Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Buren

Gemeentelijk Rioleringsplan beleidskaders 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBuren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeentelijk Rioleringsplan beleidskaders 2009
CiteertitelGemeentelijk Rioleringsplan beleidskaders 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum bij 'geldig van' is bij benadering ingevuld.De grafieken/tabellen/plaatsjes onder de volgende hoofdstukken/paragrafen zijn weggevallen:

1.3 Context

7 Samenwerking in de waterketen

8.5 Effecten

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-200901-01-2014Nieuwe regeling

30-06-2009

Onbekend

B-2009-5087

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeentelijk Rioleringsplan beleidskaders 2009

 

 

Hoofdstuk 1 Gemeentelijk Rioleringsplan beleidskaders 2009

SamenvattingRiolering is primair aangelegd voor de volksgezondheid. Historisch kreeg riolering ook een taak op de afvoer van hemelwater. Dit bleek nadelige gevolgen te hebben voor de waterkwaliteit. Waterkwaliteitsaspecten werden daarom toegevoegd aan het rioleringsbeleid. Overlast situaties zorgden er voor dat riolering en waterhuishouding leidende principes werden voor de bovengrondse inrichting. De wet Gemeentelijke watertaken formaliseerde deze ontwikkelingen en voegde daarbij een grondwaterzorg-aspect toe. Het GRP is een noodzakelijk instrument om de totale gemeentelijke waterzorg te waarborgen.Positie dynamisch beheerIn oktober 2004 koos de gemeenteraad voor een dynamisch GRP. Het dynamische aspect geeft ruimte aan wijziging in planning van vervangingen en projecten. In het vorige GRP was het beheerplan geïntegreerd. Dit GRP gaat uit van een andere structuur. Het is een beleidsplan, waarin tevens de financiële kaders staan. Het beheerplan is een apart document. Natuurlijk is er een sterke relatie tussen deze plannen. Het GRP bevat uitsluitend beleidsuitgangspunten als kader. De gemeenteraad stelt het GRP vast. De detail-invulling en de activiteiten staan in het beheerplan. Het college van burgemeester en wethouders stelt het beheerplan vast.In het beheerplan komt het dynamische aspect het sterkst terug. Allerlei projecten zijn globaal gepland. Afhankelijk van personele mogelijkheden en afstemming met overige diciplines wordt geschoven. Daarnaast worden financiële ontwikkelingen continu verwerkt. De effecten worden jaarlijks in beeld gebracht. Hierdoor is de dekkingsgraad steeds inzichtelijk. De laatste aanpassing vond plaats in oktober 2008.AmbitieDe gemeente Buren wil een goed functionerend (afval)watersysteem waarbij overlast binnen acceptabele grenzen blijft. Het beheer van de riolering gebeurt duurzaam en doelmatig. Er is inzicht in de toestand van de systeemonderdelen en het functioneren van het systeem.StrategieDe meeste grote projecten zijn afgerond. Daarom wordt met name ingezet op de inrichting van nieuwe gebiedsontwikkelingen. Het uitgangspunt blijft om zoveel mogelijk alléén vervuild water naar de waterzuivering af te voeren. Planinrichting wordt afgestemd op duurzaam beheer.Het inzicht in het functioneren van het stelsel is de basis voor beslissingen over verbeteringsmaatregelen of nieuwe uitbreidingen te beoordelen. Dit inzicht wordt gevormd door meetgegevens te koppelen aan modelberekeningen. Zowel meetgegevens verzamelen als rekenmodellen beheren is dus onontbeerlijk. Het telemetriesysteem op de gemalen verzorgt dit in grote lijnen. Verdere detaillering kan noodzakelijk blijken.Het beheren van rekenmodellen wordt opgestart. Dit vereist specialistische kennis.De basisgegevens voor het opstellen van rekenmodellen zijn grotendeels op orde. Waar nodig vinden aanvullingen plaats. Om de verschillende aspecten binnen de breedte van de rioleringszorg aandacht te kunnen geven, heeft de gemeente een open houding voor samenwerking met andere gemeenten of de waterkwaliteitsbeheerder.