Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Beleidslijn inzake APV-vergunningen en -ontheffingen voor horeca-inrichtingen.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidslijn inzake APV-vergunningen en -ontheffingen voor horeca-inrichtingen.
CiteertitelBeleidslijn inzake APV-vergunningen en -ontheffingen voor horeca-inrichtingen.
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 3.2.1.3 en 3.2.3.3 APV

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-1992Nieuwe regeling

13-11-1992

De Uitkijk

2008/3574

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidslijn inzake APV-vergunningen en -ontheffingen voor horeca-inrichtingen.

 

 

Sinds enkele maanden is een wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening van kracht die een vergunningstelsel voor het vestigen/exploiteren van een horeca-inrichting heeft geïntroduceerd. Achtergrond hiervan is de aantasting van het woon-en leefklimaat die door een horeca-inrichting kan plaatsvinden. In het kader van deze vergunningverlening dient

thans een eerste aanzet tot een beleidslijn te worden gegeven.

Deze bestaat uit de vaststelling van een vaste gedragslijn m.b.t. het opnemen van een tweetal voorschriften in de vergunning, die voor de handhaving van de regeling van groot belang zijn.

Door het uitdrukkelijk vaststellen en publiceren, c.q. meedelen van deze gedragslijn wordt de kans verkleind dat vergunninghouders met succes het opleggen van deze voorschriften aanvechten. Bovendien kan in de overwegingen van de vergunning als motivering voor het opleggen van de voorschriften worden verwezen naar de vastgestelde gedragslijn. De voorschriften waar het om gaat betreffen de verplichte aanwezigheid van minstens één beheerder en het verbod op het gebruik van, c.q. de handel in verdovende middelen.

Wat betreft het eerste voorschrift is de motivering uiteraard gelegen in de omstandigheid dat de beheerder van wezenlijke invloed is op de exploitatie van de inrichting en zijn aanwezigheid tijdens de openstellingstijden van de inrichting derhalve noodzakelijk

is om recht te doen aan het uitgangspunt van de regeling, t.w. het voorkomen van aantasting van het woon- en leefklimaat. Dit punt speelt een zo mogelijk nog grotere rol bij

het tweede voorschrift, aangezien gebruik van, c.q. handel in verdovende middelen tot een drastische aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving van de betreffende horeca-inrichting kan leiden. Hierbij mag tevens gewezen worden op het voorstel aan de gemeenteraad terzake de A.P.V.-wijziging, waarin onder het hoofdstuk EFFECTEN een duidelijke relatie wordt gelegd tussen drugsgebruik en -handel in horecainrichtingen en de aantasting van het woon- en leefklimaat. Aangezien de drugsproblematiek zich in meerdere of

mindere mate over de hele gemeente manifesteert, bestaat er gegronde aanleiding om het betreffende voorschrift in elke vergunning ex artikel 3.2.1.3 van de A.P.V. op te nemen.

Tot nu toe is dit alleen geschied bij de vergunningen voor inrichtingen aan de Akerstraat-Noord te Hoensbroek. Door het alsnog opnemen van het voorschrift in reeds verleende vergunningen voor andere lokaties en het in de toekomst standaard opnemen in elke te verlenen vergunning wordt tevens bereikt dat een vergunninghouder aan de Akerstraat-Noord de gemeente (bijv. in bezwaar of beroep) niet van ongelijke behandeling kan betichten.

Het voorschrift m.b.t. de aanwezigheid van de beheerder staat wél in iedere tot nu toe verleende vergunning en dient eveneens standaard in elke nog te verlenen vergunning te worden opgenomen. Bijgaand treft u de tekst van de concept-vergunning aan zoals deze zal komen te luiden na de vaststelling van bovenbedoelde beleidslijn.

Zorgvuldigheidshalve dient deze beleidslijn niet alleen te worden bekendgemaakt via het publicatiekastje en De Uitkijk, maar ook door een schriftelijke mededeling aan de ndernemers wier aanvrage thans in behandeling is. De vergunninghouders wier vergunning moet worden aangepast (opnemen "drugsvoorschrift") krijgen uiteraard apart bericht.

Ontheffing inrichtingseisen.

De horeca-inrichtingen die onder de vergunningplicht vallen dienen te voldoen aan de inrichtingseisen van de Drank- en Horecawet. Ingevolge artikel 3.2.3.3 van de A.P.V. kan van deze bepaling ontheffing worden verleend. Het ligt in de rede om deze ontheffing in elk geval

te verlenen t.b.v. reeds bestaande inrichtingen, met name die welke o.g.v. de overgangsregeling een tijdelijke (fictieve) vergunning en ontheffing hebben gekregen.

De tot nu toe (tegelijk met de vergunningverlening) verstrekte ontheffingen hebben alle betrekking op bestaande horeca-inrichtingen. Als beleidslijn ware thans vast te stellen dat in

principe slechts bestaande horeca-inrichtingen voor een ontheffing van de inrichtingseisen in aanmerking kunnen komen, en dat derhalve nieuwe inrichtingen op voorhand aan deze eisen moeten voldoen.

Zulks betekent in de praktijk dat een eventueel ontheffingsverzoek voor een nieuwe inrichting slechts bij uitzondering gehonoreerd kan worden. Te denken valt hierbij aan kleine afwijkingen van de eisen, alsmede aan zeer bijzondere (individuele) omstandigheden.

SAMENVATTING

Resumerend dient door u besloten te worden tot het vaststellen van een tweetal beleidslijnen, t.w.:

1. m.b.t. de vergunningverlening ex art. 3.2.1.3 van de A.P.V.: het standaard opnemen van een voorschrift inzake de aanwezigheid van de beheerder, en van een voorschrift inzake het verbod op de aanwezigheid van verdovende middelen;

2. m.b.t. de ontheffingvèrlening ex art. 3.2.3.3 van de A.P. V.: verlening in principe alleen voor bestaande inrichtingen. Beide beleidslijnen zullen worden gepubliceerd, terwijlde onder 1 bedoelde tevens schriftelijk zal worden meegedeeld aan de huidige aanvragers. Ik stel u voor te besluiten tot vaststelling van de onder 1 en 2 genoemde beleidslijnen en akkoord te gaan met de tekst van de vergunning/ontheffing (en met name

de beide vergunningsvoorschriften) in het bijgevoegde concept.