Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerhugowaard

Verordening op de warenmarkten 2009 gemeente Heerhugowaard en Uitvoeringsreglement 2008 Markten Heerhugowaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerhugowaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de warenmarkten 2009 gemeente Heerhugowaard en Uitvoeringsreglement 2008 Markten Heerhugowaard
CiteertitelVerordening op de warenmarkten 2009 gemeente Heerhugowaard|en Uitvoeringsreglement 2008 Markten Heerhugowaard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Monumentenwet 1988
  2. Monumentenverordening provincie Noord-Holland
  3. Gemeentewet, art.147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200911-04-2014nieuwe regeling

23-09-2008

Stadsnieuws een bijlage van het Heerhugowaards nieuwsblad d.d. 21 oktober 2008, jaargang 6 nr. 19, pagina 2

Stadsnieuws een bijlage van het Heerhugowaards nieuwsblad d.d. 21 oktober 2008, jaargang 6 nr. 19, pagina 2

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de warenmarkten 2009 gemeente Heerhugowaard en Uitvoeringsreglement 2008 Markten Heerhugowaard

Nr.2008-096

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 juni 2008

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de Verordening op de warenmarkten Heerhugowaard

 

Heerhugowaard, 23 september 2008

 

 

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Heerhugowaard

Advies commissie Stadsbeheer d.d. 4 september 2008

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

1. a markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

1. b marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

d vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

e dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

f standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

g standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

h vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

i anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

j marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;

k branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

l het college: het college van burgemeester en wethouders;

m levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

2.In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

2.Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt

2.1 De markt vindt plaats op de door het college bepaalde plaats, dag en tijd.

2.2 Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

2. a op een andere dag;

2. b op een andere tijd;

2. c op een andere plaats.

2.3 Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

a het aantal standplaatsen;

b de afmetingen van de standplaatsen;

c de opstelling en indeling van de markt;

d welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats;

e welke standplaatsen logistiek zijn aan te wijzen als plaatsen voor verkoopwagens en/of markavans en welke standplaatsen zijn aangewezen als verplichte plaats voor bakinrichtingen;

f welke gedeelten van het marktterrein eventueel zijn bestemd voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

g een lijst met artikelengroepen (branches); en

h een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3.1 De marktcommissie

Het college stelt een commissie van advies in, die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden. De commissie wordt marktcommissie genoemd. De samenstelling werkwijze en benoeming van de marktcommissie wordt vastgesteld in een door burgemeester en wethouders afzonderlijk vast te stellen reglement. Over alle zaken betreffende de markt wordt het advies van de marktcommissie ingewonnen, tenzij dat in spoedeisende gevallen niet mogelijk is.

Artikel 3.2 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening, vermeld in het Uitvoeringsreglement Markten Heerhugowaard.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen en op te volgen.

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 7 Aanvraag om een vergunning voor de weekmarkten

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning wordt alleen in behandeling genomen indien documenten, of kopieën daarvan, worden overlegd waaruit blijkt dat de aanvrager persoonlijk aan alle vereisten voldoet en tevens een goed gelijkende pasfoto van hem heeft bijgevoegd.

  • 2.

    Een natuurlijk persoon kan zich maar voor ten hoogste één standplaats op de markt inschrijven en aan hem kan ook maar één vergunning worden verleend om een standplaats op de markt in te nemen.

  • 3.

    Een vergunning wordt verleend:

    • a.

      voor één jaar indien een natuurlijk persoon voor de eerste maal een vaste standplaats krijgt toegewezen;

    • b.

      voor onbepaalde tijd indien er geen redenen aanwezig zijn om de vergunning voor een vaste standplaats, na de onder a genoemde periode, niet te verlengen.

  • 4.

    Wanneer de aanvrager meerdere malen de bepalingen van de verordening heeft overtreden, wordt geen vergunning voor onbepaalde tijd verleend.

  • 5.

    Wanneer de aanvrager in verband met ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden een ontheffing is verleend om niet tenminste éénmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt persoonlijk in te nemen, dient in ieder geval gedurende het jaar waarvoor hem vergunning is verleend zesentwintig maal persoonlijk zijn plaats op de markt te hebben ingenomen om in aanmerking te komen voor een vergunning voor onbepaalde tijd.

Artikel 8 Inhoud vaste standplaatsvergunning voor de weekmarkten

1.Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

d de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

e de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitenlijst;

f dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

g de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

h welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en

i welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

j zowel de aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, als de aan de vergunning verbonden voorschriften maken deel uit van de vergunning.

