PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 28 mei 2013 tot wijziging
van de provinciale regelgeving in verband met de troonswisseling op 30 april
2013; Gelet op artikel 105 juncto artikel 143, eerste lid van de
Provinciewet;
BESLUITEN
vast te stellen de navolgende gewijzigde regeling: Verordening
enquêtecommissie Gelderland
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 151a, eerste lid,
van de Provinciewet, naar het door Gedeputeerde Staten of
Commissaris van de Koning gevoerde bestuur;
- b.
enquêtecommissie: een door Provinciale Staten in te stellen
commissie als bedoeld in artikel 151a, derde lid, van de
Provinciewet, die het onder a bedoelde onderzoek uitvoert.
- c.
Voorzitter: de voorzitter van de onder b bedoelde
enquêtecommissie.
Artikel 2 Lidmaatschap van de enquêtecommissie
- 1
De leden van de enquêtecommissie worden, onverminderd het tweede lid,
benoemd voor de duur van het onderzoek en de behandeling van haar
aanbevelingen in Provinciale Staten.
- 2
Het lidmaatschap van de enquêtecommissie eindigt indien:
- a.
Provinciale Staten de enquêtecommissie opheffen;
- b.
Een lid ophoudt lid te zijn van Provinciale Staten, behoudens
het geval bedoeld in artikel 151a, zesde lid van de
Provinciewet;
- c.
- 3
Een lid dat ontslag neemt stelt hiervan de voorzitter en Provinciale
Staten schriftelijk in kennis.
- 4
Provinciale Staten kunnen een lid van de enquêtecommissie ontslaan,
wanneer deze naar het oordeel van de enquêtecommissie niet langer
geschikt is, of in staat is zijn lidmaatschap te vervullen.
- 5
Provinciale Staten voorzien zo spoedig mogelijk in vacatures.
Artikel 3 Voorzitter
- 1
Provinciale Staten wijzen een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter aan uit het midden van de enquêtecommissie.
- 2
De voorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de beraadslaging en de verhoren;
- b.
het handhaven van de orde;
- c.
het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde
regels;
- d.
het samen met de secretaris tekenen van besluitenlijsten,
verslagen en uitgaande stukken van de enquêtecommissie;
- e.
hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
Artikel 4 Besluitvorming door de commissie
- 1
De enquêtecommissie besluit met meerderheid van stemmen.
- 2
Ingeval de stemmen staken heeft de voorzitter een beslissende
stem.
- 3
Het Reglement van Orde Provinciale Staten en het reglement op de
statencommissies is niet van toepassing.
Artikel 5 Bevoegdheden van de enquêtecommissie
- 1
De enquêtecommissie stelt zo spoedig mogelijk na haar instelling een
plan van aanpak op.
In dit plan van aanpak wordt in ieder geval aandacht besteed aan:
- a.
de wijze waarop de onderzoeksopdracht wordt uitgevoerd;
- b.
de planning van de werkzaamheden;
- c.
- d.
een protocol voor de openbare verhoren;
- e.
de beveiliging van informatie gedurende het onderzoek;
- f.
- g.
de inrichting van de ambtelijke ondersteuning;
- h.
overige voorzieningen die de enquêtecommissie nodig acht voor
de uitvoering van haar werkzaamheden.
- 2
De enquêtecommissie dient, ter voldoening aan het bepaalde in artikel
151f, een raming van de kosten van het onderzoek in, ter vaststelling
door Provinciale Staten.
- 3
De enquêtecommissie kan derden inschakelen voor het uitvoeren van
opdrachten die zij nodig acht voor het onderzoek.
- 4
Indien de enquêtecommissie ondersteuning van ambtenaren, werkzaam onder
verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten, nodig acht, overlegt de
griffier van Provinciale Staten hierover met de secretaris van
Gedeputeerde Staten.
- 5
De enquêtecommissie kan buiten de in artikel 151b, eerste lid, van de
Provinciewet genoemde personen, tevens anderen verzoeken om medewerking
te verlenen aan het onderzoek. Laatstgenoemden verlenen hun medewerking
op vrijwillige basis.
- 6
De enquêtecommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid
met een ieder informatieve gesprekken voeren. Deze gesprekken maken als
zodanig geen deel uit van het onderzoek en voor degenen die hiertoe
worden uitgenodigd bestaat geen plicht tot medewerking.
Artikel 6 Commissiesecretaris
- 1
Provinciale Staten benoemen een secretaris en een plaatsvervangend
secretaris uit het midden van de griffie van Provinciale Staten ter
ondersteuning van de enquêtecommissie.