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Gemeenten in Nederland moeten een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) hebben. Deze verplichting volgt uit de Wet Milieubeheer (Wm art. 4.22). In het GRP maakt de gemeente haar beleidskeuzes voor het stedelijk afvalwater, regen- en grondwater.In oktober 2004 stelde de gemeenteraad het huidige GRP vast. De nieuwe wet Gemeentelijke Watertaken maakt het noodzakelijk om het beleidsplan aan te passen. De wet is een raamwet. De gemeentelijke watertaken worden beschreven in de Wet Milieubeheer en de Wet op de Waterhuishouding.1. Doel van het gemeentelijk rioleringsplan Het GRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken vastlegt. Dit plan stelt de kaders hoe de gemeente omgaat met de inzameling en afvoer van afval-, hemel- en overtollig grondwater. Daarnaast heeft het plan tot doel globaal inzicht te geven in hoe de gemeente haar rioolstelsel beheert. Tenslotte maakt het plan de financiële en personele consequenties van de keuzes duidelijk.2. ReikwijdteDe reikwijdte van het plan is groot. Enerzijds ligt de planhorizon op 60 jaar. Anderzijds dient het plan als basis voor verplichtingen aan alle partijen die gebruik maken van riolering. Denk hierbij aan burgers, bedrijven en planontwikkelaars.3. ContextHet GRP geeft het beleidskader voor de rioleringszorg. Onder het GRP hangt een aantal andere plannen (beheerplannen, programma’s van eisen, basisrioleringsplannen) die de kaders nader invullen. Het GRP staat als planvorm niet op zichzelf. Het heeft relatie met het waterplan. Het waterplan van de gemeente Buren en het waterschap Rivierenland is nog niet vastgesteld. Daarnaast is er een relatie met het milieubeleidsplan. De gemeenteraad stelt de kaders in de diverse plannen vast. De onderliggende plannen zijn de verantwoordelijkheid van het college. 4. LeeswijzerDe wet Gemeentelijke Watertaken geeft gemeenten drie zorgplichten: vuilwater, regenwater en grondwater. Daarnaast is er beleidsvrijheid voor het rioleringsbeheer, de financiering en aanverwante zaken.Hoofdstuk 2 schetst de beheeromvang en blikt in hoofdlijn terug op de afgelopen planperiode. De hoofdstukken 3 tot en met 5 behandelen ieder een wettelijke zorgplicht (vuilwater, hemelwater en grondwater). Dan volgen hoofdstukken met onderwerpen waarin gemeenten volledige beleidsvrijheid hebben. In hoofdstuk 6 staan beheermatige aspecten. Deze uitgangspunten scheppen de randvoorwaarden voor de uitvoering van de wettelijke taken. Beleidskeuzes zijn daarin dus noodzakelijk. Hoofdstuk 7 besteedt aandacht aan de samenwerking in de waterketen, een onderwerp dat volop in de belangstelling is komen te staan. Hoofdstuk 8 gaat tenslotte in op de financiële uitgangspunten en geeft een voorzichtige doorkijk. Dit hoofdstuk krijgt definitief vorm wanneer de beleidskaders zijn vastgesteld. Daarna wordt het GRP integraal vastgesteld.In het algemeen ziet de structuur er alsvolgt uit. De hoofdstukken beschrijven eerst kort het bestaande beleid. Dan volgt een beschrijving van de voorgestelde wijziging. Daarna volgt de complete tekst van het voorgestelde beleid.Bijlage 2 toont tenslotte een globaal overzicht van de projecten die in de komende periode van vier jaar uitgevoerd worden.

