Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 14-12-2010 Peelbelang 30-12-2010 | 10.12.06 |
De raad van de gemeente Asten;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010,
gehoord het advies van de commissie burgers d.d. 22 november 2010,
gezien het advies van de Koepel Zorgvragers Asten,
gelet op de artikelen 1, 8, 9, 11, 16, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 27, 28, 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011,
met inachtneming van artikel 149 van de Gemeentewet,
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen voor het verlenen van voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning;
tot het vaststellen van het hiernavolgende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011:
Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording
Verantwoording van een persoonsgebonden budget bij aanschaf van een voorziening.
Als een persoonsgebonden budget wordt aangewend voor de koop van een voorziening legt de budgethouder verantwoording af aan het college door, binnen maximaal 4 weken nadat het college daarom heeft verzocht, bewijsstukken te overleggen over de besteding van het persoonsgebonden budget. De bewijsstukken dienen op naam van de budgethouder te zijn gesteld en duidelijk aan te geven op welke voorziening deze betrekking hebben.
Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen of te verrekenen. Alvorens tot terugvordering overgegaan kan worden dient het toekenningbesluit geheel of gedeeltelijk ingetrokken te worden.
b.De verantwoording heeft betrekking op de besteding van het persoonsgebonden budget aan datgene waarvoor het verstrekt is. Bij de verantwoording wordt rekening gehouden met een vrij besteedbaar deel van 1,5% van het beschikbaar gestelde budget, met een minimum van € 250,- en een maximum van € 1.250,- per jaar.
Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording
Als de financiële tegemoetkoming wordt aangewend voor een woningaanpassing dan legt de belanghebbende verantwoording af aan het college door, terstond na realisatie van de woningaanpassing maar binnen maximaal 15 maanden na toestemming, gespecificeerde facturen en nota’s te overleggen over de besteding van de financiële tegemoetkoming.
Artikel 5 Vormen van hulp bij het huishouden
1.De door het college ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden te verstrekken voorziening bestaat uit:
Artikel 8 Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget woonvoorzieningen
De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen dan vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking.
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1997 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen.
Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer, één toilet en de buitenruimte behorende bij het hoofdverblijf kan bereiken. De maximale financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 11 lid 7 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 5.000,-.
De aanvrager heeft geen recht op een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 en 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011, indien hij eigenaar is van de aan te passen woning, en het in de woning gebonden vermogen hoger is dan 1,5 x de vermogensdrempel zoals genoemd in artikel 34 lid 2 onderdeel d van de Wet werk en bijstand (Wwb).
Artikel 10 Persoonsgebonden budget vervoersmiddel
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersmiddel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor soortgelijke voorzieningen over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.
Bij toekenning dit persoonsgebonden budget wordt de minimale afschrijvingstermijn vermeld.
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen (of daarmee gelijk te stellen samenlevingsvorm) meer bedraagt dan 1,5 maal de bijstandsnorm, wordt het bezit van een personenauto of het gebruik van een taxi algemeen gebruikelijk geacht, zodat collectief vervoer, een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Het relevante inkomen voor de toets of een persoon de inkomensgrens overschrijdt, waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, betreft het inkomen van belanghebbende en diens eventuele echtgenote/partner zoals bedoeld in artikel 32 van de Wet werk en bijstand (Wwb).
Artikel 14 Persoonsgebonden budget rolstoel
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening. De gebruiksduur van een rolstoel bedraagt tenminste 5 jaren. Voor een rolstoel is geen eigen bijdrage verschuldigd.
1.Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een gemaximeerde financiële tegemoetkoming.
2.Het bedrag van deze financiële tegemoetkoming bedraagt
€ 2.500,-, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.
3.Voor de sportrolstoel is geen eigen bijdrage verschuldigd.
4.Indien de sportrolstoel 3 jaar na verstrekking nog adequaat is, kan een forfaitaire tegemoetkoming voor onderhoud van de sportrolstoel verstrekt worden.
Artikel 16 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011 indien van toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Teneinde de aard en de omvang van gebruikelijke zorg in relatie tot een eventuele aanspraak op Hulp bij het huishouden eenduidig te bepalen wordt een Protocol gebruikelijke zorg en een Protocol indicatiestelling voor Hulp bij het huishouden gevolgd. Deze protocollen zijn opgenomen in de Uitvoeringsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 18 Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Voor alle uitstaande verstrekkingen in natura die op basis van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2007 zijn toegekend geldt een overgangstermijn van 6 maanden. Met ingang van 1 juli 2011 gelden ook voor deze verstrekkingen de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011.