Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerhugowaard

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerhugowaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2007
CiteertitelParkeergeldverordening 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening 2006

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Aanwijzingsbesluit behorende bij artikel 2 van de parkeerverordening en de artikelen 7 en 8 van de parkeergeldverordening.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-2009Tarieventabel

24-03-2009

Onbekend

RB2009027

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2007

Nr.RB.2006-119

De raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 augustus 2006;

gelezen het advies van de commissie Stadsontwikkeling dd 5 september 2006;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de parkeerverordening 2007;

besluit

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2007 (Parkeergeldverordening 2007).

Parkeergeldverordening 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • A.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • B.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • C.

    Brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • D.

    Voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • E.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • F.

    Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • G.

    Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeerders en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • H.

    Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorend bij parkeerapparatuur.

  • I.

    Gehandicaptenparkeerkaart: een plaats die is aangeduid met bord e6 uit bijlage 1 van het RVV 1990.

  • J.

    Gehandicaptenparkeerplaats: een plaats die is aangeduid met bord E6 uit bijlage 1 van het RVV1 1990;

  • K.

    Parkeerschijfzone: een gebied dat is aangeduid met bord e10 uit bijlage i van het RVV 1990;

  • L.

    Parkeerschijfzoneplaats: een parkeerplaats die is gelegen binnen een parkeerschijfzone en die is voorzien van een blauwe streep als bedoeld in RVV 1990;

  • M.

    Belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • N.

    Vergunning: een door burgemeester en wethouders bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 verleende vergunning of abonnement, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig of een brommobiel te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen of in of op gemeentelijke parkeerfaciliteiten

  • O.

    Ontheffing: een door burgemeester en wethouders bij of krachtens de parkeerverordening 2007 verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig of een brommobiel te parkeren op daartoe aangewezen plaatsen binnen een parkeerschijfzone of op een belanghebbendenplaats;

  • P.

    Bewonersontheffing: een bij of krachten de parkeerverordening 2007 verleende bewonersontheffing;

  • Q.

    Bezoekersontheffing: een bij of krachtens de parkeerverordening 2007 verleende bezoekersontheffing;

  • R.

    Bedrijfsontheffing: een bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 verleende bedrijfsontheffing.

  • S.

    Tijdelijke bedrijfsontheffing: een bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 verleende tijdelijke bedrijfsontheffing;

  • T.

    Ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

  • U.

    Bewonersvergunning: een bij of krachten de parkeerverordening 2007 verleende bewonersvergunning;

  • V.

    Bezoekersvergunning: een door burgemeester en wethouders bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 verleende bezoekersvergunning.

  • W.

    Bedrijfsvergunning: een door burgemeester en wethouders bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 verleende bedrijfsvergunning.

  • X.

    Gemeentelijke parkeerfaciliteiten: de Stadspleingarage en de Basserhof

  • Y.

    Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • Z.

    Gebied: gebied als bij of krachtens de Parkeerverordening 2007 vastgesteld door burgemeester en wethouders.

  • AA.

    Feestdagen: algemeen erkende feestdagen, te weten Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koninginnedag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, Hemelvaartsdag alsmede eens in de vijf jaar 5 mei waarvan de eerst volgende in 2010 is.

  • BB.

    Koopzondag: door burgemeester en wethouders in een officieel besluit afgekondigde koopzondagen.

  • CC.

    Abonnement: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in gemeentelijke parkeerfaciliteiten;

  • DD.

    Bewonersabonnement: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning voor bewoners krachtens welke het is toegestaan 24 uur per dag te parkeren in de door burgemeester en wethouders aangegeven parkeerfaciliteit;

  • EE.

    Bedrijfsabonnement: door burgemeester en wethouders verleende vergunning voor bewoners en bedrijven krachtens welke het is toegestaan 24 uur per dag te parkeren in de door burgemeester en wethouders aangegeven parkeerfaciliteit.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    Een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.

  • b.

    Een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

  • c.

    Een belasting ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verleende ontheffingen of verstrekte diensten genoemd in deze verordening en nader gespecificeerd in artikel 3 van de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen.

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat: 1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt voorgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heet gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

  • 5.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel c, wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel van parkeerapparatuur.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 3.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ontheffing wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ontheffing wordt verleend.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 30 oktober 2006.

  • 2.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de parkeergeldverordening 2006.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 30 oktober 2006.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'parkeergeldverordening 2007.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 september 2006.

De griffier, De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de parkeergeldverordening 2007

Nr.2009 027

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 februari 2009

en

gelet op het raadsbesluit kadernotitie Stadshart (oktober 2002)

b e s l u i t

Vaststelling tarieven binnen de door de raad vastgestelde kaders:

  • 1.

    Vaststellen van de tarieventabel van de parkeergeldverordening 2007 met aangepaste tarieven

  • a.€ 1,10 per uur voor parkeervoorzieningen;

b.€ 11,00 als maximum per 24 uur voor parkeervoorzieningen;

c.€ 93,25 per kwartaal voor bewonersabonnementen Stadspleingarage of Basserhofterrein;

d.€ 187,75 per kwartaal voor bedrijfsabonnementen Stadspleingarage of Basserhofterrein;

  • 2.

    De nieuwe tarieven in te laten gaan per 6 april 2009;

  • 3.

    De aangepaste tarieventabel van de parkeergeldverordening te publiceren en ter inzage te leggen.

Heerhugowaard, 24 maart 2009

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de parkeergeldverordening 2007

Artikel 1

Het tarief voor parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de parkeergeldverordening 2007, bedraagt voor alle gemeentelijke parkeerfaciliteiten

€ 1,10 p/uur, met dien verstande dat maximaal € 11,00 per 24 uur wordt berekend

Artikel 2

Het tarief voor parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de parkeergeldverordening 2007, bedraagt:

2.1voor een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

2.2voor een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

2.3voor een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

2.4voor een bewonersabonnement als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 93,25 per kwartaal

2.5voor een bedrijfsabonnement als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 187,75 per kwartaal

2.6voor een nieuw abonnement bij verlies of diefstal

€ 20,00

Artikel 3

Het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel c van de parkeergeldverordening bedraagt:

a.voor een bewonersontheffing als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

b.voor een bezoekersontheffing als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

c.voor een bedrijfsontheffing als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

d.voor een tijdelijke bedrijfsontheffing als bedoeld in artikel 3 van de parkeerverordening 2007

€ 0,- per jaar;

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 maart 2009.

De griffier, De voorzitter,