Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bonaire

EILANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11 september 2002, nr. 9 ter uitvoering van artikel 3, onder e, artikel 5, derde en vierde lid, artikel 8, eerste lid onder f, en artikel 9, onder e, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBonaire
OrganisatietypeCaribisch openbaar lichaam
Officiële naam regelingEILANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11 september 2002, nr. 9 ter uitvoering van artikel 3, onder e, artikel 5, derde en vierde lid, artikel 8, eerste lid onder f, en artikel 9, onder e, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)
CiteertitelEilandsbesluit arbeid vreemdelingen Bonaire 2002
Vastgesteld doorBestuurscollege
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.

De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 08 OKT. 2010 no. 12 tot vaststelling van de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen voor het openbaar lichaam Bonaire

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam

08-10-2010

A.B. 2010, no. 19

Onbekend
01-07-200510-10-2010art. 4, 6, eerste lid, 8, derde, vierde en vijfde lid

08-06-2005

A.B. 2005, no. 15

n.v.t.
17-09-2002Nieuwe regeling

11-09-2002

A.B. 2002, no. 19

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

EILANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11 september 2002, nr. 9 ter uitvoering van artikel 3, onder e, artikel 5, derde en vierde lid, artikel 8, eerste lid onder f, en artikel 9, onder e, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)

 

 

1. Begripsbepaling

Artikel 1

In dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. landsverordening:

Landsverordening Arbeid Vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)

b. tewerkstellings­vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 1, onder c, van de landsverordening;

c. werkgever:

degene, bedoeld in artikel 1, onder b, van de landsverordening;

d. vreemdeling:

degene, bedoeld in artikel 1, onder e, van de landsverordening;

e. buitengaatse onderneming:

een in de Nederlandse Antillen gevestigde onderneming die in het bezit is van een op zijn naam gestelde ontheffing van de voorwaarden, voorschriften en bepalingen van de artikelen 9 tot en met 15 van de Landsverordening Deviezenverkeer (P.B. 1981, no. 67)

f. bestuurscollege:

het bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire.

2. Aanvraag tewerkstellingsvergunning

Artikel 2
  • 1.

    Een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning wordt ingediend bij het bestuurscollege.

  • 2.

    De aanvrager ontvangt binnen twee weken een schriftelijke bevestiging dat hij de aanvraag heeft ingediend, onder vermelding van de datum van het verzoek.

Artikel 3

Bij een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning verstrekt de werkgever de navolgende gegevens:

  • a.

    naam, adres, telefoon- en faxnummer van de werkgever;

  • b.

    naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, burgerlijke staat en zo mogelijk het toekomstige adres van de vreemdeling;

  • c.

    de aard en de plaats van de door de vreemdeling te verrichten arbeid;

  • d.

    welke diploma's zijn vereist, welke ervaring nodig is dan wel welke andere eisen worden gesteld aan de vreemdeling voor het verrichten van de arbeid;

  • e.

    de noodzaak voor het aantrekken van de vreemdeling ter vervulling van de arbeidsplaats en de inspanningen die zijn verricht om uit de lokale arbeidsmarkt voor vervulling daarvan zorg te dragen.

Artikel 4

Bij de aanvraag worden de volgende stukken overlegd:

  • a.

    de overeenkomst tot het verrichten van arbeid die met de betrokken vreemdeling zal worden aangegaan;

  • b.

    een voor de Nederlandse Antillen geldig paspoort van de vreemdeling;

  • c.

    een bewijs dat de vergoeding, bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de landsverordening is betaald;

  • d.

    twee goed gelijkende pasfoto's van de vreemdeling;

  • e.

    een gezondheidsverklaring naar de actuele stand van de medische inzichten, afgegeven uiterlijk zestig dagen voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, waaruit blijkt dat de vreemdeling niet aan een besmettelijke ziekte lijdt;

  • f.

    een kopie van de directie- en vestigingsvergunning van de werkgever alsmede een kopie van de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid Bonaire;

  • g.

