Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats Oss (Hoogen
Heuvel), de gemeentelijke begraafplaats Megen (Clarastraat);
- b.
wet: de Wet op de lijkbezorging;
- c.
eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen
begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten of het
bijzetten van een asbus met of zonder urn;
- d.
eigen kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk
of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin
doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten van
levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar of het
bijzetten van een asbus met of zonder urn;
- e.
grafkelder: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen
begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten of het
bijzetten van een asbus met of zonder urn;
- f.
eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urn,
bevattende de as van overledenen;
- g.
eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen,
bevattende de as van overledenen;
- h.
urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats
bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in
een eigen urnengraf;
- i.
asbus: een bus ter berging van de as van een
overledene;
- j.
urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere
asbussen;
- k.
verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemd veld
waarop as wordt verstrooid;
- l.
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een
graf;
- m.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse
leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;
- n.
rechthebbende: een natuurlijk of een rechtspersoon, die
het uitsluitend recht heeft verkregen op een eigen graf, een eigen
kindergraf, grafkelder, een eigen urnengraf of een eigen
urnennis;
- o.
grafakte: de overeenkomst waarin overeenkomstig de
bepalingen van deze verordening door of namens het college van
burgemeester en wethouders van de gemeente Oss een grafrecht is
overeengekomen;
- p.
grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden
in een eigen graf, recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden
in een eigen urnengraf of eigen urnennis.
Artikel 2 Beheer
Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de afdeling Burgerzaken
& Belastingen, onder verantwoordelijkheid van het college van
burgemeester en wethouders. Onder toezicht van het college van burgemeester
en wethouders worden één of meer daartoe aangewezen personen belast
met:
- a.
de aanwezige administratie van de begraafplaats;
- b.
de dagelijkse leiding van de begraafplaats;
- c.
het onderhoud van de begraafplaats;
- d.
het delven of openen en sluiten van graven.
Artikel 3 Bestemming
- 1.
De onder artikel 1, lid a, genoemde begraafplaatsen zijn bestemd
voor het begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;
het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden of
verstrooien van asbussen van personen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan van het eerste lid
afwijken en kan nadere regels stellen, welke worden omschreven in
een uitvoeringsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van deze verordening.
Deze regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te
onder- scheiden vakken en rijen graven.
Indeling en administratie van de begraafplaats
Artikel 4 Verantwoording
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders regelt de indeling van de
gemeentelijke begraafplaatsen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders zorgt er voor dat er een
gewaarmerkte platte- grondtekening is, waarop de grafruimten genummerd
zijn aangegeven.
Artikel 5 Register
- 1.
De administratie bevat een register van alle overledenen die
begraven zijn op de begraafplaatsen of wiens asbus is begraven,
bijgezet of verstrooid, met hun namen, datum van geboorte en datum
van overlijden. In dit register wordt tevens vermeld de dag van de
begraving of bijzetting, het gedeelte van de begraafplaats waarin
dat is geschied en het nummer van het graf. Daarnaast zijn in dit
register de naam en het adres van de rechthebbende opgenomen. Dit
register is niet openbaar.
- 2.
De rechthebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het
college van burgemeester en wethouders door te geven.
- 3.
Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend
rechthebbenden, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten,
een uittreksel ten aanzien van hun graf of nis verkrijgen.
Openstelling begraafplaats
Artikel 6 Openstelling
- 1.
De begraafplaatsen zijn voor een ieder toegankelijk gedurende de
door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen
tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan delen van de
begraafplaats tijdelijk sluiten.
- 3.
De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van
de as is op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur
en op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur. Geen begraving of
bijzetting vindt plaats op zondagen en op algemeen erkende feest- en
gedenkdagen.
- 4.
Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het
bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de
beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande(n)
vastgesteld.
- 5.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het
publiek is geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het
bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
- 6.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere
gevallen van deze tijden afwijken.
Artikel 7 Verboden
- 1.
Het is verboden op de begraafplaats:
- a.
zich op hinderlijke wijze te gedragen;
- b.
te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;
- c.
op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;
- d.
op de graven te lopen of de begraafplaats te
verontreinigen;
- e.
de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de
paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere
wijze te verontreinigen;
- f.
dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter
begeleiding van een blinde;
- g.
- h.
te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte
zitplaatsen;
- i.
zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan
op de daarvoor bestemde ingangen;
- j.
iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied
van de nagedachtenis van
de overledene;
- k.
werkzaamheden aan grafbedekkingen door derden te laten verrichten,
behoudens artikel 21, lid 1.
- 2.
