Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Beleidsregels inzake gebruik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake gebruik
CiteertitelBeleidsregels gebruik
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel inzake gebruik, vastgesteld op 17 december 2002.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerende-zaakbelastingen, art. 1
  2. Verordening reinigingsheffingen, art. 4
  3. Verordening rioleringsrechten, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2009nieuwe regeling

13-10-2009

Meppeler Courant, 16-12-2009

2009-14396

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inzake gebruik

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meppel;

gelet op het bepaalde in:

- artikel 4 van de Verordening Reinigingsheffingen;

- artikel 2 van de Verordening Rioolrechten;

- artikel 1 van de Verordening Onroerende-zaakbelastingen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

Beleidsregels inzake gebruik  Afvalstoffenheffing, Rioolrechten en Onroerende zaakbelastingen:

Artikel 1  

Als feitelijk gebruiker voor de heffing van afvalstoffenheffing dient te worden aangemerkt degene die het desbetreffende object voor zich ter beschikking aanhoudt of heeft aangehouden.

Het is niet van belang of ook daadwerkelijk huishoudelijke afvalstoffen worden aangeboden. De belasting wordt geheven op basis van het feit dat de gemeente een inzamelverplichting heeft ten aanzien van panden waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Als feitelijk gebruiker voor de heffing van rioolrechten dient te worden aangemerkt degene die het desbetreffende object voor zich ter beschikking aanhoudt of heeft aangehouden. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Voor de heffing van onroerende zaakbelastingen, gebruikersdeel is van belang wie op 1 januari van het kalenderjaar gebruiker is van het pand.

In de volgende situaties kan er sprake zijn van geen gebruik:

- Leegstand:

Het pand staat leeg en wordt actief te koop/te huur aangeboden of wordt binnen een periode van 3 maanden te koop/te huur aangeboden

- Leegstand i.v.m. overlijden / gebruik door de erfgenamen:

Het pand staat leeg, er is geen intentie om het pand voor eigen gebruik aan te houden en het pand wordt binnen een jaar na datum overlijden te koop / te huur aangeboden.

- De woning is ongemeubileerd en er ontbreekt een objectieve geschiktheid van

bewoning. (Hierbij doet overigens niet ter zake dat een woning is afgesloten van gas en elektriciteit)

- De woning staat minimaal drie maanden leeg staat en de belastingplichtige verblijft in een zorginstelling.

- Leegstand i.v.m. sloop / leegstand i.v.m. verbouwing

Er hebben werkzaamheden plaatsgevonden in het jaar voor de peildatum en/of op de peildatum 1 januari van het kalenderjaar (gesloopt, gebouwd, verbouwd, opgeknapt).

Er is wel sprake van gebruik wanneer de eigenaar de onroerende zaak bewust leeg laat staan met de bedoeling hem voor bepaalde doeleinden voor zichzelf ter beschikking te houden.

- Ter beschikking gestelde panden/geen inschrijving bewoners GBA:

Er is geen sprake van gebruik door de eigenaar van een pand als er een huurovereenkomst is afgesloten met de huurders/gebruikers van het pand.

Indien er sprake is van kamerverhuur aan meerdere personen in één pand dan dient de eigenaar te worden aangeslagen voor het gebruik.

Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregels gebruik” .

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

De beleidsregels inzake gebruik, vastgesteld op 17 december 2002, nummer 2003-424 worden ingetrokken met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking van dit besluit.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2009,

de secretaris, de burgemeester,