    kopieën van diploma's, gewaarmerkt door de bevoegde instantie in het land waar de diploma's zijn gehaald, indien deze zijn vereist conform de opgave artikel 3, onder d, en referenties omtrent dienst opgedane relevante werkervaring;

  • h.

    aangetoond wordt dat de beschikbaarheid van de te vervullen arbeidsplaatsen ten minste zes weken voor het indienen van de aanvraag is gemeld bij de Dienst Economische Zaken en Arbeidsaangelegenheden;

  • i.

    een door het bevoegd gezag van de woonplaats van betrokkene binnen 2 maanden vóór aankomst in de Nederlandse Antillen afgegeven verklaring van goed gedrag gedurende de laatste vijf jaren, of een schriftelijke verklaring waaruit, ter beoordeling van het bestuurscollege, genoegzaam van het gedrag van betrokkene blijkt,

  • j.

    een verklaring van de Inspectie der Belastingen waaruit blijkt dat belastingen door de werkgever worden afgedragen;

  • k.

    een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen waaruit blijkt dat premies worden afgedragen.

Artikel 5

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4 verstrekt de werkgever de volgende gegevens of overlegt de volgende stukken in geval de vreemdeling arbeid zal verrichten:

  • a.

    in een zaak waarvoor een vergunning op grond van de drank- en horecaverordening, (A. B. 1991, no. 27), vereist is: een kopie van de betreffende vergunning;

  • b.

    als inwonend huishoudelijk personeel of in de landbouw: een situatietekening van het vertrek en bijbehoren waar de vreemdeling zal verblijven;

  • c.

    in de landbouw: een beschrijving van de infrastructuur van het landbouwterrein, een weergave van hetgeen op dat terrein wordt verbouwd en het bewijs dat het terrein in eigendom toebehoort aan de werkgever dan wel door deze wordt gehuurd of gepacht.

Artikel 6
  • 1.

    Onverminderd de vereisten gesteld in de landsverordening en dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, voor het verkrijgen van een tewerkstellingsvergunning, wordt een tewerkstellingsvergunning voor het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel slechts verleend, indien de arbeid wordt verricht ten behoeve van:

    • a.

      een echtpaar met minderjarige kinderen, waarvan zowel de man als de vrouw werkzaam is;

    • b.

      een alleenstaande met inwonende minderjarige kinderen;

    • c.

      een echtpaar waarvan één der echtelieden door ziekte of ouderdom hulpbehoevend is;

    • d.

      een alleenstaande die bejaard of anderszins hulpbehoevend is;

    • e.

      een echtpaar, waarvan de man of de vrouw wegens zijn/haar positie in een bedrijf of in de gemeenschap regelmatig uithuizig is;

    • f.

      een alleenstaande die wegens zijn positie in een bedrijf of in de gemeenschap regelmatig uithuizig is.

  • 2.

    Ten bewijze van het gestelde in het eerste lid, onder c en d, wordt een doktersverklaring overlegd.

  • 3.

    De leden 1, onder sub a, c en e, en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op niet-huwelijkse partners die duurzaam samenleven.

3. Functies en personen waarvoor geen tewerkstellingsvergunning is vereist

Artikel 7
  • 1.

    Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de landsverordening is niet van toepassing op vreemdelingen die arbeid verrichten als buitengaatse dienstverleners en buitengaatse werknemers.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde, is slechts van toepassing op vreemdelingen die in het bezit zijn van een diploma of graad verkregen als bewijs van de succesvolle afronding van een opleiding aan een instelling van hoger beroeps- of wetenschappelijk onderwijs.

Artikel 8
  • 1.

    Het niet van toepassing verklaren van het verbod van artikel 2 van de landsverordening geldt, onder de voorwaarde genoemd in artikel 7, tweede lid, eveneens voor de huwelijkspartner danwel de niet-huwelijkspartner die duurzaam samenleeft met de vreemdeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, mits zij arbeid verrichten op het niveau van de gevolgde opleiding.

  • 2.

    Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de landsverordening is eveneens niet van toepassing op de huwelijkspartner danwel de niet-huwelijkspartner die duurzaam samenleeft met de in artikel 1 van de Landsverordening Toelating en Uitzetting (P.B. 1966, no. 17) genoemde personen.