Het is verboden op de begraafplaats:
- a.
rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en
wandelwagens, mee te nemen, anders dan op de daartoe aangewezen
rijwegen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het
vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te
verrichten werkzaamheden;
- b.
met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.
- 3.
De beheerder kan ontheffing verlenen van de verboden,
bedoeld in dit artikel.
Artikel 8 Ordehandhaving
- 1.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die
werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht
zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de
aanwijzingen van de beheerder.
- 2.
Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen
houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de
begraafplaats verwijderen.
- 3.
Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen
verboden, anders dan met toestemming van of namens het college van
burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan
grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming
kan mondeling worden gegeven.
- 4.
In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de
toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.
- 5.
Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang
tot de begraafplaats worden ontzegd.
Artikel 9 Plechtigheden
- 1.
Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke
plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren
worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de
plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal
plaatsvinden.
- 2.
Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten
zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de
aanwijzingen van de beheerder.
Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 10 Uitgifte en indeling graven
- 1.
Op de begraafplaatsOss (Hoogen Heuvel)worden graven als
volgt uitgegeven:
- a.
eigen graven en grafkelders in volgorde van ligging;
- b.
urnengraven in de zogenaamde urnentuin in volgorde van
ligging;
- c.
urnennissen naar keuze met dien verstande dat alvorens wordt
overgegaan tot een
nieuwe muur, alle nissen in de in gebruik zijnde muur moeten zijn
uitgegeven.
- 2.
Op de begraafplaats Megen worden de graven als volgt
uitgegeven:
- a.
eigen graven in volgorde van ligging;
- b.
urnennissen naar keuze met dien verstande dat alvorens wordt
overgegaan tot een nieuwe muur, alle nissen in de in gebruik
zijnde muur moeten zijn uitgegeven.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht
voor een eigen graf toe te wijzen anders dan voor directe begraving
en aansluitend op de reeds uitgegeven graven, indien dit wegens de
situatie op de begraafplaats noodzakelijk is.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht
voor de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de
grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te
wijzigen.
Artikel 11 Onderscheid graven
- 1.
Op de begraafplaats Oss (Hoogen Heuvel) kunnen worden
uitgegeven:
- a.
eigen graven en eigen kindergraven;
- b.
- c.
eigen urnen graven en eigen urnennissen;
- d.
recht tot uitstrooien van as.
Op de begraafplaats Megen kunnen worden uitgegeven:
- a.
eigen graven en eigen kindergraven;
- b.
eigen urnennissen;
- 2.
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen
regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen
met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen
graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur
van de eigen graven. De uitgifte duur kan niet korter zijn
dan de minimum grafrusttermijn zoals vermeld in de Wet op de
lijkbezorging.
- 3.
Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de
rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt
begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en
beperkingen van deze verordening.
- 4.
Een recht als bedoeld in lid 3, kan slechts aan één
rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en
voor de personen genoemd in artikel 18, tweede lid.
- 5.
Het in het derde lid bedoelde uitsluitend grafrecht wordt
door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk
bevestigd door middel van een grafakte.
Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor
verschuldigde kosten, een duplicaat- akte verkrijgen.
Artikel 12 Categorieën
Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de eigen
graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende
categorieën de situering en oppervlakte.
Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 13 Te overleggen documenten
- 1.
De rechthebbende die wil doen begraven of een asbus wil doen bijzetten,
geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de
begraving of bijzetting zal plaatsvinden, uiterlijk om 12.00 uur
schriftelijk kennis aan de beheerder. Zaterdag en zondag gelden niet als
werkdag.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal
plaatsvinden, dient een verklaring van de rechthebbende te worden
overgelegd of, indien deze zelf de overledene is, door degene die in de
uitvaart voorziet.
- 3.
Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot
binnen 36 uur na het overlijden te begraven of te verbranden, moet de
kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 4.
Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot
begraving of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te
worden overgelegd.
- 5.
Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt
begraven, dient behalve het in het vierde lid bedoelde verlof of
document ook het in het derde lid bedoelde verlof van de burgemeester te
worden overgelegd.
Artikel 14 Vereisten begraving
1.Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot
begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.
- 2.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn
binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige
verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar, dat de als dan
resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke
minimum grafrusttermijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden
aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door
één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.
- 3.
De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging gaat in op de
dag na afloop van de vorige periode.
Artikel 15 Begraving
- 1.
De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van
het bepaalde in artikel 10 door de beheerder.
- 2.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
- a.
de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de
artikelen 14 en 15 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor
opdracht aan het personeel van de begraaf- plaats heeft
verleend;
- b.