2.Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 9 Inschrijving op de anciënniteitslijst voor de weekmarkten

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend genummerde lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 10 Volgorde toewijzing vaste plaatsen op de weekmarkten

Indien er voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst. De eventuele verandering van standplaats geschiedt jaarlijks in de maand december.

b Indien er voor een opengevallen standplaats meerdere aanvragers zijn zal door het college een besluit worden genomen welke aanvrager toegelaten zal worden op de markt. In samenspraak met de marktcommissie zal diegene toegelaten worden waarvan met vindt dat deze een aanvulling/extra toevoeging voor de markt is.

Artikel 11 Overschrijving vaste standplaatsvergunning op de weekmarkten

  • 1.

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een ander achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3.

    Indien een vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste en het tweede lid, kan de bedrijfsleider van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 4.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 5.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12 Intrekking vaste standplaatsvergunning op de weekmarkten

1.Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

1. a op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

b bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 10 de vergunning wordt overgeschreven.

2.Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

2. a indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten;

3 Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 13 Toewijzing dagplaats op de weekmarkten

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats voor de maandag en/of vrijdagmarkt geschiedt door de marktmeester, hetzij op basis van branchering hetzij door loting op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen aan de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 09.30 uur aanmeld bij de marktmeester.

Artikel 14 Toewijzing standwerkersplaats op de weekmarkten

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Het is een standwerker niet toegestaan om meer dan 1 keer in de 4 weken zich aan te melden c.q. mee te loten voor een standwerkersplaats.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 4.

    De loting voor een standwerkersplaats vindt plaats op de dag van de markt, een half uur voor aanvang van de markt.

Artikel 15 Aanvraag en behandeling van de aanvraag om een vergunning voor de Stationwegmarkt en/of Jaarmarkt

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning wordt alleen in behandeling genomen indien documenten, of kopieën daarvan, worden overlegd waaruit blijkt dat de aanvrager persoonlijk aan alle vereisten voldoet en tevens een goed gelijkende pasfoto van hem heeft bijgevoegd.

  • 2.

    De aanvraag voor de Stationswegmarkt dient op de 1e maandag van week 6 ontvangen te zijn.

  • 3.

    Als een aanvraag te vroeg wordt ingediend zal deze worden beschouwd als zijnde ontvangen op de 1e maandag van week 6 en een gemotiveerde mededeling daarvan wordt gedaan aan de aanvrager.

  • 4.

    Uiterlijk de 1e maandag van week 14 wordt de aanvraag om een vergunning afgehandeld.

  • 5.

    De aanvraag voor de Jaarmarkt dient op de 1e maandag van week 20 ontvangen te zijn.

  • 6.

    Als een aanvraag te vroeg wordt ingediend zal deze worden beschouwd als zijnde ontvangen op de 1e maandag van week 20 en een gemotiveerde mededeling daarvan wordt gedaan aan de aanvrager.

  • 7.

    Uiterlijk de 1e maandag van week 28 wordt de aanvraag om een vergunning afgehandeld.

Artikel 16 Toewijzing van standplaatsen op Stationswegmarkt en Jaarmarkt

  • 1.

    Voor de Stationswegmarkt en Jaarmarkt worden geen vaste standplaatsen afgegeven.

  • 2.

    Toewijzing van een standplaats op de Stationswegmarkt en/of de jaarmarkt vindt plaats na tijdige indiening van de aanvraag conform artikel 15 en in onderstaande volgorde :

    • a.

      De ondernemers in het marktgebied wordt de mogelijkheid geboden om voor hun pand een standplaats in te nemen;

    • b.

      Marktkooplieden op de weekmarkt in Heerhugowaard mogen hun voorkeur voor een standplaats aangeven, hiermee zal bij de indeling van de markten zo veel als mogelijk rekening gehouden worden;

    • c.

      Overige toewijzingen worden allereerst geselecteerd uit de anciënniteitenlijst en op basis van branche-indeling;

    • d.

      Alsdan overblijvende standplaatsen worden door de marktmeester verloot uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt

  • 3.

    Op basis van de gemaakte selectie maakt de marktmeester een indeling van de markt met als uitgangspositie de volgorde genoemd in artikel 16 lid 2. Vervolgens let de marktmeester bij de indeling op een goede verdeling van branche/artikel, aanzicht, diversiteit en aantrekkelijkheid van de markt.

