Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Weststellingwerf |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Weststellingwerf |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Mededeling Arrondissementsparket, 17-12-2009, kenmerk 024565/u/LE
Wet milieubeheer, artikel 10.23, eerste lid
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | Nieuwe regeling (tevens intrekking) | 07-12-2009 Officiële publicaties, 16-12-2009 | 2009-000498/r/B | ||
01-07-2005 | Nieuwe verordening | 27-06-2006 Stellingwerf + Aanpakken 29-06-2005 | 2005/40 |
Registratienummer: 2009-000498/r/ADe raad van de gemeente Weststellingwerf;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;b e s l u i t :a. De voorliggende afvalstoffenverordening gemeente Weststellingwerf 2009 vast te stellen.b. Deze verordening op de gebruikelijke wijze af te kondigen met het oog op de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2010.c. De afvalstoffenverordening gemeente Weststellingwerf 2005 per gelijke datum in te trekken.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2009,de griffier, de voorzitter,__________________________________________________________________________________Registratienummer: 2009-000498/r/BDe raad van de gemeente Weststellingwerf;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;b e s l u i t :de voorliggende Afvalstoffenverordening gemeente Weststellingwerf 2009 vast te stellen
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:wet: Wet milieubeheer;a. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;b. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;c. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;d. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of - plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;e. inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;f. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;g. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;h. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;i. wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;j. motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.
Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
a. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.b. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen. c. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
a. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per 14 dagen bij elk perceel ingezameld.b. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per 14 dagen afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.c. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
a. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.b. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere aangewezen inzamelaarsc. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere aangewezen inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
a. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.b. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.c. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.d. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
a. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot. b. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.c. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstekt inzamelmiddel.d. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.e. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.f. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Artikel 13 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 16 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 17 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 19 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur ofministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende vijf ja(a)r(en) na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzingbedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende vijf ja(a)r(en) na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende vijf ja(a)r(en) na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordtdeze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldendeberoepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.