Paragraaf 1: Informatieverstrekking en ambtelijke bijstand
Artikel 1 Verzoek om verstrekking van informatie of het verlenen van
ambtelijke bijstand
- 1.
Een raadslid wendt zich tot de griffier, de gemeentesecretaris of
een ambtenaar met een verzoek om:
- a.
feitelijke informatie van geringe omvang;
- b.
inzage in of afschrift van documenten die op grond van de
Wet openbaarheid van bestuur openbaar zijn.
- 2.
Een raadslid wendt zich tot de griffier of de gemeentesecretaris met
een verzoek om inzage in of afschrift van documenten die op grond
van de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar gemaakt
worden.
- 3.
Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om
ambtelijke bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen
en moties.
- 4.
Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om andere
ambtelijke bijstand dan bedoeld in het eerste, tweede en derde
lid.
Artikel 2 Bevoegdheid tot verstrekking van informatie of het verlenen van
ambtelijke bijstand.
- 1.
De informatie bedoeld in artikel 1, eerste lid wordt verleend door
de gemeentesecretaris of de betrokken ambtenaar.
- 2.
De informatie bedoeld in artikel 1, tweede lid wordt verleend door
de gemeentesecretaris, na besluitvorming door het college.
- 3.
De ambtelijke bijstand, bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid,
wordt verleend door de griffie. Indien de gevraagde ambtelijke
bijstand niet door de griffie kan worden verleend kan de griffier de
gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen,
die de gevraagde ambtelijke bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
De gemeentesecretaris informeert het college op verzoek.
Artikel 3 Beoordeling van een verzoek om verstrekking van informatie of het
verlenen van ambtelijke bijstand
- 1.
Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek bedoeld in artikel
1, eerste lid betrekking heeft op informatie als bedoeld in
onderdeel a of b van dat lid, stelt hij de gemeentesecretaris in
kennis, die vervolgens beslist of de informatie wordt gegeven.
De gemeentesecretaris kan ambtenaren aanwijzen die namens hem
beslissen over deze verzoeken.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders beslist of een
document, dat op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet
openbaar wordt gemaakt vertrouwelijk danwel met een plicht tot
geheimhouding bedoeld in artikel 25, tweede lid van de
Gemeentewet aan een gemeenteraadslid ter inzage wordt gegeven of
in afschrift wordt verstrekt.
- 3.
De gemeentesecretaris kan medewerking aan het verlenen van
ambtelijke bijstand bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid
jo. artikel 2, derde lid, tweede volzin weigeren indien:
- a.
het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de
bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de
raad;
- b.
dit het belang van de gemeente kan schaden;
Indien de ambtelijke bijstand wordt geweigerd deelt de
gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de
griffier en het raadslid dat het verzoek heeft
ingediend.
Artikel 4 Voorziening bij weigeren van medewerking aan het verlenen van
ambtelijke bijstand
Indien een verzoek om medewerking aan het verlenen van ambtelijke
bijstand, bedoeld in artikel 2, derde lid, tweede volzin, door de
gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken
raadslid het verzoek voorleggen aan het college van burgemeester en
wethouders. Het college van burgemeester en wethouders beslist zo
spoedig mogelijk over het verzoek.
Artikel 5 Voorziening ten aanzien van de kwaliteit van de verleende
ambtelijke bijstand
- 1.
Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar
verleende bijstand, doet hij of de griffier, na overleg met de
betrokken ambtenaar, hiervan mededeling aan de secretaris.
- 2.
Indien overleg met de gemeentesecretaris niet leidt tot een voor
beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de
het college van burgemeester en wethouders. Het college van
burgemeester en wethouders beslist zo spoedig mogelijk over de
zaak.
Artikel 6 Registratie van verleende ambtelijke bijstand
De gemeentesecretaris houdt, voor zover buitenproportioneel beroep wordt
gedaan op ambtelijke bijstand, een register van de verleende ambtelijke
bijstand bij als bedoeld in artikel 2, derde lid, tweede volzin, waarin
per verzoek om ambtelijke bijstand aan de griffie of de reguliere
ambtelijke organisatie wordt opgenomen:
- a.
welk raadslid om bijstand heeft verzocht;
- b.
over welk onderwerp om bijstand is verzocht;
- c.
welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;
- d.
hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;
- e.
de reden waarom een verzoek is geweigerd.
Paragraaf 2 Fractieondersteuning
Artikel 7 Bijdrage fracties
- 1.
De fracties, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van het
Reglement van orde voor de gemeenteraad 2002, ontvangen jaarlijks
een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het
functioneren van de fractie.
- 2.
