Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling (tevens intrekking) | 06-12-2010 Officiële bekendmakingen 2010, week 49 | 2010-000632/r/C | |
01-01-2009 | Nieuwe regeling | 15-12-2008 Stellingwerf + Griffioen 24-12-2008 | 2008-000404/C |
Registratienummer: 2010-000632/r/CDe raad van de gemeente Weststellingwerf;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010 met nr. 2010-003536/c;gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;b e s l u i t:vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010”.
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, danwel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, danwel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de hondenbelasting of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting en andere heffingen meer dan € 50,00 doch minder is dan € 2.500,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.