- 2
De secretaris is bij alle beraadslagingen en verhoren van de commissie
aanwezig.
Artikel 7 Verhoren
- 1
Voorafgaand aan de openbare verhoren beslist de enquêtecommissie of de
getuigen en deskundigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van
de eed of belofte als bedoeld in artikel 151c, vijfde lid, van de
Provinciewet.
- 2
De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van het verhoor en brengt die
ter openbare kennis.
- 3
De voorzitter roept de leden van de enquêtecommissie, de getuigen en de
deskundigen ten minste twee weken voor het verhoor op.
- 4
Binnen drie dagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en
deskundigen onder opgaaf van redenen verzoeken het tijdstip van het
verhoor te wijzigen. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek
wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van het verhoor aan de
betrokken getuige of deskundige medegedeeld.
- 5
Indien de behoorlijk opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt,
wordt daarvan een proces-verbaal opgemaakt en ter zitting door de
aanwezige leden van de enquêtecommissie ondertekend. Dit proces-verbaal
wordt, indien de enquêtecommissie dit nodig acht, in handen gesteld van
het openbaar ministerie van het arrondissement waarin de in gebreke
gebleven getuige of deskundige woont.
- 6
Wanneer een getuige of deskundige ter hoorzitting weigert te
antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt daarvan
proces-verbaal opgemaakt, dat de reden van die weigering, zo die gegeven
is, inhoudt en door de aanwezige leden van de enquêtecommissie
ondertekend.
Artikel 8 Verslaglegging
- 1
Het verslag van de openbare verhoren vermeldt de namen van de
aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een woordelijke weergave in van
wat over en weer is gezegd en van wat verder tijdens het verhoor is
voorgevallen.
- 2
Het verslag verwijst naar de tijdens het verhoor overlegde bescheiden,
die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 3
Het verslag wordt ondertekend door voorzitter en secretaris en
toegezonden aan Gedeputeerde Staten, de leden van Provinciale Staten en
degene die is verhoord. Toezending vindt niet plaats dan nadat de
degenen die zijn verhoord in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze
op het conceptverslag kenbaar te maken.
Artikel 9 Rapportage
- 1
De enquêtecommissie legt haar bevindingen neer in een rapport en legt
haar rapport voor aan Provinciale Staten en zendt een afschrift aan
Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koning. Het rapport, met
uitzondering van de in artikel 10, tweede en derde lid bedoelde
bescheiden, is vanaf dat moment openbaar
- 2
Gedeputeerde Staten, onderscheidenlijk de Commissaris van de Koning
kunnen op het rapport van de enquêtecommissie reageren en hun standpunt
toevoegen aan de bevindingen van de commissie.
Artikel 10 Openbaarheid
- 1
Met uitzondering van de verhoren als bedoeld in artikel 151c van de
Provinciewet, vinden de werkzaamheden van de enquêtecommissie in
beginsel niet in de openbaarheid plaats.
- 2
De enquêtecommissie kan besluiten aan haar overlegde bescheiden of
gedeelten daarvan niet openbaar te maken.
- 3
Voor zover de in het tweede lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van
het onderzoeksverslag, worden deze ter inzage gelegd voor de leden van
Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten bewaren omtrent de
inhoud van deze bescheiden geheimhouding. De geheimhouding wordt,
overeenkomstig artikel 25 Provinciewet, in acht genomen totdat
Provinciale Staten haar opheffen.
Artikel 11 Toehoorders en pers
Toehoorders en pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen
openbare verhoren bijwonen.
Artikel 12 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens het openbare verhoor geluid- dan wel beeldregistraties
willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich
naar zijn aanwijzingen.
Artikel 13 Vergoedingen
- 1
Voor een vergoeding van de enquêtecommissie overeenkomstig artikel 57
van de Wet tarieven in burgerlijke zaken komen in aanmerking personen
met wie de commissie een voorgesprek heeft gehouden en personen die de
commissie heeft gehoord.
- 2
Personen die in dienst zijn van de provincie Gelderland of lid zijn van
Provinciale of Gedeputeerde Staten kunnen geen aanspraak op een
vergoeding als bedoeld in het eerste lid.
- 3
Personen werkzaam voor de provincie Gelderland kunnen geen aanspraak
maken op een vergoeding van reiskosten.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het
Provinciaal Blad.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening enquêtecommissie
Gelderland.