Deze bijdrage bestaat per fractie uit een vast deel en een bedrag
per raadszetel, beide zoals vastgesteld bij de begroting voor
2004.
- 3.
Jaarlijks wordt het vaste deel en het bedrag per raadszetel
geïndexeerd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie en
naar boven afgerond op hele euro's.
Artikel 8 Besteding bijdrage
- 1.
Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende,
kaderstellende en controlerende rol te versterken.
- 2.
De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:
- a.
uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en
overige regelingen;
- b.
betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen
verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan
ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen)
geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een
gespecificeerde, reële declaratie;
- c.
- d.
uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen
die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden toekomen;
- e.
algemene opleidingen voor raads- en commissieleden tenzij
deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke
uitgangspunten van de deelnemers.
Artikel 9 Uitbetaling
- 1.
De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, vóór 1 maart van
een kalenderjaar, verstrekt via een daartoe door de fractie
specifiek voor de fractiewerkzaamheden aangewezen rekening.
- 2.
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt de bijdrage
verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de
verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin
de eerste vergaderingen van de nieuw gekozen raad plaatsvindt
wordt de bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat
jaar.
- 3.
Indien één of meer leden van een fractie als zelfstandige
fractie gaan optreden ontvangt die fractie de in deze
verordening bedoelde bijdrage.
Voor de fractie(s) waaruit de leden van de nieuwe fractie
afkomstig zijn wordt het bedrag per raadszetel in
overeenstemming gebracht met het dan aanwezige aantal leden van
die fractie(s). Het vast deel blijft ongewijzigd.
- 4.
Indien twee of meer fracties als één fractie gaan optreden wordt
de uitbetaling van het vast deel van de bijdrage in
overeenstemming gebracht met de nieuwe situatie.
- 5.
Indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een
andere fractie worden de bedragen per raadslid van beide
fracties in overeenstemming gebracht met het aantal leden die
deze fracties zullen hebben.
- 6.
Bij toepassing van het derde, vierde en vijfde lid worden de
bedragen met ingang van de maand volgende op de maand waarin
mededeling is gedaan aan de voorzitter, in overeenstemming
gebracht met de nieuwe situatie in evenredigheid met het aantal
resterende maanden van het lopende kalenderjaar.
- 7.
Uitbetaling aan nieuwe fracties als bedoeld in het derde lid
vindt plaats in de eerste maand volgende op de maand waarin aan
de voorzitter mededeling is gedaan van het zelfstandig gaan
optreden als nieuwe fractie.
- 8.
Bij vermindering van het zeteltal van een fractie gedurende de
zittingsperiode wordt de aan de oorspronkelijk fractie
verstrekte bijdrage verrekend met de bijdrage voor het volgende
kalenderjaar.
Artikel 10 Reservering niet bestede gelden
- 1.
De in enig jaar niet bestede gelden blijven als reservering in
beheer bij de fractie en kan met in achtneming van artikel 8, tweede
lid in volgende jaren worden aangewend.
- 2.
Na de verkiezingen voor een volgende raadsperiode blijft van de
reservering 30% van de jaarlijkse bijdrage beschikbaar voor de
fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie
die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan
worden beschouwd. Het overschot wordt verrekend of, voor zover
nodig, teruggevorderd overeenkomstig artikel 11, lid 3.
- 3.
Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot
uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 11.
- 4.
Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden
dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op het
meerdere.
- 5.
Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de
betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de
splitsing betrokken leden.
Artikel 11 Verantwoording
- 1.
Elke fractie legt, uiterlijk 1 februari na het einde van een
kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de
bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een
verslag.
- 2.
De fracties bieden het verslag ter controle aan bij de griffier van
de gemeente. De burgemeester parafeert de verantwoording. Een
oordeel wordt vervolgens gevraagd aan de financiële afdeling. De
bevindingen worden in de jaarrekening verwerkt.
- 3.
De raad stelt gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening
de bedragen vast van:
- a.
de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar
uit de bijdrage bekostigd zijn;
- b.
de wijziging van de reserve;
- c.
- d.
de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven
en de ontvangen bijdrage en, voor zover nodig, de hoogte van
de terugvordering van ontvangen bijdragen.
- 4.
Indien een fractie niet voldoet aan de in de verordening opgenomen
regels omtrent de verantwoording van de bestede gelden, kan de raad
de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
Artikel 12 Toepassing Awb
Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de
financiële middelen die een fractie ontvangt.
Paragraaf 3 Slotbepalingen
Artikel 13 Intrekking oude verordening
De verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2003) wordt
ingetrokken.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze instructie treedt in werking op de dag na de vaststelling.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand
en fractieondersteuning.