Hoofdstuk 2 Evaluatie

Dit hoofdstuk beschrijft in algemene zin de afgelopen planperiode. De eerste paragraaf geeft kort het eigendom van de gemeente weer, nu en in het begin. De tweede paragraaf beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen.1. BeheeromvangOnderstaande tabel geeft in hoofdlijnen de beheerde omvang van het rioolstelsel aan. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal huisaansluitingen

9.700

10.000

-

vrijverval rioolleiding

136

143

km

persleiding

130

180

km

communale gemalen

93

98

-

individuele gemalen

587

837

-

Minizuiveringen (iba’s)

0

59

-

 

 

 

 

vrijverval rioolleiding

10

12

km

Infiltratievoorzieningengreppels (wadi´s) / infiltratieleidingen

50

730

m

communale gemalen

4

5

-

zuiverende voorzieningen (filters)

0

2

-

bergbezinkvoorzieningen

12

17

-

neerslagmeters

0

3

-

 

 

 

 

drainage

n.b.

n.b.

km

meetpunt grondwaterstand

0

0

-

Nb: lengte persleiding in 2004 ingeschat. Aantal kilometers persleiding in buitengebied destijds niet inzichtelijk. De toename van de lengte riolering komt zowel door aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsplannen als verdere verwerking van gegevens in het beheerprogramma.De gegevens zijn in de loop der tijd betrouwbaarder geworden.2. EvaluatieIn 2004 stelde de gemeente Buren het GRP vast. In dat plan werd vooral ingegaan op de zorg voor inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater. Daarnaast stond de zogenaamde basisinspanning centraal. Dit was een minimale milieu-inspanning die gemeenten op basis van nationale afspraken opgelegd kregen.De komende paragrafen geven een indruk van de prestaties. 2.1 Afvoer afvalwater naar de zuiveringZoveel mogelijk alléén vervuild water naar de waterzuivering afvoeren gold als uitgangspunt. In de nieuwe plannen is waar mogelijk een duurzaam hemelwatersysteem ontworpen. Bij bedrijfsterreinen en kleine particuliere ontwikkelingen loost dakwater zoveel mogelijk rechtstreeks op aanwezige watergangen. Waar nieuw dakoppervlak op bestaande gemengde riolering aangesloten werd, gebeurde dit door het aangeboden afvalwater tot op de erfscheiding van het hemelwater gescheiden te houden.2.2 Geen ongezuiverde lozingen meer op het oppervlaktewater of in de bodemHet saneren van ongezuiverde lozingen in het buitengebied was een verplichting die per 1 januari 2005 gold. In 2007 heeft de gemeente Buren de verbrede zorgplicht afgerond. In bijlage 1 staan de percelen genoemd die geen gebruik maakten van de verbrede zorgplicht. Deze perceeleigenaren kozen om zelf verantwoordelijk te zijn voor de zuivering van hun afvalwater. Buiten deze percelen is verder elk adres voorzien van een aansluiting op de riolering of een minizuivering. Nog niet iedere perceeleigenaar maakt gebruik van de aangelegde voorziening. 2.3 Uitvoeren van maatregelen in het kader van de basisinspanningDe waterkwaliteitsbeheerder handhaafde nationale afspraken om vuilemissie uit rioolstelsels te beperken. Concreet betekende dit het bouwen van bergbezinkvoorzieningen achter riooloverstorten. Riooloverstorten zijn nooduitlaten van het rioolstelsel zoveel mogelijk voorkomen dat bij hevige neerslag verdund rioolwater op straat komt te staan. Een bergbezinkvoorziening is een grote kelder. Deze buffer zorgt er voor dat een kleinere hoeveelheid minder vervuild water op het oppervlaktewater terecht komtIn de afgelopen planperiode zijn 5 bergbezinkvoorzieningen gebouwd. Deze temporisering is in goed overleg met de waterkwaliteitsbeheerder afgestemd, de gemeente heeft hierbij een afkoppelverplichting gekregen. De uitvoering van de afkoppelverplichting is vertraagd.2.4 telemetrie op rioolgemalenTelemetrie betekent letterlijk “op afstand meten”. In 2004 was telemetrie aanwezig bij circa 40 rioolgemalen. Dit diende vooral als storingssignalering. Inmiddels zijn ruim 100 gemalen aangesloten op telemetrie. Daarbij zijn de functionele mogelijkheden sterk uitgebreid met trendgegevens en metingen. Hiermee wordt het operationele beheer beter te volgen. Daarnaast geeft het goede informatie over het functioneren van het systeem, waardoor beslissingen over verbeteringsmaatregelen gefundeerd (beter dan in het verleden) genomen kunnen worden.

Hoofdstuk 3 Vuilwaterzorgplicht

De Wet Milieubeheer legt de vuilwaterzorgplicht vast.Artikel 10.33 Wet milieubeheer:

  • 1.

    De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwater riool naar een zuiveringsinrichting.

  • 2.

    In plaats van een vuilwaterriool en een inrichting kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt.

De bouwverordening geeft de lozers de verplichting om aan te sluiten op het openbaar riool als dit binnen 40 meter van de kadastrale grens ligt.1. Bestaand beleidGeen lozing van ongezuiverd afvalwater in de bodem of op het oppervlaktewater. Waar geen aansluiting op de riolering mogelijk is, worden alternatieve mogelijkheden gezocht.2. WijzigingHet principe blijft dat er geen lozing van ongezuiverd afvalwater binnen de gemeentegrens plaatsvindt. De voorkeur voor een aansluiting op de drukriolering boven een minizuivering vervalt. Uit het beheer blijkt dat de grens van doelmatig rioleren weleens is overschreden.De wettelijk gegeven ruimte wordt benut.3. Nieuw beleidDe gemeente past de verbrede zorgplicht toe. Alle percelen kunnen worden aangesloten op de riolering of een minizuivering. Lozingen van percelen die met de kadastrale grens meer dan 40 meter van de riolering liggen, hoeven niet verplicht aangesloten te worden op de riolering. De gemeente Buren past voor minizuiveringen klasse IIIa gecertificeerde systemen toe. De werking wordt gehandhaafd op klasse II. Daarmee is het zuiveringsrendement (circa 85%) vergelijkbaar met een reguliere rioolwaterzuiveringsinrichting. In bijlage 1 staan de percelen waarvan eigenaren geen gebruik hebben gemaakt van het gemeentelijk aanbod vanuit de verbrede zorgplicht. Handhaving in samenwerking met het bevoegd gezag indien ongezuiverd afvalwater geloosd wordt.

Hoofdstuk 4 Regenwaterzorgplicht

De wet op de waterhuishouding legt de regenwaterzorgplicht vast. Artikel 9a Wet op de waterhuishouding:De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling en verwerking van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.1. Bestaand beleid

  • 1.

    Regenwater waar mogelijk afkoppelen, zo mogelijk via een wadi. Zoveel mogelijk alleen vervuild water afvoeren naar de rioolwaterzuivering. Zoveel mogelijk alleen schoon water afvoeren naar oppervlaktewater.

  • 2.

    Een theoretische overlastfrequentie (water op straat) van eens per twee jaar. Dit blijkt uit modelberekeningen.

  • 3.

    Opstellen van een verordening voor handhaving van goed rioolgebruik.

2. Wijziging

  • 1.

