Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Cultuurhistorie Gelderland |
Citeertitel | Verordening Cultuurhistorie Gelderland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | monumenten, subsidies, cultuur |
De vervallenverklaring van paragraaf 5 van deze regeling is opgenomen in de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011, die is bekendgemaakt in het Provinciaal Blad nr. 2011/141 van 25 november 2010. Met dien verstande dat paragraaf 5 van deze regeling van kracht blijft voor subsidies die voor 1 januari 2011 zijn aangevraagd.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-03-2014 | Onbekend | 10-11-2010 Provinciaal Blad 2010/141 | PS2010-768 |
Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 14 december 2005, nr. PS2005-866 (Provinciaal Blad nr. 2005/116 van 5 januari 2006). In werking getreden op 6 januari 2006. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten d.d. 14 april 2006, nr. PS2005-866 (Provinciaal Blad nr. 2006/49 d.d. 2 mei 2006). Vervallenverklaring paragraaf 5 vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 10 november 2010, nr. PS2010-768 (Provinciaal Blad nr. 2010/141 van 25 november 2010, waarbij een nieuwe regeling Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 werd vastgesteld. In werking getreden op 1 januari 2011.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
cultuurhistorische waarden: objecten of structuren van historisch-bouwkundige, archeologische en/of historisch-geografische waarden en/of landschapshistorische (geomorfologische) elementen, zoals deze zijn opgenomen in de provinciale databank, die de grondslag vormt voor de Cultuurhistorische Waarden- en Beleidskaart van de provincie Gelderland of de gemeentelijke lijst van beschermde objecten of structuren;
Cultuurhistorische Waardenkaart: door Gedeputeerde Staten vastgestelde kaart met alle data, die vanuit provinciaal belang cultuurhistorische waarden van de provincie Gelderland bevat en de volgende gegevens weergeeft: historische bouwkunde, historische geografie, archeologische monumenten en de indicatieve kaart archeologische waarden;
duurzame instandhouding of ontwikkeling van cultuurhistorische waarden: een beschermings- of ontwikkelingsaanpak, die erop is gericht het verval van cultuurhistorische objecten of structuren tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud, restauratie, inrichting en beheer;
Paragraaf 2 Inleidende bepalingen bij subsidieverstrekking duurzame instandhouding en ontwikkeling cultuurhistorische waarden
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijke of rechtspersoon, al dan niet op winst gericht, die krachtens eigendom of beperkt recht het genot heeft van cultuurhistorische waarden, onder wiens opdracht duurzame instandhouding en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden plaatsvindt, behoudens de uitzonderingen genoemd in artikel 10, tweede lid.
Paragraaf 3 Aanvullende bepalingen bij subsidieverstrekking duurzame instandhouding en ontwikkeling cultuurhistorische waarden
Subsidie in de kosten van onderhoud van cultuurhistorische waarden bedraagt ten hoogste 20% van het totaal van de door Gedeputeerde Staten subsidiabel geachte kosten tot een maximumsubsidie van € 5.000,-- per aanvraag, met dien verstande dat de provinciale subsidie niet meer kan bedragen dan de door de gemeente verstrekte subsidie.
Subsidie in de kosten van de restauratie van cultuurhistorische waarden, inclusief werkzaamheden aan de molenbiotoop, bedraagt 20% van het totaal van de door Gedeputeerde Staten subsidiabel geachte kosten tot een maximumsubsidie van € 50.000,-- per aanvraag, met dien verstande dat de provinciale subsidie niet meer kan bedragen dan de door de gemeente vastgestelde subsidie.
Ten behoeve van een haalbaarheidsonderzoek of strategische beheersvisie bedraagt de subsidie maximaal 50% van de door Gedeputeerde Staten subsidiabel geachte kosten, tot een maximum van € 5.000,-- per onderzoek of beheersvisie. De subsidie voor een strategische beheersvisie wordt alleen verstrekt, indien uitvoering wordt gegeven aan duurzame instandhouding en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden.
Paragraaf 4 Voorwaarden, weigering en intrekking bij subsidieverstrekking duurzame instandhouding en ontwikkeling cultuurhistorische waarden
De uitvoering van de werkzaamheden dient conform de nadere regels te zijn voltooid binnen 24 maanden na dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening, tenzij deze termijn door Gedeputeerde Staten is verlengd. Een verzoek tot verlenging van de in het tweede lid bedoelde termijn dient acht weken voor het verstrijken van die termijn bij Gedeputeerde Staten te worden ingediend.
Degene aan wie krachtens de regeling subsidie is verstrekt, dient het object met cultuurhistorische waarde in goede staat van onderhoud te houden, in geval van een molen daarnaast operationeel te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen water-, brand-, storm- en bliksemschade gedurende de periode dat sprake is van een object met cultuurhistorische waarde.
Gedeputeerde Staten kunnen de beschikking tot subsidieverlening intrekken indien de werkzaamheden niet binnen 24 maanden na dagtekening van deze beschikking zijn voltooid. In geval van werkzaamheden aan molens, molenrestanten en stoomgemalen geldt een termijn van 36 maanden na dagtekening van deze beschikking.
Paragraaf 6 Overgangs- en slotbepalingen subsidieverstrekking duurzame instandhouding en ontwikkeling cultuurhistorische waarden
Besluiten tot subsidieverlening, genomen op grond van de Subsidieregeling Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden, worden overeenkomstig die subsidieregeling afgehandeld.
Paragraaf 7 Overgangs- en slotbepalingen
Aanvragen, waarop met ingang van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde datum nog geen besluit is genomen, worden met ingang van die datum geacht aanvragen te zijn op grond van deze verordening.
De verordening is niet van toepassing op een geheel of grotendeels van metaal vervaardigde windturbine, bedoeld voor de opwekking van schone energie.
In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken of ontheffing verlenen van de procedurebepalingen en -voorschriften van deze verordening.
Gedeputeerde Staten brengen uiterlijk 1 oktober 2009 aan Provinciale Staten verslag uit over de toepassing van deze verordening.