Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening WMO-raad Coevorden |
Citeertitel | Verordening WMO-raad Coevorden 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en werkgelegenheid |
Geen.
Gemeentewet, art. 84
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2011 | 07-05-2016 | nieuwe regeling | 11-01-2011 CHAH 19-01-2011 | Collegevoorstel 11-01-2011 |
Burgemeester en wethouders van Coevorden;
overwegende, dat het gewenst is een regeling te treffen voor de wijze waarop de Wmo-raad Coevorden wordt betrokken bij het gemeentelijk beleid;
dat de Wmo-raad Coevorden wordt aangemerkt als vaste gesprekspartner op het terrein van cliëntenparticipatie voor de beleidsontwikkeling van de Wmo;
dat het gewenst is de Wmo-raad Coevorden aan te wijzen als vaste adviescommissie voor het college op terrein van de Wmo;
gelezen het voorstel van de afdeling Beleid en Strategie van december 2010;
gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet;
Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;
Cluster: een onderdeel van de zelforganisatie bestaande uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en natuurlijke personen gericht op de vertegenwoordiging van specifieke doelgroepen;
Wmo-raad: de afgevaardigde vertegenwoordigers van de clusters, voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden op 11 januari 2011
, de voorzitter
, de secretaris
Toelichting Verordening Wmo-raad Coevorden
De Wmo geeft aan dat de gemeente de zelforganisatie van belangengroeperingen faciliteert. In voorliggende verordening is er voor gekozen om de Wmo-raad aan te merkten als vaste adviescommissie van ons college. Op grond van artikel 84 Gemeentewet kunnen wij commissies instellen die adviseren ten aanzien van een bepaald beleidsgebied. Wij merken de Wmo-raad aan als vast adviesorgaan die wordt betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie op alle beleidsterreinen van de Wmo.
Deze opzet past in de door de gemeenteraad vastgestelde inspraakverordening op basis van artikel 150 Gemeentewet en de beleidsnota interactief beleid "....van 2 kanten....". Artikel 11 van de Wmo verwijst naar de krachtens artikel 150 Gemeentewet vastgestelde inspraakverordening.
In dit artikel worden enkele begrippen nader gedefinieerd.
De Wmo-raad wordt aangemerkt als adviescommissie op grond van artikel 84 Gemeentewet. Deze opzet betekent dat de verschillende clusters via de Wmo-raad hun invloed kunnen aanwenden voor het totale Wmo-beleid.
Voor sommige clusters geldt dat het lastig kan zijn om continue en structureel een lid af te vaardigen in de Wmo-raad. Dit kan worden ondervangen door te werken met onafhankelijke leden met affiniteit met een bepaald cluster.
In dit artikel zijn bepalingen opgenomen voor de wijze van benoeming en de zittingsduur. De zittingsperiode loopt gedeeltelijk parallel met de raadsperiode. Door om de twee jaar de helft van de Wmo-raad te laten aftreden wordt de continuïteit van de Wmo-raad bevorderd.
De Algemene wet bestuursrecht bevat in de afdeling 3.3 bepalingen over advisering aan het college door daartoe in het leven geroepen adviesinstanties. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op advisering door de Wmo-raad. Dat betekent dat in voorliggende verordening daarover geen afzonderlijke bepalingen zijn opgenomen.
De Wmo-raad stelt zijn adviezen op overeenkomstig de gevoelens van de meerderheid van de vergadering met de mogelijkheid van een minderheidstandpunt van één of meer clusters. Uitgangspunt is dat de verschillende belangengroeperingen via de Wmo-raad hun visie geven op het terrein van het Wmo-beleid. Dit laat onverlet de mogelijkheid voor alle belanghebbende en in de gemeente belang hebbende organisaties om bij een procedure ingevolge afdeling 3.4 Awb hun zienswijze te geven over een bekend gemaakt ontwerpbesluit op het terrein van de Wmo. Wij verwachten dat de in de Wmo-raad vertegenwoordigde organisaties geen aanleiding zien om in het kader van die procedure nogmaals hun zienswijze kenbaar te maken. Wij zullen de Wmo-raad tijdig betrekken bij de voorbereiding van ons beleid, deze verplichting is vastgelegd in artikel 11 lid 2 van de Wmo. Dat betekent eveneens dat wij de Wmo-raad in het bezit stellen van alle benodigde informatie.
Wij zullen regelmatig overleg plegen met de Wmo-raad. Daarnaast organiseren wij periodiek afstemmingsoverleg tussen de voorzitters van de Seniorenraad, Stichting Platform Gehandicaptenbeleid.
Daar waar het gaat om besluitvorming van de gemeenteraad wordt het advies van de Wmo-raad voor de gemeenteraad bij de stukken ter inzage gelegd.
In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over de frequentie en de openbaarheid van vergaderingen. De Wmo-raad heeft een vast aanspreekpunt binnen de organisatie. Deze ambtenaar is de verbindende schakel naar de verschillende prestatievelden binnen de Wmo.
In dit artikel is vastgelegd hoe de besluiten tot te verstrekken adviezen tot stand komen. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Aan de Wmo-raad worden faciliteiten verstrekt om de werkzaamheden te verrichten. Dit betekent dat ze een beroep kunnen doen op vergaderingruimte en daarbij behorende faciliteiten. Wij gaan er vanuit dat de Wmo-raad zelfvoorzienend is als het gaat om secretariële ondersteuning. De kosten daarvan kunnen worden betrokken bij het jaarlijks vast te stellen budget en de in artikel 9 opgenomen begroting en verantwoording.
Wij stellen aan de Wmo-raad een budget beschikbaar aan organisatie- en activiteitenkosten. De hoogte van het budget wordt betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad over de begroting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om het huishoudelijk reglement vast te stellen waarin de wijze van vergaderen is geregeld. Tevens kunnen daarin de taken van de leden en de wijze van terugkoppeling naar de clusters nader worden omschreven.