    Het duurzaamheidsprincipe krijgt meer aandacht. Dit wordt sterker neergezet door bovengrondse inzameling van hemelwater te prefereren. Hemelwater wordt hiermee een leidend ordenend principe, dat randvoorwaarden oplegt aan de inrichting van nieuwe ontwikkelingen. De bouwverordening wordt op dit onderdeel aangepast: regenwaterafvoeren worden in principe niet aangesloten op de vuilwaterriolering. Tenslotte worden de adviezen uit het programma Duurzaam Bouwen met betrekking tot de materiaalgebruik voor hemelwaterinzameling overgenomen en voorgeschreven.

  • 2.

    Dit wordt uitgebreid met praktijk onderbouwing. Meten aan het hydraulisch functioneren van de rioolstelsels wordt als essentieel gezien.

  • 3.

    Deze verordening was onder de vorige wetgeving wenselijk. De bedoeling was om bij het ombouwen van een gemengd stelsel naar een gescheiden stelsel de lozers te kunnen dwingen hun afvalwateraanbod te scheiden van het overtollig hemelwater. Met de nieuwe wetgeving is een dergelijke verordening vooralsnog niet noodzakelijk.

3. Nieuw beleidIn (van oudsher) bestaande situaties voldoet de gemeente Buren aan de hemelwaterzorgplicht door hemelwater af te voeren via het gemengde rioolstelsel. Deze situatie is historisch gegroeid. In aansluiting op het nationale beleid is de huidige koers gewijzigd. Het omgaan met hemelwater is gebaseerd op de trits hergebruik – vasthouden – bergen (in oppervlaktewater) – afvoeren.Bij vervanging of in geval van nieuwe ontwikkelingen houdt de gemeente de volgende voorkeursvolgorde aan:

  • 1.

    Duurzaam gescheiden stelselHemelwater wordt na filtering rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd.

  • 2.

    Verbeterd gescheiden stelselHemelwater wordt in een apart leidingstelsel opgevangen en beperkt afgevoerd naar de waterzuivering.

  • 3.

    Gemengd stelselZowel het afvalwater als het regenwater worden door middel van één stelsel afgevoerd naar de waterzuiveringBovengrondse inzameling en afvoer prevaleert duidelijk boven ondergronds.Op particulier terrein is primair de eigenaar van het terrein verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater. Het activiteitenbesluit regelt dit voor Wm-inrichtingen.Artikel 3.3 lid 2 ActiviteitenbesluitHet lozen van hemelwater …… vindt slechts dan in een vuilwaterriool plaats, indien het op of in de bodem, in een openbaar hemelwaterstelsel of in het oppervlaktewater lozen van dat hemelwater redelijkerwijs niet mogelijk is.overgangsartikel 6.18 lid 2 Activiteitenbesluit:Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen dat het lozen in het vuilwaterriool van afvloeiend hemelwater ….. dat reeds plaatsvond voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 3.3, binnen een in dat maatwerkvoorschrift gestelde termijn wordt gestaakt.De houder van het hemelwater heeft de verantwoordelijkheid het hemelwater terug te brengen in het milieu en moet er voor zorgen dat het hemelwater niet onnodig vervuild raakt. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater of in de bodem geïnfiltreerd. Een hemelwaterriool, mits aanwezig, kan een volgende optie zijn. Lozing op een vuilwaterriool is alleen toegestaan als bovenstaande alternatieven niet mogelijk zijn.De gemeentelijke hemelwaterzorgplicht treedt pas in werking als de houder van het verzamelde hemelwater zich er aantoonbaar niet op een andere wijze van kan ontdoen.

  • 4.

    Aanpassen stelseltypesEr is nog geen ervaring met het ombouwen van stelsels om hemelwater van het gemengde riool af te koppelen. Dergelijke projecten vereisen inspanningen van perceeleigenaren voor het ontvlechten van de aan de gemeente aangeboden waterstromen. Voor het verkrijgen van de medewerking geldt de volgende voorkeursvolgorde:1. goede communicatie (met als basis de wettelijke verplichtingen);2. enige stimulans in de vorm van a. financiele tegemoetkoming; b.het overnemen van [een gedeelte van] de werkzaamheden;3. opstellen en handhaven van een verordening.

  • 5.

    MateriaalgebruikIn algemene zin stelt het Bouwbesluit eisen aan toegepaste bouwmaterialen. Duurzaam omgaan met hemelwater vereist dat de kwaliteit van het afstromend water zo hoog mogelijk blijft. Dat resulteert in aanvullende eisen. Het gebruikte bouwmateriaal moet daarom in overeenstemming zijn met de adviezen die het programma Duurzaam Bouwen aanreikt. Dit wordt bij nieuwe ontwikkelingen privaatrechtelijk geregeld.

  • 6.

    AfkoppelplanEen afkoppelplan geeft de meest kansrijke locaties voor afkoppelen van verhard oppervlak op de riolering aan. Het college van burgemeester en wethouders stelt het afkoppelplan vast, met de financiële consequenties. Deze moeten vanzelfsprekend passen binnen de door de raad gestelde kaders. De raad ontvangt het plan ter kennisname.

  • 7.

