Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling projectbureau herstructurering tuinbouw Bommelerwaard |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling projectbureau herstructurering tuinbouw Bommelerwaard |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | natuur en landschap, gemeenten, financiën, waterschap, bestuurlijke organisatie |
Deze wijziging van de regeling tot instelling van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen is mede besloten door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zaltbommel, Maasdriel en het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rivierenland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft. Provinciale staten hebben op 29 september 2011, nr. PS2011-547, toestemming verleend als bedoeld in artikel 73, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2011 | Wijziging regeling | 04-10-2011 Provinciaal Blad, 2011/143 | zaaknummer 2008-007888 | ||
04-01-2011 | 12-10-2011 | Nieuwe regeling | 14-12-2010 Provinciaal Blad 2010/164 | zaaknummer 2008-007888 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 73 lid 2 en 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Gelet op de gemeenschappelijke regeling Projectbureau herstructurering tuinbouw Bommelerwaard die op 3 januari 2011 in werking is getreden;
Gelet op de van Provinciale Staten verkregen toestemming (PS2011-547) zoals bedoeld in artikel 73 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Vast te stellen de gewijzigde gemeenschappelijke regeling Projectbureau herstructurering tuinbouw Bommelerwaard zoals navolgend vermeld. Ingevolge artikel 25 lid 1 van de gewijzigde regeling treedt deze in werking op 12 oktober 2011.
Artikel 5. Aanwijzing leden algemeen bestuur
De deelnemende partijen beslissen elk zo spoedig mogelijk over de aanwijzing van nieuwe leden van het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten doch minimaal tweemaal per jaar en voorts indien de voorzitter of het dagelijks bestuur het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit het algemeen bestuur bestaat schriftelijk, met opgaaf van redenen, daar om verzoekt.
Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden: de voorzitter en drie leden van het algemeen bestuur. De drie leden zoals bedoeld in de vorige volzin zijn één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel, één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel en één vertegenwoordiger uit het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Rivierenland.
Hoofdstuk 6. Informatie, verantwoording en ontslag
Artikel 12. Dagelijks bestuur en voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur
De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur en geven daartoe gevraagd en ongevraagd aan het algemeen bestuur alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig zijn.
Artikel 13. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden, provinciale staten en algemeen bestuur waterschap
Een lid van het algemeen bestuur geeft aan een of meer leden van de raden, provinciale staten en het algemeen bestuur van de gemeenten, provincie respectievelijk het waterschap waarvan hij afkomstig is gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig zijn.
Hoofdstuk 10. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur kan na een daartoe strekkend besluit van een bevoegd bestuursorgaan van een publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon besluiten over toetreding tot onderhavige regeling van andere dan de deelnemende partijen. Onverminderd het bepaalde in artikel 24 lid 2 is voor dit besluit de instemming van tweederde van de leden van het algemeen bestuur nodig.
Na ontvangst van het in het vorige lid vermelde schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van onderhavige regeling besloten. Het algemeen bestuur stelt het liquidatieplan vast. Het liquidatieplan is bindend voor de uittredende deelnemer, met dien verstande dat dit geen grotere financiële verplichtingen mag bevatten dan die welke uit de Wet en de