Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving /
|
|
|
omgevingsvergunning
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
1.Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan alle bouwkosten van het bouwen of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen exclusief de verschuldigde omzetbelasting, zoals aangegeven op het aanvraagformulier met een minimum van zaols deze marktprijzen zijn opgenomen in een doro burgemeester en wethouders vastgestelde lijst.
|
|
|
|
1a.Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in de berekening van de bouwkosten wordt uitgegaan van de in de aanvraag opgenomen bouwkosten. Onder bouwkosten wordt verstaan, de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is varvangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.3
|
sloopkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
2.2
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief een percentage van de bouwkosten
|
2,50%
|
2,50%
|
2.3.1.1.1
|
met een minimum van
|
91,20
|
89,85
|
|
|
|
|
|
Welstandstoets
|
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het uitvoeren van een welstandstoets op het bouwplan door de welstandscommissie:
|
9,90
|
|
|
Met een minimum van:
|
45,70
|
45,00
|
|
vermeerderd met:
|
|
|
|
Indien de bouwkosten liggen tussen:
|
|
|
|
€ 0 en € 250.000 wordt dit bedrag vermeerderd met:
|
0,250%
|
0,250%
|
|
€ 250.001 en € 500.000 wordt dit bedrag vermeerderd met:
|
0,200%
|
0,200%
|
|
€ 500.001 en € 1.000.000 wordt dit bedrag vermeerderd met:
|
0,025%
|
0,025%
|
|
€ 1.000.001 en € 5.000.000 wordt dit bedrag vermeerderd met:
|
0,015%
|
0,015%
|
|
boven € 5.000.001 wordt dit bedrag vermeerderd met:
|
0,005%
|
0,005%
|
|
alle bedragen worden naar boven afgerond op hele euro's
|
|
|
2.3.1.2.2
|
vervallen
|
|
30,00
|
2.3.1.2.3
|
Indien zich wijzigingen in het plan voordoen en het plan opnieuw moet worden beoordeeld door de welstandscommissie en de bouwkosten worden lager, wordt geen vermindering in kosten op het eerder uitgebrachte advies verleend.
|
|
|
2.3.1.2.4
|
Indien de bouwkosten hoger worden, wordt over het meerdere in bouwkosten opnieuw de legestabel voor de welstandstoets toegepast.
|
|
|
2.3.1.2.5
|
Indien een bouwaanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, vindt er geen teruggave plaats van kosten voor welstandsadvisering.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.1.3.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
105,60
|
104,00
|
2.3.1.3.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
852,60
|
840,00
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:
|
507,50
|
500,00
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
50%
|
50%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
2.3.1.6
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
250,30
|
246,65
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
2.3.2.2
|
Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.2 zelf toepassing vindt.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) of ontheffing van de bouwverordening wordt toegepast:
|
241,80
|
238,25
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
241,80
|
238,25
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
2.131,50
|
2.100,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
534,70
|
526,80
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
534,70
|
526,80
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
536,70
|
528,80
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
534,70
|
526,80
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
241,80
|
238,25
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
241,80
|
238,25
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
241,80
|
238,25
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
2.131,50
|
2.100,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
534,70
|
526,80
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
534,70
|
526,80
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
534,70
|
526,80
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
534,70
|
526,80
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
241,80
|
238,25
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.5.1
|
tot 200 m²
|
380,00
|
374,40
|
2.3.5.2
|
van 200 m² tot 1.000 m²
|
380,00
|
374,40
|
|
vermeerderd met een bedrag van € 69,05 per 100m² voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak boven de 200 m²;
|
|
|
2.3.5.3
|
van 1.000 m² tot 5.000 m²
|
1.014,80
|
999,85
|
|
vermeerderd met een bedrag van € 29,35 per 100m² voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak boven de 1.000 m²;
|
|
|
2.3.5.4
|
van 5.000 m² of groter
|
2.362,20
|
2.327,30
|
|
vermeerderd met een bedrag van € 12,70 per 100m² voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak boven de 5.000 m²;
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
vervallen
|
|
|
2.3.6.2
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
127,70
|
125,85
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
2.3.7.2
|
Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.7.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3.2 of 2.3.2.2 zelf toepassing vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.7.3
|
Asbesthoudende materialen
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
105,60
|
104,00
|
|
|
|
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2.1.5.2 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
380,00
|
238,25
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.9.1
|
tijdens een reconstructie
|
481,10
|
473,95
|
2.3.9.2
|
3 tot 3,5 meter
|
779,10
|
767,55
|
2.3.9.3
|
zonder aanpassing aan verharding
|
210,20
|
207,05
|
2.3.9.4
|
Indien de aanleg van de uitweg langer is dan 2 meter in het openbaar groen gelegen is, wordt het bedrag overeenkomstig 2.3.9.1, onderscheidenlijk 2.3.9.2 en 2.3.9.3 berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de vergunning aan de melder medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het hoofd van de afdeling Realisatie & Beheer is opgesteld. Indien een dergelijke begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.3.2 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
47,80
|
47,05
|
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.1 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
31,90
|
31,45
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
31,90
|
31,45
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
211,10
|
208,00
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
211,10
|
208,00
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
211,10
|
208,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
vervallen
|
|
|
2.3.14.1
|
vervallen
|
|
|
2.3.14.2
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
60%
|
60%
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
50%
|
50%
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
535,90
|
528,00
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
535,90
|
528,00
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
2%
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
3%
|
3%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
5%
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omg
e
vingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiv
i
teiten
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend
|
50%
|
50%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omg
e
vingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactivite
i
ten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt binnen 2 jaar. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
25%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een o
m
gevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiv
i
teiten
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
25%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 80,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bede
n
kingen
|
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
67,00
|
66,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wi
j
ziging pr
o
ject
|
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
268,00
|
264,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
2.8
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
5.138,00
|
2.100,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening en/of 3.20 Wro
|
63,90
|
62,95
|
|
|
|
|
Hoofdstuk
10 In
deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
63,90
|
62,96
|
|
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca
|
|
|
3.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
226,00
|
222,70
|
3.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van een verkregen vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
113,00
|
|
3.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
37,60
|
37,00
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
|
|
|
3.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening
|
31,90
|
31,45
|
3.2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de Algemene plaatselijke verordening
|
|
|
3.2.2.1
|
voor één dag per week gedurende ten hoogste 12 maanden
|
79,80
|
78,65
|
3.2.2.2
|
voor één dag
|
47,80
|
47,05
|
3.2.3
|
vervallen
|
|
|
3.2.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
3.2.4.1
|
een vergunning voor een evenement als bedoeld in de brandveiligheidsverordening
|
31,90
|
31,45
|
3.2.4.2
|
een vergunning voor een niet-evenement als bedoeld in de brandveiligheidsverordening
|
79,80
|
78,60
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
|
|
|
3.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
3.3.1
|
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de A.P.V. voor een sexinrichting of escortbedrijf
|
183,60
|
180,90
|
3.3.2
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
|
|
|
3.4
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening
|
|
|
3.5
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening
|
|
|
3.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening
|
31,90
|
31,45
|
|
|
|
|
Hoofdstuk
7 In
deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere b
e
schikking
|
|
|
3.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
79,80
|
78,65
|