    WateroverlastWateroverlast is toegestaan bij een ontwerpfrequentie van eens in de twee jaar. Dat betekent dat “bui 07” uit de Leidraad Riolering (module C2100) niet mag leiden tot water op straat situaties. Het model dat voor berekeningen wordt gebruikt, is afgestemd op de werkelijkheid door middel van metingen in het rioolsysteem. Bij wateroverlast in de praktijk gaat de voorkeur uit naar oplossingen in de bovengrondse inrichting.

Hoofdstuk 5 Grondwaterzorgplicht

De wet op de waterhuishouding legt ook de grondwaterzorgplicht vast. Artikel 9a Wet op de waterhuishouding:De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.Dit onderdeel is een geheel nieuwe wettelijke verplichting. 1. Nieuw beleidDe gemeente is geen beheerder maar regisseur van het grondwater. De gemeente beheert voorzieningen in de vorm van een openbaar ontwateringstelsel, waarmee grondwater wordt ingezameld, getransporteerd, nuttig toegepast of teruggebracht in het milieu. Het af te voeren grondwater kan afkomstig zijn van openbaar terrein en van particuliere percelen. Voor de inzameling op particulier terrein is de perceeleigenaar verantwoordelijk. Daarnaast is een woningeigenaar conform de bouwregelgeving verantwoordelijk voor de waterdichtheid van zijn woning (zowel dak als vloer!).De gemeente rekent de volgende taken tot haar verantwoordelijkheid:

  • a.

    In de bestemmingsfase potentiële problemen verkennen en voorkomen op basis van de ‘watertoets’ (ruimtelijke ordening).

  • b.

    In de inrichtingsfase de maatregelen realiseren door middel van grondexploitatie en bouwvoorschriften (bouwvergunning).

  • c.

    In onvoorziene omstandigheden binnen de grenzen van doelmatigheid, maatregelen te treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

  • d.

    Opzetten van een grofmazig grondwatermeetnet dat verfijnd wordt op basis van klachten. In elke kern moet een grondwatermeetpunt aanwezig zijn.

  • e.

    Inventariseren en beheren van drainage.

De gemeente spreekt van grondwateroverlast als de grondwaterstand, gemeten in het wegprofiel, hoger is dan 0,50 m¹ beneden maaiveld voor een aaneengesloten periode van 2 weken.Grondwateronderlast is niet bekend binnen de gemeente. (Grondwateronderlast zijn te lage grondwaterstanden die tot schade leiden, zoals bijvoorbeeld verdroging of rottende paalfundering)De wet geeft gemeenten de plicht voor een loketfunctie. Burgers moeten bij de gemeente terecht kunnen met een klacht. Deze ruimte werd al geboden, via de dienstverleningskanalen. Een fysiek waterloket wordt vooralsnog niet ingericht. Als de informatievraag over grondwater toeneemt, volgt een heroverweging.

Hoofdstuk 6 Beheermatige aspecten

De uitwerking van de zorgplichten vereist op een aantal punten een nadere beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente. Dit hoofdstuk gaat in op aspecten die noodzakelijk zijn voor een goede taakuitvoering, het (dagelijkse) beheer. Hierin keuzes maken is geen wettelijke plicht, maar wel randvoorwaardelijk.BeheergrensDe gemeente beheert haar eigendom. Riolering is een netwerk, dat bestaat uit een gemeentelijk deel en een particulier deel. Het overdachtspunt ligt op of nabij de erfgrens, en bestaat normaliter uit een ontstoppingsstuk.1. RioleringsbeheerIn het vorige GRP is het beheerplan geïntegreerd. Daardoor heeft dit een vrij hoog detailgehalte, terwijl in de dagelijkse praktijk juist behoefte is aan meer uniforme voorwaarden.Dit GRP gaat uit van een andere structuur. Deze paragraaf noemt uitsluitend op hoofdlijn relevante beleidsuitgangspunten. Deze worden in onderliggende beheerplannen, basisrioleringsplannen of programma´s van eisen verder uitgewerkt. De volgende figuur maakt het duidelijker.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programma van Eisen Mechanisch Installaties

 

 

 

 

 

 

- reiniging- inspectie- onderhoud- vervanging

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De beheerprincipes uit het vorige plan worden vrijwel ongewijzigd overgenomen. De belangrijkste wijzigingen zijn dat:

  • a.

    de nadruk meer ligt op preventief, planmatig onderhoud op een bepaald kwaliteitsnivo;

  • b.

    meten aan het functioneren van het rioolstelsel prioriteit krijgt.

