Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Elburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | inburgering |
Geen
Wet inburgering nieuwkomers, art. 18 lid 7
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2007 | Nieuwe regeling | 18-12-2004 Onbekend | Onbekend |
De Raad van de gemeente Elburg, gezien het advies van de Commissie Maatschappelijke Zaken d.d. 29 november 2004 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Elburg d.d. 7 december 2004 gelet op artikel 18 lid 7 Wet inburgering nieuwkomers overwegende dat bij gemeentelijke verordening nadere regels gesteld moeten worden over de hoogte van de boete besluit vast te stellen de
In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Win) (Staatsblad 1998; 261); b. nieuwkomer: een persoon als genoemd in artikel 1 van de wet; c. boete: de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 18 van de wet; d. bijstandsnorm: de bijstandsnorm per kalendermaand bedoeld in artikel 5 onder c Wet werk en bijstand (WWB); e. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg.
Het college neemt bij toepassing van artikel 18 lid 1 van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, evenals het gestelde in de artikelen 17 tot en met 20 van de wet.
Artikel 4 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Indien de nieuwkomer een WWB-uitkering ontvangt, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel wordt of kan worden opgelegd op grond van de afstemmingsverordening WWB gemeente Elburg.
In de Wet inburgering nieuwkomers (Win) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsplicht, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete. Dat is geregeld in de artikelen 17 tot en met 20 van de Win. De Win bepaalt in artikel 18 lid 1 dat het college een boete oplegt als een nieuwkomer zich niet houdt aan één of meer van de volgende verplichtingen: · meldingsplicht voor een inburgeringsonderzoek (artikel 2 Win) · plicht om medewerking te verlenen aan het inburgeringsonderzoek (artikel 4 lid 4 Win) · plicht zich te laten inschrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 Win) · plicht aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het voor hem vastgestelde educatieprogramma (artikel 9 Win · verplichting om een toets af te leggen (artikel 10 lid 3 Win) · plicht om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde inburgeringsprogramma (artikel 12 lid 1 Win). Om gemeenten in staat te stellen de hoogte van de boeten op grond van de Win af te stemmen op de hoogte van de maatregelen in het kader van de Wet werk en bijstand, is artikel 18 Win gewijzigd. Deze wijziging heeft plaatsgevonden via artikel 47 van de Invoeringswet WWB. Het nieuwe artikel 18 lid 7 Win bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete. Het huidige Boetebesluit inburgering nieuwkomers komt namelijk te vervallen op 1 januari 2005. Dat betekent dat uiterlijk op oudejaarsdag 2004 een boeteverordening in het kader van de Win moet worden vastgesteld. Gemeenten moeten namelijk zelf de hoogte van de boete in een verordening vastleggen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de hoogte van de maatregel die in de afstemmingsverordening is vastgelegd voor de situatie dat een bijstandsgerechtigde zijn plicht tot arbeidsinschakeling niet nakomt. Overigens staat de boeteprocedure in de artikelen 17 tot en met 20 Win zeer duidelijk en uitputtend beschreven, zodat deze verordening kort kan zijn.
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.
In dit artikel wordt verwezen naar artikel 18 Win dat voorschrijft dat het college een boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet of onvoldoende meewerkt aan het inburgeringsonderzoek en -programma. In artikel 17 Win wordt bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. In een gesprek met de nieuwkomer wordt getracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen. Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, ontvangt de nieuwkomer een kennisgeving van het voornemen om een boete op te leggen en krijgt de nieuwkomer gelegenheid zijn zienswijze hierop kenbaar te maken. Vervolgens wordt door het college een boete overwogen op grond van artikel 18 van de Win.
Bij bepaling van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Elburg, namelijk artikel 8 lid 3 onder c. Het gaat hier om gedragingen van de 3e categorie die een maatregel opleveren van 20% van de bijstandsnorm. Ten aanzien van de bijstandsnorm geldt de norm per maand inclusief toeslag en/of verlaging op grond van de toeslagenverordening WWB. Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen. Bepalend zijn de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de nieuwkomer. Ook wordt bezien in hoeverre er dringende redenen aanwezig zijn. Het tweede lid bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedraging binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging. Het derde lid geeft aan conform de afstemmingsverordening hoe te handelen als de nieuwkomer in zijn of haar gedrag volhardt.
Artikel 4 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Het kan niet zo zijn dat de nieuwkomer voor hetzelfde maatregelwaardige gedrag twee keer wordt bestraft. Dit artikel stelt dat de nieuwkomer met een WWB-uitkering wordt afgestemd volgens de afstemmingsverordening WWB gemeente Elburg en niet volgens deze boeteverordening.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.