Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen |
Deze regeling vervangt de Verordening regelende de instelling van een lokale rekenkamer en de wijze van uitvoering van rekenkameronderzoek d.d. 28-5-1998, inwerkinggetreden op 1-6-1998.
Gemeentewet, art. 81o
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 29-09-2005 geen | AO/2005-83 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o, eerste lid, van de Gemeentewet, is er een gemeentelijke rekenkamercommissie.
Artikel 4 Samenstelling van de rekenkamercommissie
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris en de onderzoeker(s).
Een lid van de rekenkamercommissie door de raad worden ontslagen bij gebleken ongeschiktheid, indien hij door ziekte of gebreken blijven ongeschikt is zijn functie te vervullen of indien hij verboden handelingen als bedoeld in artikel 9 dezes jo artikel 15 eerste en tweede lid van de Gemeentewet heeft verricht.
De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op de gronden vermeld in artikel 5, eerste lid, onder a. en tweede lid, zouden kunnen leiden.
Artikel 7 Openbaar maken nevenfuncties
Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) als opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet af, met dien verstande, dat voor “rekenkamer” wordt gelezen “rekenkamercommissie”.
Artikel 9 Verboden handelingen
Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing.
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisname aan de raad.
Artikel 13 Vergoeding leden rekenkamercommissie
De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding van respectievelijk € 145,-- en € 130,-- voor het bijwonen van een vergadering van de rekenkamercommissie. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met het percentage dat in tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt gehanteerd.
Artikel 14 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
De rekenkamercommissie presenteert tenminste jaarlijks voor 1 oktober een ontwerp-onderzoeksplan, waarin staat aangegeven welke onderwerpen voor het komende jaar in aanmerking komen voor een onderzoek of quick scan. De raad wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het ontwerp-onderzoeksplan kenbaar te maken aan de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie beslist vervolgens welke onderwerpen worden onderzocht.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties te onderzoeken voorzover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert. Tevens verstrekken de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht:
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft;
Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren, zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris en onderzoeker(s) van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.
Artikel 19 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
Onverminderd het bepaalde in artikel 185 van de Gemeentewet, stelt de rekenkamercommissie betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de raad gehoord.
TOELICHTING Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2005
Op grond van de Wet dualisering gemeentebestuur dient iedere gemeente uiterlijk 1 januari 2006 een rekenkamer(functie) te hebben ingesteld. Op grond van artikel 81o van de Gemeentewet, stelt de raad, indien geen rekenkamer is ingesteld als bedoeld in hoofdstuk IVa, bij verordening regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De artikelen 182 (Taak van de rekenkamer) en 185 (Rapporten en verslag rekenkamer) van de Gemeentewet zijn voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie van overeenkomstige toepassing.
De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2005 strekt tot instelling van een gemeentelijke rekenkamercommissie. Bij de vormgeving van de gemeentelijke rekenkamercommissie is waar mogelijk aansluiting gezocht bij de wettelijke bepalingen inzake de instelling en het functioneren van een rekenkamer als bedoeld in hoofdstuk IVa van de Gemeentewet.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie
Op grond van artikel 81o van de Gemeentewet is artikel 182 van de Gemeentewet voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie van overeenkomstige toepassing. In aanvulling op de in artikel 182 van de Gemeentewet opgenomen taakomschrijving van de rekenkamer is in artikel 3 opgenomen dat de rekenkamercommissie tevens tot taak heeft de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd te onderzoeken.
Artikel 4 Samenstelling van de rekenkamercommissie
Er is gekozen voor een collegiale rekenkamercommissie, bestaande uit drie externen. Tevens is bepaald dat er twee externe plaatsvervangende leden worden benoemd. Uit de leden worden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd. Vanwege de voorgestane samenwerking met andere gemeenten v.w.b. de vormgeving van de rekenkamerfunctie en de daarbij overeengekomen evaluatie, vindt benoeming van de leden en de voorzitter van de rekenkamercommissie in eerste instantie plaats voor een periode van drie jaren. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Naar analogie van artikel 81c van de Gemeentewet is een ontslagbepaling opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Naar analogie van artikel 81d van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot op non-activiteitstelling opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 7 Openbaar maken nevenfuncties
Naar analogie van artikel 81e van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot de openbaarmaking van nevenfuncties opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Naar analogie van artikel 81g van de Gemeentewet is bepaald dat de leden van de rekenkamercommissie voor de ambtsaanvaarding de eed (verklaring en belofte) afleggen. Met het oog op de voorgestane samenwerking met andere gemeenten v.w.b. de vormgeving van de rekenkamerfunctie geschiedt de eedaflegging in afwijking van het bepaalde in artikel 81g van de Gemeentewet wel in handen van de raadsvoorzitter, maar niet perse in de vergadering van de gemeenteraad.
Artikel 9 Verboden handelingen
Naar analogie van artikel 81h van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot verboden handelingen opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Naar analogie van artikel 811 van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot het vaststellen van een reglement van orde opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 12 Ondersteuning rekenkamercommissie
Naar analogie van artikel 81j van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot de ondersteuning van de rekenkamercommissie opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 13 Vergoeding leden rekenkamercommissie
Naar analogie van artikel 81k van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot de vergoeding voor de leden van de rekenkamercommissie opgenomen. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen en kunnen tevens aanspraak maken op een vergoeding van reis- en verblijfskosten. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 14 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
Uit artikel 182 van de Gemeentewet blijkt dat de rekenkamercommissie zowel op eigen initiatief als op verzoek onderzoeken kan doen. In artikel 13 wordt tevens gesproken van de mogelijkheid tot het uitvoeren van een “quick scan”, waaronder een naar aard en omvang beperkt onderzoek dient te worden verstaan. De rekenkamercommissie beslist welke onderzoeken en/of quick scans worden gedaan. Teneinde de gemeenteraad in de gelegenheid te stellen enige invloed uit te oefenen op de onderwerpselectie is een zienswijze-procedure opgenomen.
Naar analogie van de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet zijn bepalingen met betrekking tot het verkrijgen van informatie door de rekenkamercommissie van het gemeentebestuur en andere lichamen, organen en rechtspersonen opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 15 Verzoeken tot het verrichten van onderzoek
Op grond van artikel 182, tweede lid, jo. artikel 81o van de Gemeentewet, kan de rekenkamercommissie op verzoek van de raad een onderzoek instellen. Blijkens de toelichting bij dit artikel (Kamerstukken II 2000/01, 27 751, nr. 3, p. 114) kunnen ook anderen, zoals burgers, maar ook andere gemeentelijke bestuursorganen (bijvoorbeeld het college) een verzoek tot het verrichten van onderzoek aan de rekenkamercommissie richten.
Dit artikel strekt tot nadere regeling van de wijze waarop de rekenkamercommissie verzoeken tot het verrichten van onderzoek dient te behandelen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Naar analogie van artikel 82, vijfde lid, jo. artikel 23 van de Gemeentewet, is bepaald dat de rekenkamercommissie in beginsel in de openbaarheid vergadert. E.e.a. leidt tot transparantie en past binnen het duale leerstuk van de publieke verantwoording.
Naar analogie van artikel 86 van de Gemeentewet is een bepaling met betrekking tot geheimhouding opgenomen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 18 Vergader- en stemmingsquorum
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 19 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
In aanvulling op het bepaalde in artikel 185 van de Gemeentewet geeft dit artikel aanvullende bepalingen over de wijze van uitvoering van het onderzoek en de rapportage daaromtrent. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.