De volgende paragrafen belichten een aantal onderdelen nader.1.1 OntwerpcriteriaNieuwe aanleg of vervangingen moeten voldoen aan minimale eisen voor wat betreft de inrichting, het toegepaste materiaal (standaardisatie) en de uitvoering.1.2 Beheerplan rioleringHet beheerplan bevat alle keuzes die onder de berekeningen van het beheerpakket liggen. Gedacht moet worden aan keuzes voor kwaliteitscriteria voor vervanging van riolering, reinigings- en inspectiefrequentie, kostentoerekeningsystematiek van te vervangen infrastructuur bij rioolreconstructie en dergelijke.1.3 Beheerplan mechanische installatiesDit is een wijziging. Er vindt kwaliteitsgestuurd onderhoud plaats. Reguliere inspecties gebeuren aan de hand van vastgestelde maatstaven. Dit maakt de kwaliteitstoestand in de tijd inzichtelijk. Het minimum kwaliteitsnivo geeft het vervangings¬moment aan.1.4 Inzicht in functionerenInzicht in het functioneren van het rioolsysteem is van essentieel belang. Naast het doen van voorspellingen van het effect van maatregelen draagt het ook bij aan het beoordelen van claims in geval van schade door wateroverlast. Modelberekeningen worden vergeleken met en afgestemd op metingen. Het telemetriesysteem wordt gebruikt voor dataverwerking van voldoende nauwkeurige meetnetten.2. Nieuwe AansluitingenHet vorige GRP ging niet specifiek op dit aspect in.Nieuw beleidPer kadastraal perceel wordt in principe maximaal in één aansluiting voorzien.Een nieuwe aansluiting op de drukriolering mag niet leiden tot overbelasting of te grote oprekking van het drukrioleringsysteem. Zonodig worden aanvullende voorzieningen geëist.3. ArbeidsomstandighedenHet vorige GRP ging niet specifiek op dit aspect in. Met als uitgangspunt het bestaande ARBO-beleid binnen de gemeente zijn enkele taak-risico analyses uitgevoerd. Het Handboek Veiligheidsmiddelen is uitgebreid met specifiek riolering gebonden bladen. Verder biedt de gemeente medewerkers van het eigen personeel preventieve inenting aan. Naast vigerend ARBO beleid conformeert de gemeente Buren zich aan de adviezen zoals verwoord in de uitgave ‘Veilig werken aan riolen’ van de Vereniging Afvalbedrijven (mei 2005).OpleidingIn beheerplannen plannen kunnen eisen worden gesteld aan het opleidingsnivo van de uitvoerders van taken. Eigen personeel krijgt de mogelijkheid tot het volgen van de vereiste opleiding om de kennis op peil te krijgen en te houden.4. OrganisatieDe personele capaciteit is afgestemd op de hoeveelheid werkzaamheden en volgt uit de verschillende beheerplannen. Leidraad is het besluit van de gemeenteraad om in de operationele sfeer met name bulktaken uit te besteden. Gemeentelijke medewerkers richten zich met name op servicegerichte taken en specialistische werkzaamheden.

Hoofdstuk 7 Samenwerken in de waterketing

De waterketen is het geheel van diensten aan huishoudens en bedrijven dat te maken heeft met het gebruik en het afvoeren van water. De waterketen omvat het zuiveren en leveren van drinkwater, het inzamelen en afvoeren van afvalwater (samen met overtollig hemelwater) en het zuiveren van stedelijk afvalwater.De afvalwaterketen omvat het inzamelen, transporteren en zuiveren van het afvalwater, het donkergekleurde deel in de illustratie hiernaast. Het vorige GRP ging niet specifiek op dit aspect in. Gemeente Buren staat open voor samenwerking in de waterketen. Het bestuursakkoord waterketen (BWK-2007) is hiervoor de basis. Bestuursakkoord Waterketen 2007:De partijen zetten in op …een nieuw waterketendenken. Volksgezondheid, leveringszekerheid en milieukwaliteit vormen de basis, van waaruit verbeteringen gezocht worden in doelmatigheid en transparantie. En gedreven vanuit duurzaamheid wordt gezocht naar innovatie en betrokkenheid van de burger.Het zoeken naar doelmatigheid vertaalt zich met name in samenwerking met andere beheerders (gemeenten en waterschap) De inzet op samenwerking geldt voor alle aspecten van de rioleringszorg, maar met name valt te denken aan organisatorische en uitvoeringstaken in het rioolbeheer. Waar dit leidt tot regievoering moet voldoende systeemkennis in het operationeel gemeentelijk beheer aanwezig blijven. De samenwerking met het waterschap Rivierenland uit zich in het opstellen van optimalisatiestudies binnen de afvalwaterketen.Het waterschap wordt nadrukkelijk betrokken bij het opstellen van basisrioleringsplannen. Ook hier geldt als insteek de werking van het systeem. Afvalwaterakkoorden zijn zinvoller dan een vergunningenstelsel.Het zoeken naar transparantie vertaalt zich vooral in deelname aan vergelijkingsonderzoeken. De gemeente Buren neemt deel aan landelijk verplichte benchmarks (2010). Daarnaast is er een positieve houding naar inzicht verhogende onderzoeken waarvoor vrijwillige deelname geldt. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheden om prestaties in kentallen te vertalen.

