Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.aanbieder: 1de rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig
motorvoertuigen voor autodelen ter beschikking stelt;
- b.
autodeelplaats: de parkeerplaats waar een motorvoertuig bestemd voor autodelen wordt geparkeerd. De autodeelplaats wordt aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 dat voorzien is van het onderbord met het opschrift: "Uitsluitend" gevolgd door de naam van de aanbieder;
- c.
autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen of rechtpersoon en een aanbieder;
- d.
autodeelvergunning: op grond van deze verordening verleende vergunning krachtens welke het toegestaan is een motorvoertuig bestemd voor autodelen op een aangewezen autodeelplaats te parkeren;
- e.
belanghebbende: de natuurlijke persoon die volgens de gemeentelijke basisadministratie zijn woonadres heeft in één van de gebieden 1-13, in een straat of straatdeel waar krachtens de Verordening parkeerbelastingen Purmerend de dichtstbijzijnde parkeergelegenheid bestaat uit belanghebbendenparkeerplaatsen en/of betaalparkeerplaatsen;
- f.
belanghebbendenvergunning: een op grond van deze verordening verleende vergunning krachtens welke het voor belanghebbenden is toegestaan een motorvoertuig op daartoe aangewezen belanghebbendenparkeerplaatsen te parkeren;
- g.
belanghebbendenparkeerplaats: een parkeerplaats die:
- -
aangeduid is met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of:
- -
gelegen is binnen een zone aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift "zone", voor zover deze plaats niet uitgezonderd is;
- h.
bezoeker: degene die met een motorvoertuig bezoek aflegt aan het, in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven, woonadres van een belanghebbende;
- i.
bezoekersvergunning: een op grond van deze verordening aan belanghebbenden verleende vergunning krachtens welke het bezoekers toegestaan is een motorvoertuig op daartoe aangewezen belanghebbendenparkeerplaatsen te parkeren;
- j.
centrale computer computer van een bedrijf waarmee de gemeente Purmerend een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een chipkaart;
- k.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;
- l.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register ingeschreven was;
- m.
motorvoertuig: hetgeen daaronder verstaan wordt in het RVV 1990;
- n.
onderneming: de onderneming dan wel rechtspersoon die overeenkomstig de Handelsregisterwet 1996 moet worden ingeschreven in het handelsregister;
- o.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur verstaan wordt;
- p.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorend bij parkeerapparatuur;
- q.
parkeervergunning: een op grond van deze verordening verleende vergunning (type A, type B en type W), krachtens welke het toegestaan is een motorvoertuig op daartoe aangewezen betaalparkeerplaatsen te parkeren zonder de parkeerapparatuur in werking te stellen;
- r.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en wordt gebruikt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen danwel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen, voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- s.
vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
Artikel 2 Voorschriften en beperkingen
- 1.
Het college kan aan alle vergunningen beperkingen verbinden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen en de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.
- 2.
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
- 3.
Het college kan aan een vergunning ten behoeve van autodelen verder voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade.
Artikel 3 Beslistermijn en wachtlijst
- 1.
Het college besluit op een aanvraag voor een vergunning binnen dertien weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.
- 2.
De aanvraag wordt afgewezen en de aanvrager wordt op een wachtlijst geplaatst indien:
- a.
reeds zoveel parkeervergunningen (type A, type B en type W) zijn verleend dat de beschikbare parkeerruimte naar het oordeel van het college gedurende een te groot gedeelte van de tijd waarin moet worden betaald volledig bezet is;
- b.
reeds zoveel belanghebbendenvergunningen zijn verleend dat de beschikbare parkeerruimte naar het oordeel van het college gedurende een te groot gedeelte van de tijd volledig bezet is.;
- c.
reeds één autodeelvergunning is verleend (per autodeelplaats wordt slechts een autodeelvergunning verstrekt.
Artikel 4 Duur en inhoud vergunning
1.De vergunning wordt verleend voor bepaalde tijd.
