Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening voor de gemeente Purmerend |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Purmerend 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
geen
Afvalstoffenverordening uitvoeringsbesluit Purmerend 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-10-2015 | 01-04-2017 | Artikel 8, eerste lid, d en v; Artikel 10, tweede lid. | 01-10-2015 Gemeenteblad 2015 - 98664 | 1214018 | |
11-07-2014 | 23-10-2015 | Paragraaf 4a, beheer van afvalstoffen | 25-06-2014 Gemeenteblad 38521 | 1119300 | |
01-01-2012 | 11-07-2014 | artt. 7, 11 | 24-11-2011 Gemeenteblad 2011, 60 | 628763 | |
12-07-2010 | 01-01-2012 | art. 8, lid 1, onder o, v en w art. 28, onder c en 29 | 01-07-2010 Gemeenteblad 2010, 32 | 10-43 |
Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars, de houders van een inzamelvergunning en aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Paragraaf 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Paragraaf 4a BEHEER VAN AFVALSTOFFEN
Artikel 24a Bewerken, verwerken en/of vermarkten van huishoudelijke afvalstoffen
Het college kan een uitsluitend recht verlenen als bedoeld in artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012 voor het bewerken, verwerken en/of vermarkten van binnen de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in het openbare gebied dat binnen 30 meter is gelegen van de inrichting, achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze binnen 30 meter van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten:
Artikel 11: inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
artikel 12: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
artikel 13: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen
artikel 14: afzonderlijk ter inzameling aanbieden
artikel 15: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats
artikel 16: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
artikel 17: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
artikel 18: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat
artikel 19: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
artikel 20: dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
artikel 23: ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
artikel 24: het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
artikel 25: voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
artikel 26: achterlaten van straatafval
artikel 27: voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
artikel 28: afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
artikel 29: wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
artikel 30: zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
artikel 31: verbod opslag van afvalstoffen
artikel 32: afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 35, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid.
In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2008
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, L. Verbeek
Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Definities uit de Wet milieubeheer (Wm):
In artikel 1 zijn alleen de omschrijvingen opgenoemd die specifiek zijn voor deze verordening. Relevante begrippen die reeds in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer zijn omschreven, worden, voorzover bij de omschrijving in de wet wordt aangesloten, niet in dit artikel herhaald. Daarbij gaat het om de volgende begrippen:
alle stoffen, preparaten of andere producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage 1 bij richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.
afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voorzover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen. Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Onder grof huishoudelijk afval worden verstaan "alle huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op de zelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden".
bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen afvalstoffen, met inachtneming van ter zake voor Nederland verbindende verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
de verordening bedoeld in artikel 10.23 Wm.
Het begrip "inzamelen" is gedefinieerd om uitdrukkelijk vast te leggen dat er sprake is van een brede omschrijving. Hiervoor is gekozen om recht te doen aan het feit dat een gemeentelijke inzamelstuctuur steeds meer bestaat uit zowel haal- als brengvoorzieningen op verschillende niveaus. Om te kunnen beoordelen of het verlenen van een inzamelvergunning in strijd is met de gemeentelijke inzamelstructuur, moet dan ook naar het geheel van haal- en brengvoorzieningen worden gekeken. Ook voor het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in een winkel, instelling, of brengvoorziening voor textielafval, is een inzamelvergunning nodig (tenzij sprake is van een aanwijzing op grond van artikel 7, tweede lid).
Voordat er sprake kan zijn van inzamelen, dienen afvalstoffen ter inzameling te worden aangeboden. Voor de omschrijving van het begrip 'ter inzameling aanbieden' geldt dezelfde brede invulling met betrekking tot haal- en brengvoorzieningen, nu van de kant van degene die zich van afval wenst te ontdoen.
De Wet milieubeheer voorziet niet in een definitie van het begrip zwerfafval. Dit heeft te maken met het feit dat het begrip in de praktijk weinig problemen oplevert. In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) is wel een definitie opgenomen: "Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties, sigarettenpeuken, kauwgomresten en allerhande verbruiksgoederen als kranten, folders en tissues".
Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt. (zie ook artikel 26 van de verordening)
Artikel 2 t/m 6 bevatten algemene regels rond de vergunningverlening.
Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN.
Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
De gemeente is op grond van artikel 10.24, eerste lid onder a Wm verplicht bij of krachtens de verordening een inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Op grond hiervan kan de inzameldienst bij uitvoeringsbesluit van het college worden aangewezen in plaats van bij verordening.
De aanwijzing op grond van het tweede lid kan ook worden gebruikt om detaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan te merken als inzamelpunt. Zij hoeven dan niet te beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 11. In het kader van de aanwijzing als inzamelpunt kunnen nadere afspraken worden gemaakt met inzamelende personen of instantie over bijvoorbeeld de wijze van inzameling, opslag en de afgifte aan de gemeente, monitoring etc.
