Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ambtsinstructie Leerplicht voor de gemeente Tiel |
Citeertitel | Ambtsinstructie Leerplicht voor de gemeente Tiel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | bijlage 1 Bijlage 2 |
Deze regeling vervangt de Instructie voor de leerplichtambtenaar met BOA van 1 juli 2006.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2011 | nieuwe regeling | 24-02-2011 Zakengids, 25-03-2011 | Regelgevingregister 2011, nr. 6.01, college van burgemeester en wethouders 13-12-2010, A12 |
In deze instructie wordt verstaan onder:
directeur: Hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast, dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet (als bedoeld in artikel 28 WVO, artikel 47a WEC en artikel 8.1.8 WEB);
Jaarlijks vindt afstemming plaats met het onderwijsveld. De scholen in het werkgebied worden minimaal 1 keer per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en het verzuimprotocol voor de scholen en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de leerplichtambtenaar, gewijzigde wetgeving, etc.
Er is georganiseerde (preventieve) afstemming met relevante ketenpartners zoals het onderwijsveld en zorginstanties. Met de ketenpartners worden jongeren met een complexe problematiek besproken. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld. Daar waar nodig kan hiervoor de verwijsindex worden ingezet.
In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar. Van de personen van 4 tot 18 jaar worden ook de ouders en/of verzorgers in de leerlingenadministratie opgenomen.
De leerplichtambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
De administratieve medewerker controleert minimaal maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Indien er geen inschrijving is, wordt een brief naar de ouders/verzorgers verstuurd. In deze brief is aangegeven dat zij binnen 1 week dienen te reageren. Als wordt teruggemeld dat er wel sprake is van een schoolinschrijving dan wordt dit gecontroleerd.
Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als deze registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de afschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven, wordt schriftelijk contact gezocht met de ouders van de jongere.
Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de leerplichtambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratieve medewerker. Jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs worden gemeld via de IB-groep. Jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet–bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerplichtdossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd aan het reeds aanwezige leerplichtdossier.
Binnen een week meldt de administratief medewerker via de IB-groep betreffende jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de administratief medewerker binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen.
De leerplichtambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving contact met de ouders/verzorgers en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. De leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen binnen het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs af bij het verzuimloket van de IB-groep.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat er sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als bijzonder opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Tevens kan hij een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. De leerplichtambtenaar maakt de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat er sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als bijzonder opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken.
De leerplichtambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
Zodra de leerplichtambtenaar kennis neemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de Leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan kan de Leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken.
De leerplichtambtenaar kan aan de directeur advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuim bestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan de directeur verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
Indien de ouders is aangeraden in het gesprek om het kind in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd, wordt dit verwerkt in het leerplichtdossier. Is het advies niet opgevolgd dan kan er een proces-verbaal worden opgemaakt.
Zodra de leerplichtambtenaar kennis neemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt hij een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en kan hij proces-verbaal opmaken (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet). Tevens kan de leerplichtambtenaar de inspecteur van die school of instelling van zijn bevindingen op de hoogte brengen (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).
De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De Leerplichtambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.
Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de leerplichtambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) worden gevoerd.
de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs.
Indien een 17-jarige in dienst wil treden bij defensie, levert hij aan de leerplichtambtenaar een kopie van de aanstellingsbrief bij Defensie, waarin Defensie verklaart dat de 17- jarige bij Defensie in dienst is en voor welke functie hij is bestemd []. In de aanstellingsbrief wordt de 17-jarige opgedragen een kopie van de aanstellingsbrief bij de Afdeling Leerplicht van zijn woongemeente in te leveren.
Indien de aanstelling bij Defensie van de jongere vóór zijn 18de jaar wordt beëindigd, vermeldt Defensie in de ontslagbrief dat met dit ontslag de grond voor vrijstelling van de leerplicht vervalt, dat de betrokkene zich bij een onderwijsinstelling moet melden voor het behalen van een startkwalificatie en dat Defensie melding doet van dit ontslag aan de afdeling Leerplicht van de woongemeente.[]
Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond als bedoeld in artikel 5 onder a, draagt de leerplichtambtenaar er zorg voor dat de aangewezen deskundige op een zo kort mogelijke termijn een schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft. (Noot: over de termijn zal een afspraak met de GGD moeten worden gemaakt)
Indien de ouders een beroep willen doen op de grond als bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de leerplichtambtenaar deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders mee.
Indien de ouders een beroep doen op de grond als bedoeld in artikel 5 onder b dan onderzoekt de leerplichtambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt. Tevens wordt aan hen medegedeeld voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien, zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond als bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders schriftelijk mede dat deze binnen 3 weken overgelegd dient te worden.
Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de leerplichtambtenaar contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Indien een school niet voldoet aan de criteria van de wet, stelt de leerplichtambtenaar de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de wet, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.
Er zijn afspraken gemaakt met schoolartsen van de GGD Rivierenland om een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling af te geven.
Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal in verband met zorgverzuim (zowel tegen de ouders als tegen de jongere) aan de officier van justitie stuurt, gaat tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming.
Indien de leerplichtambtenaar tijdens een onderzoek vermoedens heeft van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een melding doen bij het AMK met het verzoek een onderzoek in te stellen. Hij deelt in beginsel aan de betrokken ouders mede dat hij een melding heeft gedaan. Tevens maakt hij een notitie van de melding in het leerplichtdossier.
Melding aan de inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)
De leerplichtambtenaar kan een melding doen bij de SVB indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim bij een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie. Onder ongeoorloofd verzuim wordt verstaan: verzuim van meer dan 16 uur in een periode van 4 weken of het niet ingeschreven staan op een school, tenzij er sprake is van een vrijstelling.
De leerplichtambtenaar werkt samen met de instellingen, die onder andere zijn opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de leerplichtambtenaar een regierol. De leerplichtambtenaar controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.
De leerplichtambtenaar zorgt dat alle gegevens (zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 en 2 van deze instructie) welke zijn opgenomen in de leerplichtadministratie bij het einde van de leerplicht cq. kwalificatieplicht worden overgedragen aan het RMC. Indien nodig zorgt de leerplichtambtenaar voor een warme overdracht aan de medewerker van het RMC.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen het werkgebied, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en overlegt met de beleidsmedewerkers en leerplichtambtenaren van de verschillende gemeenten over voorstellen voor aanpassingen van het beleid (de zgn. signaalfunctie).
Deze instructie treedt in werking 14 dagen na de dag van bekendmaking via een daartoe gekozen medium. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de leerplichtambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.