2 De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
de periode waarvoor de belanghebbendenvergunning, de parkeervergunning type A, B of W, de bezoekersvergunning of de autodeelvergunning geldt;
- b.
de vermelding van alle parkeergebieden bij de parkeervergunning type A;
- c.
de twee gebieden waarin de parkeervergunning type B geldig is;
- d.
de straat of de naam dan wel plaatsaanduiding van het parkeerterrein waarvoor de parkeervergunning type W geldig is;
- e.
het kenteken bij de parkeervergunning type W, de belanghebbendenvergunning en de autodeelvergunning. Bij de bezoekersvergunning dient het kenteken voor gebruikmaking door de belanghebbende of zijn bezoeker zelf ingevuld te worden;
- f.
het debiteurennummer van de vergunninghouder.
Artikel 5 Intrekking of wijziging vergunning
- 1.
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:
- a.
op aanvraag van de vergunninghouder;
- b.
wanneer de vergunninghouder volgens de gemeentelijke basisadministratie niet langer staat ingeschreven op een adres dat zich bevindt in het gebied waarvoor de vergunning is verleend of het daar uitgeoefende beroep of onderneming heeft beëindigd;
- c.
wanneer zich een wijziging voordoet in één of meer van de omstandigheden die voor het verlenen van de vergunning relevant waren;
- d.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen vervalt;
- e.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
- f.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens verstrekt zijn;
- g.
wanneer de aanbieder de vereisten als genoemd in artikel 13 niet nakomt of zijn activiteiten met betrekking tot autodelen heeft beëindigd;
- h.
wanneer het gemeentelijke beleid inzake parkeerregulering daartoe noodzaakt;
- i.
om redenen van openbaar belang.
HOOFDSTUK 3 Verbodsbepalingen
Artikel 15 Voorwerpen op of bij parkeerplaatsen
- 1.
Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:
- a.
op een parkeerapparatuurplaats;
- b.
op een belanghebbendenplaats
- c.
- 2.
Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.
- 3.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.
Artikel 16 Parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen
- 1.
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
- a.
- b.
zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning;
- c.
in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
- 2.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.
Artikel 17 Parkeren op parkeerapparatuurplaatsen
- 1.
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
- 2.
Het is verboden op een parkeerapparatuurplaats gedurende de tijden waarop het parkeren daar slechts tegen betaling is toegestaan:
- a.
een motorvoertuig te parkeren indien de parkeerapparatuur niet in werking is gesteld of niet onmiddellijk na aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld;
- b.
een motorvoertuig geparkeerd te houden indien de parkeerapparatuur aangeeft dat de parkeertermijn is verstreken.
- 3.
Het in het tweede lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende categorie parkeerapparatuurplaatsen, het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
- 4.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid.
Artikel 18 Parkeren op autodeelplaatsen
- 1.
Het is verboden op een autodeelplaats een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
- a.
zonder autodeelvergunning;
- b.
zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de autodeelvergunning;
- c.
in strijd met de aan de autodeelvergunning verbonden voorschriften.
- 2.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.
- 3.
De autodeelvergunning is alleen geldig op de daartoe aangewezen vergunningplaats.
- 4.
Per vergunningplaats wordt maximaal één vergunning uitgegeven.
HOOFDSTUK 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 19 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in hoofdstuk 3 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 20 Hardheidsclausule
Het college kan de artikelen 9 tot en met 14 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 21 Toezichthouders
- 1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de coördinator en medewerkers Handhaving belast.
- 2.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening de door het college aangewezen personen belast.
Artikel 22 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking ervan.
- 2.
Op het in het eerste lid genoemde tijdstip wordt de Parkeerverordening Purmerend 2008 ingetrokken.
Artikel 23 Overgangsbepaling
Alle verleende vergunningen die krachtens de Parkeerverordening Purmerend 2008 zijn verleend, worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
Artikel 24 Aanhalingstitel
Deze verordening wordt aangehaald als Parkeerverordening Purmerend 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 2009
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, A.Ph. Hertog