Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling woon-werkverkeer |
Citeertitel | Regeling woon-werkverkeer |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Ambtenarenwet, artikel 125
onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2011 | 01-01-2017 | art. artikel 9 lid 2 | 13-12-2011 C41-24 september 2012 | Geen | |
01-10-2008 | 13-12-2011 | Onbekend | 07-08-2008 Gemeenteblad | Geen | |
01-10-2008 | 01-10-2008 | Onbekend | 07-08-2008 Gemeenteblad | Geen | |
01-10-2008 | 01-10-2008 | Onbekend | 07-08-2008 Gemeenteblad | Geen | |
01-10-2008 | 01-10-2008 | Onbekend | 07-08-2008 Gemeenteblad | Geen | |
01-10-2008 | 01-10-2008 | nieuwe regeling | 07-08-2008 Gemeenteblad | Geen |
Het stimuleren van een milieubewust reisgedrag bij het woon-werkverkeer bij medewerkers van de gemeente Maastricht. Hiermee wordt tevens het doel van een bereikbare binnenstad ondersteund.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn keuze in fiscale zin, voor de sociale zekerheid en/of voor pensioenaanspraken.
De deelnemer kan kiezen uit de navolgende bronnen in tijd en geld:
Het inzetten van verlofuren als bron mag er niet toe leiden dat het aantal verlofuren onder het wettelijk minimum van 144 uur komt. Voor deeltijders geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als minimum.
Het inzetten van het salaris als bron mag er niet toe leiden dat het salaris onder het wettelijke minimumloon komt.
Het inzetten van de vakantietoelage mag er niet toe leiden dat de vakantietoelage onder de minimum vakantietoelage komt (art. 6:3 lid 2 AGM).
De deelnemer kan ten behoeve van het woon-werkverkeer een verzoek indienen tot:
Ten behoeve van de verstrekking van de OV-kaarten maakt de werkgever tariefafspraken met aanbieders van openbaarvervoer.
De maximale belastingvrije vergoeding zoals bedoeld in lid 1 onder sub d is afhankelijk van de reisafstand en het aantal dagen waarop de deelnemer naar dezelfde plaats van arbeid reist. Berekening van deze vergoeding vindt plaats met in achtneming van de vigerende fiscale regelgeving.*.
Indien (achteraf blijkt dat) niet aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan om in aanmerking te komen voor een vergoeding zoals genoemd in lid 1, zijn eventuele fiscale gevolgen voor rekening van de deelnemer. Dit betekent dat een eventuele naheffing loonbelasting en premies volksverzekeringen (inclusie rente en boete) op de deelnemer zullen worden verhaald.
De vergoeding of verstrekking, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder sub a, b, c en d I t/m III, wordt voor 75% door de werkgever op de door de deelnemer aangegeven bron(nen) verhaald.
De vergoeding van de reiskosten, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder sub d IV, wordt voor 100% door de werkgever op de door de deelnemer aangegeven bron(nen) verhaald.
De deelnemer dient het daartoe geëigende formulier in bij de salarisadministratie met dien verstande dat het uiterlijk wordt ingediend
De originele vervoersbewijzen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c, dienen na afloop van de geldigheidsdatum in april of in november van elk jaar bij de werkgever ingeleverd te worden.
Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Woon-werkverkeer”.
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2012.