4.Het college kan deelnemers van voorgaande jaren uitsluiten van deelname aan de markten gelet op het gestelde in artikel 25 van deze verordening. Uitsluiting kan alleen plaatsvinden indien de deelnemer na afloop van de laatste markt schriftelijk hiervan op de hoogte is gesteld.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 17 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3 Uitvoeringsreglement Markten in Heerhugowaard De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 18 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.

Artikel 19 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1 De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2 De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

3 Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 20 Ontheffing en vervanging

1 In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

2 Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 21 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

1 Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

2 De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 22 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

1 Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uren voor aanvang en meer dan twee uren na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

2 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

3 Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de betreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

4 Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de standplaats vrij te houden.

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 24 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 12 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

c niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 25 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

d niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

e bij 2 jaar achtereen te laat betalen van het verschuldigde marktgeld voor de Stationswegmarkt en/of jaarmarkt.

Artikel 26 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 27 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 28 Intrekking oude regeling

De Verordening op de warenmarkten 2004 voor de gemeente Heerhugowaard, vastgesteld op 27 april 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 29 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Verordening op de warenmarkten 2004 voor de gemeente Heerhugowaard, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    De bestaande anciënniteitslijsten worden geacht lijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 2004 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op de warenmarkten 2009 gemeente Heerhugowaard’.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 september 2008.

 

De voorzitter, De griffier,

 

Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard;

 

gelet op het bepaalde in artikel 3.2 van de Marktverordening;

 

b e s l u i t e n :

 

vast te stellen het navolgende reglement:

 

Uitvoeringsreglement Markten Heerhugowaard

Artikel 1 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De weekmarkt vindt plaats op:

    maandag van 10.00 uur tot 16.30 uur aan de Raadhuisstraat en het Raadhuisplein.

    vrijdag van 10.00 uur tot 16.30 uur op het Stadsplein aan de Parelhof.

  • 2.

    Ingevolge artikel 1.2 lid 2 van de Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Heerhugowaard is het college bevoegd om op grond van dringende redenen de weekmarkt te verplaatsen. Voor de maandagmarkt is hiervoor de Middenweg vanaf de Sportlaan tot aan de van Veenweg de toegewezen vervangende locatie.

  • 3.

    De Stationswegmarkt vindt plaats op elke eerste zaterdag van de maand juni van 09.00 uur tot 16.30 uur aan de Stationsweg.

  • 4.

    De Jaarmarkt vindt plaats op elke derde maandag van de maand september van 09.00 uur tot 16.30 uur aan de Middenweg, Raadhuisstraat, Raadhuisplein, Bickerstraat, Van Loonstraat en Cromhoutstraat.

Artikel 2 Voorschriften opgenomen in de marktvergunning

Aan de in artikel 1.6 van de Verordening op de warenmarkten genoemde vergunning of ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • 1.

    De houder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Geen andere standplaats mag worden ingenomen dan die, welke vanwege burgemeester en wethouders is aangewezen.

  • 2.

    De houder moet zijn standplaats zelf innemen; het is dus niet toegestaan de standplaats aan een ander in gebruik te geven of af te staan. De plaats kan wel door een bedrijfsleider worden ingenomen, die dan als zodanig moet zijn ingeschreven.

  • 3.

    Bij plotselinge verhindering wegens bijzondere omstandigheden dient er altijd melding gemaakt te worden van het feit dat de standplaats niet kan worden ingenomen. De melding dient tijdig telefonisch te worden gedaan aan de marktmeester.

  • 4.

    Een vaste plaats wordt als dagplaats aangemerkt, indien de vaste plaatshouder zijn plaats niet tijdig heeft bezet.

  • 5.

    Het is niet toegestaan aan de op het marktterrein geplaatste opstallen en de aangebrachte verlichting wijziging aan te brengen of voorzieningen te treffen, die niet door of vanwege burgemeester en wethouders zijn toegestaan.

  • 6.

    De houder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 7.

    De houder is verplicht zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 8.

    Het is niet toegestaan vroeger dan twee uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd een half uur voor aanvang van de markt. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten zijn verwijderd uiterlijk twee uur na de sluitingstijd van de markt.

  • 9.

    De standplaats en de directe omgeving dient gedurende de markttijd te worden schoongehouden. Het afval moet worden meegenomen. De plaats moet schoon worden achtergelaten.

  • 10.

    De marktmeester is belast met de handhaving van de orde op en het beheer van de markt. Aanwijzingen door of vanwege de marktmeester, politie en/of brandweer gegeven, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

  • 11.