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel
van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot
heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een
ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een
bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en
geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de
levenloos geborene bevat.
- 3.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het
daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen,
mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op
aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen
deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder
geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe
uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of
schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag en
zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als
werkdag.
Artikel 16 Lijkomhulsel en grafgiften
- 1.
Rechthebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend
lijkhoezen, die voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in het
Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen
van het Lijkomhulselbesluit, staan op de “witte lijst” van de
Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
- 2.
Rechthebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot
begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te
geven.
Tarieven
Artikel 17 Tarievenlijst en termijnen
- 1.
De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad en
openbaar gemaakt in de tarievenlijst behorende bij de “Verordening
op de heffing en invordering van lijkbezorgings- rechten".
- 2.
Daarbij wordt tevens aangegeven, wanneer of binnen welke termijn de
betreffende kosten voldaan moeten zijn.
Verlenging en overgang grafrechten
Artikel 18 Overdracht
1.Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder
van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs
van overdracht. Deze rechts- opvolger is de echtgenoot of geregistreerde
partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot
en met de derde graad.
Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan
vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige
redenen bestaan.
2.Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht
worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of
andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de
derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het
overlijden van de rechthebbende of gebruiker.
Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan
vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige
redenen bestaan.
- 3.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot
overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit
artikel gestelde termijn, is het college van burgemeester en
wethouders bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.
- 4.
Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het
college van burgemeester en wethouders het grafrecht alsnog op naam
stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking
heeft op een (urnen)graf dat inmiddels is geruimd.
- 5.
Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde
kosten verschuldigd.
Artikel 19 Afstand doen graf
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende
schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het
eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en
wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 20 Vervallen grafrechten
- 1.
De grafrechten vervallen:
- a.
door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is
verleend;
- b.
indien de rechthebbende afstand doet van het recht;
- c.
indien de begraafplaats wordt opgeheven.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan de grafrechten
vervallen verklaren:
- a.
indien de betaling van het grafrecht en de onderhoudskosten
ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het
grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden
na aanvang van die termijn is geschied;
- b.
indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim
blijft een op grond van deze verordening op hem rustende
verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
- c.
indien de rechthebbende van een (urnen)graf is overleden en
het recht niet binnen de in artikel 18, lid 2, gestelde
termijn is overgeschreven.
- 3.
In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en
in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van
de kosten van het grafrecht, betaalde onderhouds- bijdragen of
eventuele andere kosten.
- 4.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan
gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de
rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van
het grafrecht kan hij geen aanspraken op deze voorwerpen doen
gelden.
Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 21 Vereisten grafbedekking
- 1.
Het plaatsen of verwijderen van grafbedekking op graven, urnengraven
of een plaat ter afsluiting van een urnennis geschiedt niet dan met
toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
- 2.
Omtrent de wijze van aanvraag van de toestemming, de aard en de
afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of
onderhoud van heesters of andere beplantingen stelt het college van
burgemeester en wethouders nadere regels vast, welke zijn omschreven
in het uitvoeringsbesluit.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen
van de door hen vastgestelde nadere regels.
- 4.
Het college van burgemeester en wethouders kan de in het eerste lid
bedoelde toestemming weigeren indien:
- a.
niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels
conform het uitvoerings- besluit;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
- 5.
Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten,
grafstenen, zerken of andere gedenk- tekens of van heesters
of andere beplantingen op eigen (urnen)graven geschiedt door
of namens de rechthebbende.
- 6.
Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of
vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere
gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere
beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende.
Artikel 22 Onderhoud en beheer
- 1.
Burgemeester en wethouders voorzien in het algemeen onderhoud van de
begraafplaats.
- 2.
De rechthebbende is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te
onderhouden of te herstellen. Hiertoe behoort ook het onderhoud van de
letters, het indien nodig opnieuw stellen van het gedenkteken en de zorg
van de beplanting. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient door
een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden
gedeponeerd.
- 3.
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te
onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en
wethouders de hiervoor in aanmerking komende beplanting of zo nodig de
gehele grafbedekking doen verwijderen. De verwijdering van de
grafbeplanting of de grafbedekking, zoals bedoeld is in dit lid, vindt
niet plaats dan nadat de rechthebbende per aangetekende brief is
opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking
en / of grafbeplanting.
- 5.
Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder
voorafgaande kennis- geving door de beheerder worden verwijderd, zonder
dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.
Artikel 23 Aansprakelijkheid
- 1.
De in artikel 21 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht
voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn
aangebracht.
- 2.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem,
ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende
oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van
monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van
heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of
opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening
en risico van de rechthebbende.
