de tijd van de investeringen en opbrengsten uit de grondexploitatie. Het verloop in de tijd kan maximaal zeven jaar zijn, aangezien de subsidieontvanger verplicht is om de fysieke verbetering binnen 7 jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking uitgevoerd te hebben. Er dient een berekening van de te verwachte kosten te worden gemaakt of een offerte te worden meegestuurd.

Artikel 9

Subsidie wordt niet verstrekt voor de volgende kosten:

  • bodemsaneringskosten; kosten van een bodemonderzoek en/of de sanering.

  • kosten woonrijp maken; bij het woonrijp maken kunnen de volgende kostensoorten worden onderscheiden; grondwerk (dit betreft het kleinere werk wat samenhangt met de definitieve wegaanleg en groenstructuur); riolering; wegen groen en straatmeubilair (openbare verlichting, brandkranen, banken e.d.)

  • omslagkosten; binnen het gemeentelijk grondgebied zijn werken te onderkennen die niet alleen dienstbaar zijn aan het plan waarbinnen zij liggen, maar die mede dienen voor of verband houden met het totaal. Men geeft deze werken veelal aan met de term ‘bovenwijkse voorzieningen.

  • kosten die betrekking hebben op de openbare ruimte, infrastructuur, verlichting;

  • kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan.

Artikel 10 Berekening

Ad. 1 Dit artikel gaat over de hoogte van de eventueel toe te kennen subsidie.

  • 1.

    subsidie voor fysieke verbeteringen bedraagt maximaal 50% van de projectkosten, verminderd met 50% van de opbrengsten die door het project worden gerealiseerd en toekomen aan de aanvrager van de subsidie. De maximale subsidie is 2 miljoen euro.

    Onder de inkomsten worden in ieder geval verstaan de waardevermeerdering van grond en opstallen, getaxeerd door een onafhankelijke taxateur of daadwerkelijk ten gelde gemaakt als opbrengst van verkoop van gronden en opstallen.

Twee voorbeelden

  • 1.

    De projectkosten zijn in totaal 1 miljoen euro. De opbrengsten uit verkoop van grond en opstallen zijn 500.000 euro. De subsidie is maximaal 50% van de projectkosten (500.000 euro), verminderd met 50% van de opbrengsten (250.000 euro) dus de subsidie is maximaal €250.000,-.

  • 2.

    De projectkosten zijn in totaal 8 miljoen euro. De opbrengsten zijn 3 miljoen euro. De subsidie is dan 50% van de projectkosten (4 miljoen euro), verminderd met 50% van de opbrengsten (1,5 miljoen euro), maar maximaal 2 miljoen euro (en niet 4-1,5=2,5miljoen) want dat is het hoogst haalbare.

Artikel 11 Rangschikkingscriteria

Bij de rangschikking van de aanvragen worden de volgende criteria gebruikt:

Urgentie.

Hier spelen economische en sociale aspecten een rol en vragen als:

Levert het project specifieke nieuwe vestigingsruimte op voor in het werkgelegenheidsbeleid belangrijke sectoren?

Wat is de urgentie voor het oppakken van het project?

Aantal hectaren.

Het doel van het Provinciaal Herstructurerings Programma is om 45 ha te herstructureren (revitalisering en herprofilering). Hoe meer het project bijdraagt aan deze doelstelling hoe hoger het scoort.

Regionale samenwerking.

Regionale samenwerking op gebied van bedrijventerreinen is provinciedekkend en betreft de regio’s Kop van Noord-Holland, West-Friesland, regio Alkmaar, Metropoolregio Amsterdam (Plabeka) en Gooi en Vechtstreek. De regionale ontwikkelingsbedrijven hebben daarbij vaak een belangrijke ondersteunende rol. Het minimale niveau waarop wordt samengewerkt is een gezamenlijk herstructureringsprogramma. Een stap ‘hoger’ wordt gevormd door regio’s waar een of meer van de volgende onderwerpen regionaal is afgestemd: regionaal grondprijsbeleid, verevening, regionaal parkmanagement, segmentering van bedrijventerreinen. Nog een stap verder gaat de regionale samenwerking wanneer voorgaande elementen onderdeel uitmaken van een regionaal samenhangend bedrijventerreinenprogramma, waarin de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen samen hangt met de herontwikkeling van bestaande terreinen.

Naarmate er zowel bij selectie als uitvoering van projecten intensiever wordt samengewerkt komt het project hoger op de prioriteitenlijst.

De mate waarin andere partijen financieel bijdragen aan de herstructurering.

Omdat de hoeveelheid provinciale middelen beperkt zijn ten opzichte van de totale herstructureringsopgave zullen de gemeenten op zoek moeten gaan naar samenwerking met onder andere private partijen om zoveel mogelijk verouderde hectaren bedrijventerrein aan te pakken. Naar mate het de gemeente beter lukt om andere partijen bij te laten dragen aan de herstructurering en zodoende een vliegwieleffect te bewerkstelligen met de ingezette provinciale middelen, zal het project hoger eindigen op de prioriteitenlijst.