Hoofdstuk 8 Financieel

Deze paragraaf geeft de fundamentele financiële uitgangspunten weer. Deze zijn inhoudelijk niet gewijzigd met uitzondering van de paragraaf over de kostendekking. De paragraaf administratieve inrichting is geheel nieuw.1. Administratieve inrichtingDe administratieve inrichting volgt de voorschriften van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording. Deze inrichting sluit aan op de indeling in de zorgplichten. Het grootste beheerareaal van de gemeente Buren bestaat uit gemengde rioolsystemen. Hiervan zijn de kosten voor hemelwaterzorg en de vuilwaterzorg niet eenduidig te splitsen. Omdat de grondslag voor de rioolheffing een aansluiting op een gemeentelijke voorziening is, wordt voor de baten uitsluitend functie 726 gebruikt.

 

 

Lasten

Baten

722: riool (gecombineerd)

726: rioolheffing (gecombineerd)

 

727: rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater

730: inzameling en verwerking afvloeiend hemelwater

730: rioolheffing inzameling en verwerking afvloeiend hemelwater

731: maatregelen grondwater

2. AfschrijvingRiolering wordt in 40 jaar afgeschreven. Mechanische installaties kennen een afschrijvingstermijn van 15 jaar. Het telemetriesysteem (communicatieapparatuur en software) wordt in 7 jaar afgeschreven. Afschrijving gebeurt lineair.3. Rente en inflatieDe toerekening van de rente gebeurt als volgt:

  • a.

    aan de bestemmingsreserve ‘Rioleringsplan’, met als doel het egaliseren van de kosten of opbrengsten uit het gemeentelijk rioleringsplan, wordt geen rente toegerekend.

  • b.

    Aan de bestemmingsreserve ‘besteed heractivering riolering’, met als doel de kapitaallasten van de investeringen voor de riolering af te dekken, wordt 4 % rente toegevoegd.

De gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op het prijspeil van het berekeningsjaar.4. KostendekkingHet rioolrecht is vanwege wettelijke voorschriften gewijzigd in een rioolheffing. Het was een retributie, het is een belasting geworden.De gemeente legt rioolheffing op. De heffingsgrondslag is de aansluiting op een gemeentelijke voorziening. In de verordening is bepaald dat voor niet-woningen het dubbele tarief van woningen gehanteerd wordt. Een deel van het beheer dat volgt uit de uitvoering van de zorgplichten wordt door andere gemeentelijke disciplines uitgevoerd. Hiervoor vindt verrekening plaats. Het betreft bijvoorbeeld groenbeheer voor het onderhoud van wadi’s (maaien) en wegbeheer voor het wegvegen. Regelmatige straatreiniging zorgt voor een lagere vereiste frequentie in kolkenzuigen.De BTW compensatie is doorberekend in het tarief van de rioolheffing.4.1 Bestaand beleid

  • 1.

    De tariefontwikkeling van de rioolheffing volgt een vastgesteld patroon;

  • 2.

    Opstellen van een verordening voor nieuwe aansluitingen in verband met de kostentoerekening van nieuwe aansluitingen en handhaving van goed rioolgebruik

4.2 Wijziging

  • 1.

    De tariefontwikkeling gaat uit van volledige kostendekking;

  • 2.

    De verordening is niet opgesteld. Een apart raadsbesluit (naar aanleiding van de aanleg van drukriolering in het buitengebied in 1999) bepaalde al dat nieuwe aansluitingen budgettair neutraal aangelegd worden. De aanvrager betaalt àlle kosten. Bij nieuwe aanvragen blijft dit het uitgangspunt. Een nieuwe aansluiting realiseren valt onder een privaatrechtelijke handeling.

4.3 Nieuw beleid

  • 1.

    Het tarief van de heffing wordt jaarlijks kostendekkend berekend, waarbij de verwachte ontwikkeling voor de komende jaren aangegeven wordt. De gemeenteraad bepaalt jaarlijks het tarief.

  • 2.

    Het tarief voor het aansluitrecht is kostendekkend.

Definitie kostendekkend tarief:Een kostendekkend tarief voor een door de overheid te verlenen dienst is een tarief waarin de kosten die wettelijk mogen worden doorberekend, worden gedekt door het voor deze dienst gevraagde tarief. Niet alle kosten mogen worden doorberekend. Uitsluitend de kosten die direct of indirect met de dienstverlening samenhangen komen in aanmerking. De kosten van beleidsvoorbereiding, handhaving, toezicht en controle en de kosten voor algemene inspraak-, bezwaar- en beroepsprocedures mogen niet worden doorberekend.8.5 EffectenDe beleidswijzigingen hebben een uitbreiding van het takenpakket tot gevolg. De grootste uitbreiding is het gevolg van de grondwaterzorgplicht. Daarnaast betekent de extra aandacht voor meten aan het functioneren van rioolsystemen in de praktijk een investering.Uit eerder gepresenteerde financiële actualisaties bleek dat de tot op heden vastgestelde tariefontwikkeling niet kostendekkend is. Deze tariefontwikkeling gaat uit van een groei van € 11,- per jaar tot een maximum van € 181,- in 2010. (€ 179,- in 2009). Een gezonde bestemmingsreserve heeft een inhoud van ongeveer € 500.000,- .

