Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade inclusief bijlage |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade inclusief bijlage |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 82
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2014 | wijziging ivm mobiele telefoons | 28-05-2014 n.v.t. | 14Rb027 | ||
27-03-2002 | 28-05-2014 | Nieuwe regeling | 27-03-2002 n.v.t. | 02Rb002, 02Rb009, 04Rb002, 04Rb063, 06Rb015 en 07Rb052 | |
27-03-2002 | Nieuwe regeling | 27-03-2002 n.v.t. | 02Rb002, 02Rb009, 04Rb002 en 06Rb015 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
een door de raad op basis van artikel 82 Gemeentewet ingestelde raadscommissie met als taak de voorbereiding van de besluitvorming van de raad en werkzaam op een aantal onderscheidene, door de raad vastgestelde beleidsvelden.
de voorzitter van een commissie of diens vervanger;
de griffier zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 3 van Hoofdstuk VII Gemeentewet en zoals nader omschreven in artikel 3 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade 2004;
een door de raad benoemde medewerker van de raadsgriffie met als taak de raadsleden en commissies te adviseren en ondersteunen in de uitoefening van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende- en controlerende functies;
de voorzitter van de raad, de waarnemend voorzitter van de raad en de voorzitters van de onderscheidene raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad en de commissies, zoals nader omschreven in artikel 3a van dit reglement van orde en in artikel 4 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade 2004;
De voorbereiding van de vergaderingen van de raad zoals in het eerste lid vermeld, omvat:
a. een verslag van de onderscheidene raadscommissies betreffende de geagendeerde onderwerpen;
b. per afzonderlijk agendapunt worden de resultanten weergegeven van de besluiten van de onderscheidene raadscommissies, inhoudende de vaststelling van een ontwerp-raadsbesluit en -voorstel, besluiten tot doorverwijzing aan het college dan wel de burgemeester ter verdere advisering, besluiten tot afvoeren van de agenda en alle verdere besluiten die de onderscheidene raadscommissies noodzakelijk achten ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad.
In de raadscommissies kunnen door de afzonderlijke fracties:
a. raadsleden als lid van de raadscommissie worden voorgesteld.
b. niet–raadsleden als lid van de raadscommissie worden voorgesteld.
c. niet-raadsleden zijn niet vervangbaar door niet-raadsleden, tenzij er sprake is van voorzienbare, langdurige afwezigheid, dit ter beoordeling van het presidium.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de commissie na het verzenden van de schriftelijke oproeping zoals nader aangeduid in artikel 8, na overleg met de voorzitter van het presidium tot uiterlijk 48 uur vóór aanvang van een vergadering, een aanvullende ontwerp-agenda opstellen en vaststellen.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of ontwerp-voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 10. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien voor stukken op grond van het van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiegriffier en verleent de commissiegriffier de raads-/commissieleden inzage.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Na de opening van de vergadering zoals bedoeld in artikel 12 van dit reglement, kunnen de aanwezigen ofwel het woord voeren over op de agenda vermelde onderwerpen, ofwel van gedachten wisselen met de raadscommissie over op de agenda vermelde onderwerpen, met uitzondering van de agendapunten betreffende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.
Degenen die bij de aanvang van de vergadering met de raadscommissie van gedachten wensen te wisselen, dienen het voornemen hiertoe tenminste drie werkdagen vóór aanvang van de vergadering bij de griffie bekend te hebben gemaakt. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
De totaal beschikbare spreektijd voor beide in de vorige leden omschreven wijzen van spreekrecht samen, bedraagt 30 minuten, waarbij per aangemelde spreker een maximum spreektijd geldt van:
- 5 minuten voor degene die het woord willen voeren zoals bedoeld in het tweede lid;
- 10 minuten voor degene die met de commissie van gedachten wenst te wisselen zoals bedoeld in het derde lid.
De leden, de voorzitter en de commissiegriffier alsmede de anderen die deelgenomen hebben aan de vergadering c.q. het woord hebben gevoerd, hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend. Bij de vaststelling van de notulen, beslist de raadscommissie of met het voorstel tot aanpassing c.q. wijziging zoals hiervoor omschreven, rekening zal worden gehouden.
a. de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de ter vergadering aanwezige leden en anderen die het woord hebben gevoerd alsmede de namen van de leden die afwezig waren;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. per agendapunt een samenvatting van de bevindingen van de commissie en het advies van de commissie hetgeen minimaal inhoudt of de commissie het voorliggend ontwerpbesluit ter overweging en besluitvorming aan de raad wenst voor te leggen en in welke vorm: als 'Akkoordstuk' of als 'Bespreekstuk';
e. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die 'voor' of 'tegen' stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich van stemming hebben onthouden. De bepalingen van artikel 28, eerste lid van de Gemeentewet zijn zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing;
f. bij het desbetreffend agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 15 is toegestaan deel te nemen aan de vergadering c.q. het woord te voeren.
Artikel 19 Handhaving orde; schorsing
Indien een lid of een in artikel 15 bedoeld persoon, die het woord voert, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid of een in artikel 15 bedoeld persoon, die het woord voert, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 3 Procedures bij besluiten over personen en stemmingen
Artikel 20 Algemene bepalingen over stemming
De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat de bevindingen ten aanzien van het geagendeerde onderwerp, zoals omschreven in artikel 2, tweede lid van dit reglement, zonder hoofdelijke stemming zijn vastgesteld.