- 3.
De rechthebbende is verplicht de, door welke omstandigheden ook,
daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen,
indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het
college van burgemeester en wethouders het uiterlijk aanzien van de
begraafplaats schaadt.
- 4.
Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel
van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor
het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het college van
burgemeester en wethouders direct maatregelen treffen.
5.Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of
vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college van burgemeester en
wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of
beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
Artikel 24 Tijdelijke verwijdering
- 1.
Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk
afdekplaat ten behoeve van de begraving van een stoffelijk overschot
of de bijzetting van een asbus in een eigen graf geschiedt voor
rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
- 2.
Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf
aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente
op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt
verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of
bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig
is.
Artikel 25 Ruiming graf
- 1.
De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van stoffelijke
overschotten en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en
verstrooid op een door het college van burge- meester en wethouders
aangewezen gedeelte van de begraafplaats.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan na een schriftelijk
verzoek de rechthebbende op een eigen graf toestemming verlenen om de
overblijfselen van de overledenen die zich bevinden in het graf waarop
het uitsluitend recht betrekking heeft, opnieuw te doen begraven in een
ander graf op kosten van de rechthebbende.
- 3.
Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 1 en 2 zal niet eerder
plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de
laatst in gebruik genomen begraaflaag.
- 4.
De rechthebbende van een eigen graf kan de beheerder schriftelijk
verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te
doen brengen voor herbegraving of bijzetting elders of te doen
verstrooien.
Artikel 26 Losse voorwerpen
1.De op de graven geplaatste losse voorwerpen blijven ter beschikking van de
rechthebbende, gedurende een periode van drie maanden na ruiming van het
betreffende graf.
2.Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op
deze voorwerpen aan de gemeente.
Artikel 27 Bevoegdheden
- 1.
Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en
het opnieuw begraven in een ander graf op de begraafplaats van
stoffelijke resten, geschiedt uitsluitend door de daartoe door het
college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.
- 2.
Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven
is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig
zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
Historische graven en opvallende grafbedekking
Artikel 28 Historische graven
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders houdt een lijst bij van
graven die van historische betekenis zijn of waarvan de
grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
- 2.
Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het
college van burgemeester en wethouders of er graven zijn, die in
aanmerking komen om op de lijst te worden bijge- schreven.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders beslist over het ruimen
van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het
eerste lid bedoelde lijst staan.
Commissie voor de begraafplaatsen
Artikel 29 Benoeming leden, taak
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen een commissie voor de
begraafplaatsen instellen.
- 2.
De commissie voor de begraafplaatsen adviseert burgemeester en
wethouders over de algemene aspecten van de begraafplaatsen.
- 3.
De leden van de commissie voor de begraafplaatsen worden door de
gemeenteraad benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd.
- 4.
De commissie telt ten minste drie leden en ten hoogste zeven
leden.
- 5.
Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en
kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen .
- 6.
De leden van de commissie treden na verloop van een periode van vier
jaren af. Zij zijn eenmaal onmiddellijk benoembaar.
- 7.
Een lid dat ter vervulling van een, anders dan ten gevolge van een
periodieke aftreding, opengevallen plaats wordt benoemd treedt af op
het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd zou zijn
afgetreden.
- 8.
Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie
waarin de benoeming heeft plaatsgevonden.
- 9.
De beheerder heeft zitting in de commissie.
- 10.
De commissie werkt volgens de bepalingen van een door haarzelf te
maken reglement dat door burgemeester en wethouders wordt
goedgekeurd.
- 11.
De commissie vergadert minstens twee keer per jaar.
- 12.
De commissie beraadslaagt in het openbaar.
Artikel 30 Klachten
- 1.
Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben kunnen
omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke
handelingen betreffende de begraafplaats bij het college van
burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen zes weken
na ontvangst van de klacht.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders brengt deze beslissing
omtrent de klacht terstond ter kennis van de klager.
Artikel 31 Rechten en plichten
De rechten en plichten, tot stand gekomen onder vroegere verordeningen,
verkregen op de gemeentelijke begraafplaatsen, blijven van kracht voor zover
deze onder de oude verordening ruimer waren.
Artikel 32 Verstrekking verordening
Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig op verzoek aan de
belanghebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn tegen betaling
verkrijgbaar.
Artikel 33 Beslissingsbevoegdheid college
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van
mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college van
burgemeester en wethouders.
Artikel 34 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande
verordeningen van de begraafplaatsen.
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening voor het
beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Oss,
2007.
- 3.
Deze verordening treedt in werking op 5 juli 2007.