Indien detaillisten en/of reparatiebedrijven in een amvb zijn aangewezen als inzamelende instantie is de gemeente niet bevoegd daarover nadere regels te stellen. Dit betekent dat die detaillisten en/of reparatiebedrijven geen vergunning of aanwijzing van de gemeente nodig hebben om huishoudelijke apparaten in te nemen.
Onderscheid kan worden gemaakt tussen de volgende inzamelaars:
-De inzameldienst, die op grond van het eerste lid wordt aangewezen door het college,
belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
-Andere inzamelaars, die op grond van het tweede lid worden aangewezen door het
college, belast met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
-Houders van een inzamelvergunning op grond van artikel 11 van deze verordening, belast
met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
Artikel 10.21, tweede lid, Wm verplicht gemeenten in ieder geval tot afzonderlijke inzameling van groente-, tuin- en fruitafval (GFT-afval). Desondanks is afwijking van deze verplichting mogelijk in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen, bijvoorbeeld omreden van de GFT-kwalitieit, kostenniveau of de milieuhygiëne.
Op grond van artikel 10.26, eerste lid, onder c, Wm kan bij verordening worden bepaald dat in een deel van het grondgebied geen huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld. Dit artikel is (in het verleden) gebruikt voor de binnenstad, alsmede voor de gestapelde bouw.
Bij raadsbesluit van 28 juni 2007 is besloten om de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval eens per twee weken op vrijwillige basis afzonderlijk te doen plaatsvinden. Hiermee is de VROM-inspectie akkoord gegaan. Dit betekent dat niet bij elk perceel afzonderlijke inzameling van groente-, fruit- en tuinafval zal plaatsvinden.
Gemeenten kunnen daarnaast op basis van het Landelijk afvalbeheersplan en de Provinciale milieuverordening Noord-Holland worden verplicht om bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk in te zamelen.
Op grond van het derde lid kan een omschrijving worden gegeven van de verschillende categorieën huishoudelijke afvalstoffen. Deze omschrijving kan van belang zijn bij vaststelling van de vervuiling van de fracties vanwege verkeerd aanbiedgedrag.
In artikel 9 worden de niveaus van inzameling aangegeven. Hiermee wordt recht gedaan aan de vervaging van het onderscheid tussen huis-aan-huis inzameling en inzameling via brengvoorzieningen op verschillende niveaus.
Bij het uitvoeringsbesluit dat op basis van het tweede lid wordt vastgesteld, wordt een bijlage gevoegd waarop - t.a.v. de gestapelde bouw - zichtbaar is van welke inzamelmiddelen/ inzamelvoorzieningen specifieke gestapelde bouw-complexen gebruik dienen te maken.
Artikel 10 Frequentie van inzamelen
Op grond van dit artikel wordt de frequentie van inzameling van huishoudelijke afvalstoffen geregeld. De dagen en tijden waarop huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden aangeboden, worden geregeld op basis van artikel 20.
Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
Gemeenten zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Zij hebben daarmee ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door het college aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij zij daartoe beschikken over een vergunning van het college. Op basis van artikel 4 kunnen aan de vergunning voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.
In dit kader is de brede omschrijving die in artikel 1 is gegeven van het begrip inzamelen van belang. Ook het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in de winkel (bijvoorbeeld batterijen, tl-lampen, huishoudelijke apparaten) valt hieronder. Wanneer de gemeente deze serviceverlening op prijs stelt en hiervoor geen vergunning wil vereisen, kunnen de betreffende winkels op grond van artikel 7, tweede lid, door het college worden aangewezen als inzamelende persoon of instantie.
Het derde lid is nodig, omdat het inzamelverbod behoudens vergunning niet mag gelden voor personen of instanties die bij amvb in het kader van producentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben gekregen. Gemeenten kunnen in deze gevallen geen vergunningplicht hanteren.
Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de krachtens het eerste lid van artikel 7 aangewezen inzameldienst, andere inzamelaars die zijn aangewezen krachtens het tweede lid van artikel 7, houders van een inzamelvergunning en personen of instanties met een inzamelplicht krachtens amvb in het kader van producentenverantwoordelijkheid.
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden aan de inzameldienst . Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.
De keuze voor de formulering 'anderen dan de gebruikers van..' is gekoppeld aan de Verordening reinigingsheffingen. Overigens is het natuurlijk niet de bedoeling om te verbieden dat degene die de heffing betaalt zijn afvalstoffen door iemand anders laat aanbieden namens hem.
Het tweede lid is toegevoegd omdat het wenselijk kan zijn om ook te reguleren wat mag worden aangeboden aan een houder van een inzamelvergunning. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn in verband met afspraken in het kader van producentenverantwoordelijkheid, waarbij de afnamegarantie 'ten minste om niet' voor onder andere oud papaier en karton alleen geldt voor papier en karton ingezameld bij huishoudens (dus niet bij bedrijven).
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats
De inzamelmiddelen kunnen al dan niet van gemeentewege zijn verstrekt. Het eerste lid betreft het verbod om categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via een aangewezen of van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel. Het tweede lid betreft een verbod om categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders aan te beiden dan via het daartoe aangewezen inzamelmiddel.