Voor een stabiele bestemmingsreserve is de volgende tariefontwikkeling voorzien. De extra taken en het landelijk streven om tot een kostendekkende heffing te komen leiden nationaal tot de trend van een groeiend tarief. Het tarief van de gemeente Buren bevindt zich op het gemiddelde niveau. Hieronder staat een prognose van een mogelijke tariefontwikkeling tot een kostendekkend tarief. In deze tarieven is, voor zover mogelijk, de invulling van de grondwaterzorgplicht opgenomen.

Adressen buiten verbrede zorgplicht 1  

Overzicht adressen met eigen zuiveringsvoorziening (percelen waarvan eigenaar geen gebruik heeft gemaakt van de verbrede zorgplicht). Percelen waarvan eigenaren geen gebruik hebben gemaakt van het gemeentelijk aanbod vanuit de verbrede zorgplicht. 

 

 

 

 

 

 

Buren

Aalswijksestraat 2

BRN00

O

2

Buren

Tielseweg 22

BRN00

P

107

Kapel Avezaath

Laageinde 49

BRN00

Q

392

 

Marsdijk 1

LDN04

K

400

Lienden

Marsdijk 11

LDN04

K

598

Lienden

Marsdijk 13

LDN04

K

457

Lienden

Marsdijk 15

LDN04

K

499

Lienden

Marsdijk 17

LDN04

K

481

Lienden

Marsdijk 19

LDN04

K

500

Lienden

Marsdijk 27

LDN04

M

556

Lienden

Marsdijk 29

LDN04

M

555

Lienden

Marsdijk 3 A

LDN04

K

517

Lienden

Marsdijk 31

LDN04

M

555

Lienden

Marsdijk 5

LDN04

K

517

Lienden

Marsdijk 9

LDN04

K

508

Lienden

Marsdijk 9 A

LDN04

K

598

Lienden

Provincialeweg 4

LDN04

N

422

Lienden

Zandstraat 3

LDN04

M

506

Maurik

Breedslagseweg 3

MRK01

L

1681

Maurik

Rijnbandijk 46

MRK01

A

799

Ommeren

Ommerenveldseweg 69

LDN04

O

283

Ommeren

Ommerenveldseweg 71

LDN04

O

283

Zoelen

Meentstraat 2

BRN00

P

59

Zoelmond

Groeneweg 9

BRN00

M

281

Zoelmond

Groeneweg 9 A

BRN00

M

281

 

Globaal overzicht projecten 2  

Onderstaand overzicht is niet uitputtend. Het geeft op hoofdlijn de projecten voor de komende jaren weer.  

 

 

 

 

2009

P09007

Afkoppelen Fr. de Lanoistraat, Buren.

2009

P08009

Ingen: 0,8 hectare verhard oppervlak afkoppelen binnen plan 't Woud

2009

P08017

Lienden BBV realisatie randvoorziening Blommeland inclusief rioolvergroting Voorstraat-Kersengaard

2009

P08021

Opstellen BRP's Maurik, Zoelen en Buren

2009

P08022

Opstellen afkoppelplan

2009

P09004

Plaatsen neerslagmeters

2009

P09005

aanpassen drukrioleringscluster De Beldert en De Mars met aanjaagstations vanwege H2S en functioneren pompen

2009

P09006

aanpassen pompput Erichem

2010

P06001

Eck en Wiel: leidingvergroting en aanpassen watersysteem Adam van Delenweg / Kalverland; saneren en aanpassen overstorten

2010

P06002

Ingen: Dorpstraat/Weverstraat/Rijnstraat Ombouwen naar verbeterd gescheiden stelsel tbv ontwikkeling 't Woud. Saneren overstorten.

2010

P06023

Rijswijk, Hoekenburgplein: Aanpassen stelsel vanwege wateroverlast en verbeteren functioneren randvoorziening.

2010

P09001

Ommeren: afkoppelen ca. 0.3 ha afvoerend oppervlak

2010

P10002

Lienden, Lingemeer sluiten regenwateroverstorten

2010

P10006

aanpassen drukrioleringscluster Burensedijk en Hennisdijk met aanjaagstations vanwege H2S en functioneren pompen

2010

V07003

Vervangen riolering Erichem: Meentstraat en Mierlingsestraat

2010

V08004

Vervangen riolering Maurik: Eendrachtstraat, Wilhelminastraat

2011

P07002

Beusichem: verleggen persleiding Markt en aanpassen gemaalcapaciteiten

2011

P08004

Eck en Wiel: 0,6 hectare verhard oppervlak afkoppelen

2011

P09003

Lienden: 2,16 hectare verhard oppervlak afkoppelen

2011

V11002

Vervangen riolering Eck en Wiel: Kniphoek

2012

P08002

Kerk-Avezaath: 1,7 hectare verhard oppervlak afkoppelen en sluiten overstorten

2012

P08018

Lienden Vergroten leidingen Vogelenzangseweg-Gildeland

2012

P08019

Lienden Realiseren randvoorziening Eindtoe te Lienden indien nodig

2012

P09002

Beusichem: 3,0 hectare verhard oppervlak afkoppelen

2012

V06005

Vervangen riolering Eck en Wiel Tielseweg/Pr Beatrixstraat/Veerweg