Ruimtewinst.

Het gaat erom hoeveel nieuw uitgeefbare vestigingsruimte het herstructureringsproject oplevert. Dat kan door ingrepen die daadwerkelijk nieuw uitgeefbare ruimte opleveren (bijv. opheffen van een stuk weg) of door dubbel grondgebruik (een hogere FSI) dan wel het opheffen van langdurige leegstand.

Kwaliteit van de duurzaamheidsmaatregelen.

De provincie hanteert de principes van people, planet en profit om duurzaamheid weer te geven. Deze zogenaamde ‘triple p’-benadering bevordert de integraliteit bij het denken over duurzaamheid en wordt daarom ook bij herstructureringsprojecten gevraagd.

Risico van het project.

Hoe meer risico’s aan de uitvoering van het project zijn verbonden hoe lager het scoort. Het betreft hier zowel de financiële risico’s (business-case) als de risico’s op het niet aansluiten van het aanbod aan geherstructureerd bedrijventerrein op de vraag

Enkele uitgangspunten:

Planet:

  • Ruimtelijke ordening: zorgvuldig ruimtegebruik, vergroten ruimtelijke kwaliteit, klimaatbestendigheid;

  • Water: duurzaam watersysteem, duurzaam watergebruik

  • Natuur, landschap, cultuurhistorie: versterking natuur en landschap, versterking cultuurhistorie

  • Grond/ afvalstoffen: preventie/ hergebruik

  • Duurzame energie: besparing, hergebruik

  • Duurzaam bouwen: Co2 neutraliteit

  • Bodem: preventie/ sanering bodemverontreiniging, preventie bodembeschadiging.

People:

  • Leefbaarheid en externe veiligheid

  • Sociaal Beleid: zorg voor welzijn en onderwijs, verhoging sociale veiligheid.

Profit:

  • Verkeer en Vervoer: verbetering bereikbaarheid, verbetering verkeersveiligheid

  • Economie: concurrerend ondernemersklimaat, versterking kennis en innovatie

  • Bedrijfsvoering en proces: gebiedsgericht beheer, duurzaam ondernemen, duurzaam toepassen van wet- en regelgeving Inspiratie is ook te vinden in de Menukaart Duurzame Bedrijventerreinen van de provincie Noord-Brabant.

Ad. 3 Dit artikel geeft de werkwijze weer als twee projecten op de zaaglijn zijn geëindigd (net wel of net geen subsidie) en dezelfde score hebben. De aanvraag met het hoogste percentage cofinanciering heeft dan voorrang.

Artikel 12

Omdat de te subsidiëren projecten een bijdrage moeten leveren aan de versnelling van de herstructureringsopgave worden de projecten mede beoordeeld op de mate van urgentie. Daarom wordt van de projecten verwacht dat de projecten ook snel uitgevoerd zullen worden en binnen 7 jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking uitgevoerd zijn.

3 Onderzoek en

4 Procesmanagement

Artikel 14

Om ook andere organisaties te ondersteunen in hun behoefte aan informatie over welke maatregelen nodig en mogelijk zijn voor het uitvoeren van een herstructurering kunnen zowel gemeenten, gemeenschappelijke regelingen als rechtspersonen die samenwerken met een gemeente of met een gemeenschappelijke regeling, die onderzoek willen doen naar een bedrijventerrein uit tabel 7,8 of 9 van hoofdstuk 4 van het Provinciaal Herstructureringprogramma 2009-2020, een aanvraag indienen voor subsidie voor onderzoek.

Artikel 17 en 21

De criteria voor procesmanagement en onderzoek komen overeen met de genoemde criteria bij fysieke maatregelen. Hierbij wordt ook toepasbaarheid in de praktijk (onderzoek) en bijdrage aan versnelde uitvoering (procesmanagement) meegeteld.

5 Slotbepalingen

Artikel 22

De uitvoeringsregeling herstructurering private ruimte op bedrijventerreinen Noord-Holland 2011 is gericht op snelle uitvoering, alle projecten moeten dus binnen een jaar na subsidieverlening starten.

Als een subsidie voor fysieke verbeteringen is toegekend, dan moet de subsidieontvanger ieder jaar een voortgangsrapportage indienen. Op deze manier kan de Provincie Noord-Holland goed monitoren hoe de uitvoering van een project verloopt.

Het voorzien in duurzaam beheer is tevens een verplichting waar de provincie veel waarde aan hecht.

Het wordt op prijs gesteld als een subsidieontvanger bij communicatieve uitingen laat weten dat het project tot stand is gekomen met financiële steun van de Provincie Noord-Holland. Voor dit doel kunnen provinciale logo’s worden gedownload via: www.noord-holland.nl/web/show/id=169919.