De Raad van de gemeente Meerssen;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 11
januari 2011nummer 2009/11221;
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
BESLUIT :
vast te stellen de navolgende Verordening reclame-uitingen Meerssen-centrum
o.a. t.b.v. het genereren van middelen t.b.v. verfraaiing centrum en
activiteiten ten gunste van de leefbaarheid (centrum) Meerssen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
Reclame-object: een openbare aankondiging in letters, symbolen of
kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare
weg;
- b.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal
of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct
of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte
steun vindt in of op de grond, dat door een organisatie of bedrijf
wordt gebruikt;
- c.
vestiging: een gebouw of een deel daarvan;
- d.
maand: een kalendermaand;
- e.
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen de gebieden van de gemeente
Meerssen en zoals hieronder aangegeven, waarvan een weergave is gedaan op de
bij deze verordening behorende kaart:
- •
Stationstraat 1 t/m 21, 2 t/m 22;
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Bunderstraat 1 t/m 31 en 2 t/m 40;
- •
Gasthuisstraat 1 t/m 7 en 8 t/m 28;
- •
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt, onder de in de bij deze verordening
behorende tarieventabel gestelde voorwaarden, binnen de gebieden als bedoeld
in artikel 2 een directe belasting geheven ter zake van reclame - objecten
zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van het bouwwerk: degene
van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, een of
meerdere reclame-objecten worden aangetroffen op een bouwwerk.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven naar de totale breedte van de
glaspui(en) van de naar de straatzijde gerichte gevel(s) van het
bouwwerk alwaar een of meerdere reclame-object(en) zich
bevindt/bevinden, met inachtneming van het overige in deze
verordening bepaalde.
- 2.
Reclame-objecten behoren in elk geval tot één bouwwerk en daarmee
tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of
daarmee tezamen worden gebruikt.
Artikel 6 Berekening van de
reclamebelasting
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de
bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.
- 3.
Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot
een in de tarieventabel genoemde breedtemaat een gedeelte daarvan
als volle eenheid aangemerkt.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar met dien verstande dat
voor 2011 het belastingtijdvak aanvangt op de datum van inwerkingtreding van
deze verordening.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing
naar tijdsgelang
- 1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het
belastingtijdvak.
- 2.
Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak
aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden
als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
eindigt dan wel vermindert, vindt geen verrekening plaats van de
vastgestelde belastingschuld.
Artikel 9 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 10 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor reclame-objecten:
- a.
waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling
aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan
de gemeente verschuldigd is;
- b.
die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt
gediend kunnen worden aangemerkt;
- c.
die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst
of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging
geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
- d.
die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen
zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief
of ideëel belang dienen;
- e.
op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een
horeca-onderneming;
- f.
voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover
deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein
in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
- g.
die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel
belang dienen;
- h.
bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze
aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen
zaak.
Artikel 11 Betalingstermijn
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen als volgt worden betaald:
- a.
zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, in
9 gelijke betaaltermijnen;
- b.
indien automatische betalingsincasso niet mogelijk is, in 2
gelijke betaaltermijnen.
- 2.
In afwijking van het eerste lid, letter a geldt, dat de aanslagen
moeten worden betaald in 2 gelijke betaaltermijnen, ingeval het
totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als
het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag van deze
aanslag, lager is dan € 50,00 of meer is dan € 3.500,00.
- 3.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op
de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en
elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige
leden gestelde termijnen.
Artikel 12 Kwijtschelding
Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van
burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met
betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en
citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van
de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is de datum van inwerkingtreding
van deze verordening.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening
Reclameuitingen Meerssen centrum 2011’.
BIJLAGE:
Tarieventabel behorende bij de Verordening reclame uitingen
Meerssen-centrum 2011
Het tarief bedraagt per belastingtijdvak voor het hebben van een reclame-object,
aangebracht op of aan een vestiging gelegen in het artikel 2 van de verordening
bedoeld gebied:
Totale breedte glaspui(en) | Tarief (€)/belastingtijdvak |
Vanaf 0,25 meter | 450 |
Mij bekend,
De Griffier,
10 februari 2011.