    Het is de houder niet toegestaan:

  • a.

    Zich behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders langer dan 15 minuten van zijn uitstalling te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    Op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    Meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • d.

    De opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    De doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    Op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor de vergunning is verleend;

  • g.

    Op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen;

  • 12.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 11 lid 1 van de Marktverordening bedoelde lijst doorhalen dan wel de standplaatsvergunning, telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien de ingeschrevene:

  • a.

    Zich schuldig maakt aan wangedrag. Hieronder wordt mede begrepen het gebruik van alcoholhoudende dranken en of het gebruik van verdovende middelen.

  • b.

    Van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    Het bij of krachtens de marktverordening bepaalde overtreedt.

Artikel 3 Voorschriften ten aanzien van bakinrichtingen

In de gevallen waarin wordt gewerkt met een bakinrichting gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    Plaatsing

  • a.

    De mobiele bakinrichtingen moeten zijn opgesteld op een afstand van tenminste 5 meter vanaf enig bouwwerk, tenzij in de aangrenzende gevel geen ramen zijn aangebracht.

  • b.

    De mobiele bakinrichtingen moeten zodanig zijn geplaatst dat alle in en uitgangen vrij toegankelijk zijn.

  • c.

    Ondergrondse brandkranen dienen te allen tijde van obstakels vrijgehouden te worden.

  • d.

    De mobiele bakinrichtingen dienen voorts te worden geplaatst conform de geldende indeling voor de markt, hetgeen op een marktplattegrond staat aangegeven

  • 2.

    Installatie

  • a.

    In de (mobiele) bakkramen mogen niet meer dan twee butaan- of propaanflessen aanwezig zijn, elk met een waterinhoud van maximaal 26 liter.

  • b.

    Bij opstelling voor langere tijd mogen maximaal 4 gasflessen, elk met een maximum waterinhoud van 26 liter, buiten de kraam geplaatst zijn, in een goed geventileerde, voor publiek niet toegankelijke ruimte.

  • c.

    Het gebruik van LPG of gasmengsels, anders dan butaan of propaan, is niet toegestaan.

  • d.

    De gasflessen moeten rechtop staan en zodanig zijn vastgezet, dat omvallen en opwarming door zonnestraling uitgesloten is.

  • e.

    De bak- en braadinstallaties moeten aangesloten worden op de gasflessen via een goedgekeurde, en voor het gebruikte gas geschikte drukregelaar.

  • f.

    De verbinding tussen de gasfles en het verbruikstoestel moet bestaan uit een lekvrije koperen leiding of een goedgekeurde GIVEG hogedrukslang, (niet ouder dan 2 jaar) niet langer dan 2 meter.

  • g.

    De gasflessen moeten zijn goedgekeurd en mogen niet ouder zijn dan 10 jaar.

  • h.

    Elke bak- en braadinstallatie moet een goed functionerende thermostaat of andere beveiligingsinrichting bezitten, die bij oververhitting automatisch de gastoevoer afsluit.

  • i.

    De bak- en braadinstallaties moeten zijn opgesteld op – en tegen platen van onbrandbaar en de warmte slecht geleidend materiaal.

  • j.

    Verbrandingsgassen van bak- en braadinstallaties moeten door middel van afvoerleidingen van onbrandbaar en hittebestendig materiaal worden afgevoerd.

  • k.

    De mobiele bakkramen c.q. vetwagen moet deugdelijk en goed onderhouden zijn.

  • 3.

    Rijdende verkoop

  • a.

    Tijdens de rit moeten de deksels van de frituurpannen zijn geblokkeerd en mag alleen de waakvlam branden.

  • b.

    Aan de deksels moet een kraag van tenminste 10 cm zijn aangebracht.

  • c.

    De hoogte van de olie / vetten in de frituurpannen dient, maximaal gemeten vanaf de bodem, niet meer dan 15 cm te zijn.

  • 4.

    Blusmiddelen

  • a.

    Nabij ieder verkooppunt waar voeding- en genotmiddelen worden gebakken of gekookt, dient het volgende aanwezig te zijn:

  • -

    een handblusmiddel (koolzuursneeuwblustoestel, inhoud 5 kg)

  • -

    goed passende deksels om de pannen, bij brand, te kunnen afdekken

  • b.