Het artikel biedt de basis tot het stellen van diverse regels die relevant zijn voor de bedoelde inzamelmiddelen. (Zie hiervoor de betreffende uitvoeringsbesluiten)
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Artikel 16 betreft inzamelvoorzieningen nabij de percelen voor huishoudelijk restafval en papier. In de uitvoeringsbesluiten zijn hiervoor regels opgesteld.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glasbakken, textielbakken en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen. De voorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel of niet permanent aanwezig zijn. Het gebruik van de wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen.
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat
De term milieustraat is omschreven in artikel 1. Hier kunnen meerdere afvalcomponenten worden gebracht.
Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
De mogelijkheid om huishoudelijke afvalstoffen te kunnen aanbieden zonder inzamelmiddel of -voorziening is vooral van belang voor grof huisvuil of grof tuinafval. Op basis van het tweede en derde lid kunnen uitvoeringsbesluiten worden opgesteld die regels stellen met betrekking tot de wijze van aanbieding.
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het college een onderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde clusterplaatsen en inzamelvoorzieningen.
Bepaald kan ook worden dat inzameling op afroep plaatsvindt. Afvalstoffen kunnen dan worden aangeboden op de dag die, na de melding van de burger dat hij bepaalde afvalstoffen ter inzameling wil aanbieden, wordt aangewezen.
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Dit artikel biedt de grondslag voor een door het college vast te stellen calamiteitenregeling. Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn in geval van stakingen en wegopbrekingen.
Paragraaf 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
De inzameldienst kan naast huishoudelijke afvalstoffen ook bedrijfsafvalstoffen (of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Gedacht kan worden aan afval uit kantoren/winkels/dienstensector of bouw- en sloopafval (voor zover dit niet wordt gerekend tot het huishoudelijke afval).
De gemeente heeft op dit punt geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen, voor zover artikel 22 daartoe de mogelijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling dienen te worden aangeboden.
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
De Wet milieubeheer geeft de gemeenten uitdrukkelijk de bevoegdheid om regels te stellen over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in het belang van de bescherming van het milieu. Dit artikel is de uitwerking daarvan. Het college kan in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
De gemeente mag geen vergunningstelsel hanteren voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen.
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Dit artikel is niet gebaseerd op de Gemeentewet, maar op artikel 10.25, onder a, Wm.
Met opzet worden in het eerste lid ook de termen "stof" en "voorwerp" gebruikt en niet alleen de term "afvalstof", omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.
Artikel 26 Achterlaten van straatafval
Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt.
Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval "dat onderweg ontstaat"; buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvan de burger (in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wordt geboden om zich ter plekke te kunnen ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is nadrukkelijk uitgesloten van de omschrijving in artikel 1. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.
Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Dit artikel was voorheen gebaseerd op de autonome verordenende bevoegdheid van de gemeente. Nu wordt in artikel 10.25, onder a, Wm de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de afvalstoffenverordening.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Dit artikel is nu in de afvalstoffenverordening opgenomen gelet op artikel 10.25, onder a, Wm.
Opgemerkt wordt dat een inrichting, zoals bedoeld in dit artikel, vergunningspichtig kan zijn op grond van de Wet milieubeheer dan wel meldingsplichtig op grond van het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. De verplichting zoals opgenomen onder c van deze bepaling kan in deze gevallen als voorschrift aan een dergelijke vergunning worden verbonden dan wel rechtstreeks voortvloeien uit het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Dit artikel is in de afvalstoffenverordening opgenomen gelet op artikel 10.25, onder a, Wm.
Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak uitgereikt. Gedacht kan worden aan monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie van een product een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Op grond van dit artikel kan degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Ook dit artikel niet meer is gebaseerd op de Gemeentewet, maar op artikel 10.25, onder a en b, Wm.
Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen,stoffen of voorwerpen te voorkomen.
De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg.
Paragraaf 6 OPSLAG AFVALSTOFFEN EN AUTOWRAKKEN
Artikel 31 Verbod van opslag van afvalstoffen
In artikel 10.25 onder c, Wm is de basis gelegd om bij de afvalstoffenverordening in ieder geval regels te kunnen stellen omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen. Artikel 10.25 onder c Wm geldt voor de opslag van alle afvalstoffen.
Net als bij de bepalingen over zwerfafval,die zijn gebaseerd op artikel 10.25, onder a en b, Wm is ook hier sprake van facultatief medebewind.
Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het begrip autowrak wordt in artikel 1, onder b, Besluit beheer autowrakken(BBA) als volgt gedefinieerd: "voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm". Door deze definitie wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus onder de werking van deze bepaling.
Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing
Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
Artikel 10 Frequentie van inzamelen
Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat
Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Paragraaf 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Paragraaf 4a BEHEER VAN AFVALSTOFFEN
Artikel 24a Bewerken, verwerken en/of vermarkten van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 26 Achterlaten van straatafval
Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Paragraaf 6 OPSLAG AFVALSTOFFEN EN AUTOWRAKKEN
Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen