Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening gemeente Weert |
Citeertitel | Wegsleepverordening gemeente Weert 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Wegen, openbare orde en veiligheid |
Deze verordening is vervangen door de Wegsleepverordening gemeente Weert 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 22-12-2014 | Rad-001026 | |
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 14-12-2011 De Trompetter/Land van Weert, 21-12-2011 | RAD-000532 |
De Raad van de gemeente Weert;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
vast te stellen de volgende verordening:Wegsleepverordening gemeente Weert
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130 , vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
De "Wegsleepverordening gemeente Weert", vastgesteld door de raad der gemeente Weert in de openbare vergadering van 24 mei 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het twwede lid genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De bekendmaking van deze verordening zal geschieden door het plaatsen van een publicatie in het huis-aan-huisblad "De Trompetter/Land van Weert"onder de vermelding van de verordening voor eenieder kosteloos voor de tijd van twaalf weken ter inzage ligt bij het infocentrum in de hal van het Stadhuis.
Daarnaast zal de geconsolideerde tekst van deze verodening worden geplaatst op de website van de gemeente Weert.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2011.
De raad voornoemd;
De griffier,
De voorzitter,
In dit artikel worden een aantal begrippen omschreven welke diverse malen in de verordening terugkomen. De omschrijving van de begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170 lid 1 aanhef en onder c en artikel 173 lid 2 aanhef en onder c Wegenverkeerswet bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in de wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In onderhavige verordening is gekozen voor de ruimste variant: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat een parkeerovertreding zoals hier bedoeld niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig rechtvaardigt.
De tekst van dit artikel spreekt voor zich.
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. Artikel 13 van voornoemd besluit bepaalt hieromtrent dat bij de vaststelling van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, indirecte kosten tot ten hoogste 15% van de directe in aanmerking genomen kosten in aanmerking kunnen worden genomen.
In de wegsleepverordening kan worden volstaan met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds.
Naast de in artikel 170 lid 1 Wegenverkeerswet bedoelde gevallen zijn in deze verordening nog twee gevallen genoemd waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Dit zijn:
- het niet afgeven van zijn rijbewijs wanneer dit is ingevorderd omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 Wegenverkeerswet);
- de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170 lid 1, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.
Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de Wegenverkeerswet van overeenkomstige toepassing verklaard. In de verordening zijn de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
a. een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft;
b. een voertuig is tot stilstand gebracht:
c. een voertuig is geparkeerd:
d. een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanige kenbare ambtenaar of ander persoon;
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
e. een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar of de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
a. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24 lid 1 onder e VV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;
b. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23 ldi 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;
c. op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voorzover:
- het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;
- het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;
- het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;
d. op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van de bijlage tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;
e. op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:
- tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;
- tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;
- die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;
f. op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage tenzij de bestuurder van het voertuig bezig met het onmiddellijk laden lossen van goederen;
g. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;
h. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;
i. in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage.
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten.
In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn hiervóór onder a tot en met i nader aangeduid.
1. Aantreffen foutief geparkeerd voertuig
De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig.
De eerste afweging die moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is.
De Bijlage bij de Wegsleepverordening gemeente Weert bevat een toelichting op deze criteria.
Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn. Wel moet de noodzaak duidelijk zijn.
- alleen een bevoegde functionaris is bevoegd het bergingsbedrijf in te schakelen na het constateren van de overtreding;
- indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet;
Geen Mulder-traject na wegslepen
Op het moment dat daadwerkelijk met het wegslepen wordt begonnen of indien er sprake is van een onvolledige berging wordt de Mulder-transactie ingetrokken.
Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:
Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.
In dit geval dienen de kosten in verband met het basistarief/de voorrijkosten als bedoeld in artikel 4 van de Wegsleepverordening te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden voldaan. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.
De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.
De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.
In dit geval dienen de kosten in verband met het basistarief/de voorrijkosten alsmede de kosten in verband met het laden en meenemen als bedoeld in artikel 4 van de Wegsleepverordening gemeente Weert, te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden voldaan. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig weggesleept en dienen de wegsleepkosten op de bewaarplaats te worden betaald.
FASE III: Het voertuig is / wordt weggesleept en in bewaring gesteld.
Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de kosten in verband met het basistarief/de voorrijkosten, de kosten in verband met het laden en het meenemen van het voertuig en de kosten in verband met het bewaren van het voertuig, een en ander zoals bedoeld in artikel 4 van de Wegsleepverordening gemeente Weert.
a. Het voertuig wordt geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats zoals omschreven in de wegsleepverordening. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.
b. Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister (zie hoofdstuk 5).
Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder. Indien in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig wat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.
De eigenaar/houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn. Bij een aantal feiten kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.
Buiten het betalen van de kosten kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven:
Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn.
Teruggave weggesleept voertuig
Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. Van de eigenaar of houder mag worden verwacht dan hij/zij dit aantoont door middel van een rijbewijs of geldig legitimatiebewijs.
Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.
Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld moet worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald.
Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf, de politie een onderzoek instellen naar de eigenaar/houder van het voertuig. Zodra die bekend is stuurt het college van de gemeente Weert aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving.
In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig alsmede de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.
Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport zijn kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform art 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.
Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd om, ingeval:
- een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of
- de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig
het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, te verkopen of, indien verkoop niet mogelijk is, om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te vernietigen.
De bewaarder draagt namens het college van de gemeente Weert zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, (incl. het inschakelen van een taxateur) te verrichten.
Betaling kosten van wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met een lage taxatiewaarde
Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.
Inschrijven in bewaringsregister
Door het college van de gemeente Weert wordt één der vennoten van het wegsleepbedrijf als bewaarder aangewezen, die het register beheert.
Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht wordt ingeschreven in het bewaringsregister.
In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen:
In het bewaringsregister worden bij het afhalen van het voertuig opgenomen:
Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:
In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig is verkocht worden in het
In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig om niet aan een derde is overgedragen worden in het bewaringsregister opgenomen:
In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig wordt vernietigd wordt in het bewaringsregister opgenomen:
De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft terug gegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.