    De in de bakkramen aanwezige blusmiddelen moeten steeds onbelemmerd bereikt kunnen worden, te allen tijde tot onmiddellijk gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren. Jaarlijks moeten zij worden gecontroleerd, conform het gestelde in NEN – 2559, door een door burgemeester en wethouders bevoegd te achten deskundige. Van elke controle moet aantekening worden gemaakt op een bij het apparaat ter inzage aanwezige registratiekaart.

  • 5.

    Elektrische aansluiting

  • a.

    Bij gebruik van elektrische energie met een netspanning hoger dan 42 Volt, moet de installatie voldoen aan NEN – 1010. Aanleg en plaatsing van de leidingen moet zodanig zijn, dat het publiek er niet over kan struikelen of vallen. Indien er kabels over de weg worden gespannen, dan moet dit op een hoogte van tenminste 4 meter aangebracht zijn.

  • 6.

    Algemeen

  • a.

    Toestemming, voor het gebruik van andere dan hier beschreven verwarmingsmedia, kan worden verleend door de brandweer als aan de door haar aangepaste voorwaarden is voldaan.

  • b.

    Alle aanwijzingen, gegeven door functionarissen van de gemeentelijke brandweer, dienen stipt te worden opgevolgd.

Artikel 4 Plattegrond van de markt

De markt wordt wekelijks geplaatst volgens de geldende plattegrond van de markt. In het bijzonder wordt daarbij rekening gehouden met een vrije doorgang voor de hulpverleningsdiensten.

Artikel 5 Branche-indeling

Op grond van artikel 2, lid g en h, van de Verordening op de warenmarkten is een lijst van artikelengroepen (branches) opgesteld met daarbij vermeld het maximum aantal standplaatsen per branche. Deze lijst – bijlage 1 – wordt gehanteerd bij het toewijzen dan wel afwijzen van standplaatsen.

Artikel 6 Eisen ten aanzien van het gebruik van grondankers

Daar waar grondankers zijn aangebracht ter beveiliging bij harde wind, gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    Het verankeren van kramen, alsook de kleppen van verkoopwagens en markavans is verplicht bij windkracht 5 Beaufort en hoger.

  • 2.

    Het verankeren van kramen, alsook de kleppen van verkoopwagens en markavans, dient te worden uitgevoerd door gebruikmaking van spanbanden met beveiliging met een voldoende sterkte.

  • 3.

    De noodzaak tot het verankeren van kramen, alsook de kleppen van verkoopwagens en markavans, wordt per marktdag bepaald door middel van een computerberekening van de regionale weerrapportages van een Meteorologisch instituut. De uitkomsten van deze berekening zijn bindend voor de betreffende marktdag.

  • 4.

    De houder van een vaste standplaats op de markt, degenen die voor een dagplaats in aanmerking komen, alsmede degenen die als standwerker een plaats op de markt innemen, zijn te allen tijde verplicht voldoende goedgekeurde verankeringsmaterialen bij zich te hebben; en zijn verplicht deze materialen op aanwijzing van de marktmeester te gebruiken.

  • 5.

    Degenen genoemd onder punt 4, die de vereiste verankeringsmaterialen niet bij zich hebben, worden geacht onverzekerd te zijn en krijgen daardoor geen plaats op de markt. Een en ander is conform het bepaalde in de artikelen 12, 13 en 15 van de Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijven bestemd voor leden van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst doorhalen dan wel de standplaatsvergunning, telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien de ingeschrevene weigert aan de verplichting als gesteld onder punt 1 van dit artikel te voldoen.

Artikel 7 Eisen ten aanzien van het gebruik van elektriciteit

Door het college van burgemeester en wethouders is ten behoeve van de markt voorzien in de levering van elektriciteit. Hiertoe zijn tenminste twee vaste Marktkasten geplaatst en wordt wekelijks een verplaatsbare Marktkast geïnstalleerd. Deze voorzieningen voldoen volledig aan de NEN-eisen ten aanzien van elektriciteitsvoorzieningen op voor publiek toegankelijke plaatsen. Voor het gebruik van de elektriciteitsvoorziening gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    Aansluiting op de elektriciteitsvoorzieningen is alleen toegestaan met goedgekeurde kabels, waterdicht en geschikt voor professioneel buitengebruik, zoals omschreven in de NEN 1010.

  • 2.

    Bij gebruik van elektrische energie dient de installatie te voldoen aan de eisen gesteld in artikel 3 lid 5 van dit Uitvoeringsreglement.

  • 3.

    Aansluitstekkers en verbindingsmaterialen dienen volledig waterdicht en breukvast te zijn.

  • 4.