  • 3.

    Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de landsverordening is eveneens niet van toepassing op de huwelijkspartner dan wel de niet-huwelijkspartner die duurzaam samenleeft met degene die als ingezetene van de Nederlandse Antillen het Nederlanderschap heeft verkregen.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de landsverordening is eveneens niet van toepassing op de vreemdeling aan wie op grond van de Vestigingsregeling voor bedrijven (A.B. 1991, no. 29) een directievergunning is verleend.

  • 5.

    Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de landsverordening is eveneens niet van toepassing op de vreemdeling die beschikt over een door of namens de Minister van Justitie afgegeven vergunning tot verblijf die voorzien is van een aantekening waaruit blijkt dat aan die vergunning geen beperkingen zijn verbonden voor het verrichten van arbeid.

Artikel 9
  • 1.

    Onder buitengaatse dienstverleners als bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden verstaan personen die werkzaam zijn in de zakelijke dienstverlening, zoals een advocaat, kandidaat-notaris, fiscalist of accountnat, en uitsluitend werkzaamheden verricht voor:

    • a.

      buitenlandse cliënten dan wel

    • b.

      buitengaatse ondernemingen.

  • 2.

    Onder buitengaatse werknemers als bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden verstaan werknemers bij een:

    • a.

      buitengaatse onderneming, of;

    • b.

      onderneming die het trustbedrijf uitoefent.

  • 3.

    Onder een trustbedrijf als bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt verstaan een bedrijf dat al dan niet tegen vergoeding diensten van beheer verleent in of vanuit de Nederlandse Antillen voor en ten behoeve van buitengaatse ondernemingen, waaronder in ieder geval worden begrepen:

    • a.

      het ten behoeve van buitengaatse ondernemingen beschikbaar stellen van natuurlijke- of rechtspersonen als directeur, vertegenwoordiger of een andere functionaris;

    • b.

      de verlening van domicilie en kantoorfaciliteiten ten behoeve van buitengaatse ondernemingen;

    • c.

      het in opdracht, maar voor rekening van derden , oprichten of doen oprichten van buitengaatse ondernemingen of het liquideren of doen liquideren daarvan.

4. Aanvullende weigeringsgronden

Artikel 10

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de landsverordening wordt een tewerkstellingsvergunning geweigerd indien:

  • a.

    op grond van de gegevens uit de aanvraag of na controle blijkt dat de bedrijfsvoering zodanig is dat niet kan worden gesproken van een normale bedrijfsvoering of van normale bedrijfsactiviteiten;

  • b.

    niet is aangetoond dat de vreemdeling beschikt over de opleiding dan wel de werkervaring die is vereist voor het verrichten van de arbeid;

  • c.

    aan de vereisten gesteld in artikel 6 niet zijn voldaan in geval van het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel;

  • d.

    de vreemdeling arbeid zal gaan verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies ten aanzien waarvan het bestuurscollege, bij eilandsbesluit houdende algemene maatregel, in het kader van regulering van de arbeidsmarkt heeft besloten geen tewerkstellingsvergunningen te verlenen aan vreemdelingen.

Artikel 11

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de landsverordening kan een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien:

  • a.

    de vreemdeling arbeid zal verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies waarvan aan het aantal arbeidsplaatsen ten behoeve van vreemdelingen een maximum is gesteld door het bestuurscollege en dit maximum ten tijde van de aanvraag is bereikt;

  • b.

    het vertrek en bijbehoren, bedoeld in artikel 5, onder b, naar het oordeel van het bestuurscollege ongeschikt is gebleken;

  • c.

    overige aan de vreemdeling gestelde eisen voor het verrichten van de arbeid als bedoeld in artikel 3, onder d, kennelijk onredelijk zijn, met dien verstande dat zij te hoog zijn gesteld of kennelijk onjuist zijn.

5. Slotbepalingen

Artikel 12

Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging.

Artikel 13

Dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als "Eilandsbesluit arbeid vreemdelingen Bonaire 2002".