Artikel 21a Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid overeenkomstig in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.
Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- een blanco ingevuld stembriefje;
- een ondertekend stembriefje;
- een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
- een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
Artikel 22 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussen stemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 3 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 23 Bespreking verslag van een door de raad aangewezen vertegenwoordiger
Op basis van artikel 42, eerste lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad, heeft een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, het recht verslag te doen over zaken die in het hiervoor bedoeld algemeen bestuur, aan de orde zijn.
Hoofdstuk 4 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 24a Toegankelijkheid besloten vergaderingen door raadsleden
Tijdens een besloten vergadering is de aanwezigheid van raadsleden als toehoorders geoorloofd.
Voor afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. Indien tot geheimhouding wordt besloten, is deze van overeenkomstige toepassing op toehoorders bij de vergadering.
Artikel 27 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, of artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 27 maart 2002 en nadien gewijzigd d.d. 24 april 2002, 31 maart 2004, d.d. 22 december 2004, 30 maart 2006, 28 november 2007 en 28 mei 2014.
De voorzitter van de raad, De plv. griffier,
J.J.M. Som C.S. Chudy
Bijlage bij reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade
Wijze van be- en afhandeling moties
Motie (art. 1 reglement van orde voor de raadsvergadering): korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken.
Het gebeurt met grote regelmaat dat er moties worden ingediend ter behandeling in de raad. Het college heeft besloten niet meer automatisch de moties van advies te voorzien voordat ze in de commissies dan wel raad aan de orde komen. De wijze waarop deze moties dienen te worden voorbereid en afgehandeld geeft dan ook nog veel onduidelijkheden. Onderstaand is de wijze opgenomen waarop de afhandeling van de verschillende moties plaats vindt. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen
I moties van andere gemeenten;
II moties die geen betrekking hebben op een agendapunt van de raad;
III moties die betrekking hebben op een agendapunt van de raad;
De motie wordt door het presidium in een reguliere vergadering ter voorbereiding van de commissies bij de ingekomen stukken geplaatst van de betreffende commissie. Vervolgens zijn de mogelijkheden:
a) De commissie vindt de motie voldoende duidelijk en acht de motie qua onderwerp belangrijk genoeg om op de agenda van de raad te plaatsen
b) De commissie wenst dat het college vragen ter toelichting beantwoordt. Vragen van de commissie worden door de portefeuillehouder in de volgende commissievergadering beantwoord. De commissie beslist of dit schriftelijk kan dan wel mondeling dient te gebeuren. De commissie beslist vervolgens (in de volgende vergadering, waarin de antwoorden worden gegeven) over het al dan niet behandelen van de motie in de raad.
c) De commissie vindt het onderwerp niet belangrijk genoeg en neemt de motie voor kennisgeving aan.
II Moties ingediend door fracties die geen betrekking hebben op een agendapunt van de raad
Fracties dienen de motie in bij de voorzitter van de raad met een afschrift aan de griffie en geven aan of deze motie spoedeisend is (dit beslist de indiener dus zelf).
Deze motie wordt direct op de agenda van de raad geplaatst. Indien de motie minimaal 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering is ingediend en de portefeuillehouder door de indiener gewenst is tijdens de raadsvergadering: de portefeuillehouder wordt uitgenodigd (art. 20 RvO) Is de motie minder dan 48 uur voor aanvang van de raad ingediend: de raad dient onderling te debatteren Mogelijkheden: - de raad neemt de motie aan - de raad verwerpt de motie (Het doorzenden van de motie naar de commissie voor eventuele vragen is gezien het spoedeisend karakter immers niet mogelijk. Hier ligt dus ook de bescherming van het onnodig bestempelen van moties als spoedeisend)
De fractie/het raadslid richt de motie aan de voorzitter van de raad met een afschrift aan de griffie. Deze motie wordt door het presidium in haar reguliere vergadering ter voorbereiding van de commissies op de agenda van de eerstvolgende commissiecyclus geplaatst. Het presidium beslist of het wenselijk is de portefeuillehouder uit te nodigen. De commissie beslist of de motie naar de raad wordt doorgestuurd.
III Moties ingediend door fracties die betrekking hebben op een agendapunt van de raad
De motie wordt bij het betreffende agendapunt behandeld. Bij stemming wordt eerst over het agendapunt gestemd en dan over de motie.
Is de motie minimaal 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering ingediend en is de portefeuillehouder door de indiener bij de vergadering gewenst: de portefeuillehouder wordt uitgenodigd.
Is de motie minder dan 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering ingediend: de raad dient onderling te debatteren tenzij de portefeuillehouder reeds voor dit agendapunt was uitgenodigd.
Mogelijkheden tijdens de raadsvergadering:
- De motie wordt aangehouden en naar de commissie gestuurd voor nader overleg
NB: moties worden door het presidium dan wel (na verzending van de raadsstukken) door de voorzitter op de agenda geplaatst. Het is uiteindelijk de commissie of de raad zelf die de definitieve agenda bepaalt.