    Te gebruiken lampen dienen spaarlampen te zijn.

  • 5.

    Het gebruik van Halogeen bouwlampen is verboden.

  • 6.

    Op de elektriciteitsvoorzieningen mogen de volgende zaken worden aangesloten: koelapparatuur en verwarmingsapparatuur zoals koffiezetters, percolators en warmhoudplaten met een maximum vermogen van 2 kWh, weegtoestellen, elektronische kasregisters, verlichting, radio en computerapparatuur.

  • 7.

    Het gebruikte vermogen wordt tegelijk met de marktfacturering in rekening gebracht.

  • 8.

    Indien niet aan de in dit artikel onder 1, 2, 3, 4 en 5 gestelde eisen wordt voldaan, zal de elektriciteitlevering direct worden gestaakt. Aansluiting zal dan pas weer plaatsvinden als weer geheel aan de gestelde eisen wordt voldaan. Aansluiting op en gebruik van de elektriciteitsvoorzieningen zijn geheel voor eigen risico. Het is verboden gebruik te maken van particuliere elektriciteitsvoorzieningen, en van aggregaten die voor elektriciteitsvoorziening worden ingezet.

Artikel 8 Eisen ten aanzien van het in gebruik nemen van verkoopwagens of markavans

Voor de vergunninghouder, die om welke reden dan ook gebruik wil gaan maken van een verkoopwagen of markavan, gelden de volgende voorschriften.

  • 1.

    Het in gebruik nemen van een verkoopwagen of markavan op de markt is alleen toegestaan, indien de plaatsing daarvan logistiek inpasbaar is in de markt. Hieronder wordt verstaan, het zodanig kunnen plaatsen van een verkoopwagen of markavan, dat daarmee de opbouw en afbraak van de kramen niet wordt gehinderd, alsmede dat de overige vergunninghouders ongehinderd de hun toegewezen plaats kunnen bereiken dan wel verlaten.

  • 2.

    Door het gestelde in lid 1 van dit artikel is het mogelijk dat de vergunninghouder die een verkoopwagen of markavan in gebruik wil nemen, een andere plaats krijgt toegewezen op de markt.

  • 3.

    De vergunninghouder, die toestemming krijgt om gebruik te maken van een verkoopwagen of markavan, is vóór de ingebruikname daarvan, gehouden aan een opzegtermijn van drie maanden aan de marktkraamverhuurder.

  • 4.

    De geopende klep aan de voorzijde van de verkoopwagen of markavan mag, indien deze aangesloten naast kramen staat opgesteld, niet voor de kramen uitsteken. De vrije loopruimte in een rij mag niet smaller worden door de opstelling van een verkoopwagen of markavan.

  • 5.

    De vergunninghouder die gebruik maakt van een verkoopwagen of markavan, opgesteld in de aanvalsroutes van brandweer of andere hulpverleningsdiensten, zijn verplicht na aanwijzing daartoe door de marktmeester, hun klep binnen drie minuten te hebben gesloten, ter waarborging van een ongehinderde doorgang. De aanvalsroutes zijn de Raadhuisstraat en de Bickerstraat.

Artikel 9 Overige regels

1.De vergunninghouder is verplicht de geheven marktgelden per kwartaal op per half jaar te voldoen. Daartoe wordt aan de vergunninghouder per kwartaal of per half jaar een factuur gezonden, welke binnen de daarop gestelde termijn moet worden betaald.

Burgemeester en wethouders kunnen op deze regel ontheffing verlenen. De vergunninghouder die een ontheffing heeft gekregen van de hiervoor genoemde verplichting tot betaling per kwartaal of half jaar, betaalt de marktgelden wekelijks op de markt.

  • 2.

    De koopman die nieuw op de markt een vaste plaats krijgt toegewezen, betaalt de marktgelden wekelijks op de markt, tot de datum van het eerstvolgende nieuwe kwartaal of half jaar.

  • 3.

    Degene die als meeloper een dagplaats op de markt krijgt toegewezen, betaalt de marktgelden op de markt.

  • 4.

    Degene die als standwerker een standwerkersplaats op de markt krijgt toegewezen, betaalt de marktgelden op de markt.

Artikel 10

Dit reglement wordt aangehaald als: ‘Uitvoeringsreglement 2008 Markten Heerhugowaard’.

Artikel 11

Dit reglement treedt in werking met ingang van 24 september 2008

 

Heerhugowaard, 24 september 2008

 

Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard;

de burgemeester, de secretaris,